ECLI:NL:GHAMS:2024:2732
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- A.M.P. Geelhoed
- A.W.T. Klappe
- D.A.G. van Toor
- Rechtspraak.nl
Toekenning van forfaitaire vergoedingen in verzoekschriftprocedure en beoordeling van kosten rechtsbijstand
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 september 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 7 februari 2024. De zaak betreft een verzoekschrift op basis van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) door appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. G. Spong. Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de gedeeltelijke afwijzing van zijn verzoek om vergoeding van kosten voor rechtsbijstand in verband met een strafzaak. Het hof heeft kennisgenomen van de stukken en de advocaat-generaal gehoord tijdens de openbare behandeling in raadkamer. Appellant is niet verschenen.
Het verzoek omvat een vergoeding van € 25.797,14 voor rechtsbijstand door Spong Advocaten en € 1.0405,67 voor RPV Advocatuur, evenals kosten voor rechtsbijstand in de verzoekschriftprocedure in eerste aanleg en hoger beroep. De rechtbank had het verzoek deels afgewezen, omdat er een bovenmatig aantal minuten was gedeclareerd voor het opstellen van de pleitnotitie en omdat de kosten voor de verzoekschriftprocedure forfaitair waren vastgesteld. Appellant betoogde dat het hanteren van forfaitaire vergoedingen in strijd is met het EU-recht, maar het hof oordeelde dat de standaardvergoedingen zijn gebaseerd op landelijke afspraken en dat er in dit geval geen aanleiding was om hiervan af te wijken.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en een vergoeding van € 22.443,96 toegekend aan appellant, waarbij het hof de kosten van rechtsbijstand in de strafzaak en de verzoekschriftprocedure heeft beoordeeld. De beslissing is genomen in de meervoudige raadkamer van het gerechtshof, waarbij de voorzitter mr. A.M.P. Geelhoed de beschikking heeft ondertekend en de tenuitvoerlegging heeft bevolen.