ECLI:NL:GHAMS:2024:2729
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A.M.P. Geelhoed
- A.W.T. Klappe
- D.A.G. van Toor
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van kosten rechtsbijstand na oplegging van straf en maatregel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 september 2024 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van verzoeker, geboren op [geboortedag] 1985, die vertegenwoordigd werd door zijn advocaat mr. E.M. Geboers. Het verzoek was gericht op het verkrijgen van een vergoeding voor kosten van rechtsbijstand in verband met een strafzaak en de onderhavige verzoekschriftprocedure. De kosten die vergoed dienden te worden, bedroegen € 974,78 voor de strafzaak en € 680,00 voor de verzoekschriftprocedure.
Het hof heeft vastgesteld dat de strafzaak, die eindigde met een geldboete en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen, onherroepelijk was geworden op 22 mei 2013. De verzoeker had op 16 oktober 2023 een brief ontvangen van het Openbaar Ministerie waarin werd aangegeven dat de rijontzegging geëxecuteerd zou worden. Verzoeker heeft hierop beroep in cassatie ingesteld, maar dit beroep werd op 5 maart 2024 ingetrokken.
Volgens artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering kan een verzoek tot vergoeding van kosten rechtsbijstand alleen worden ingediend indien de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Aangezien in dit geval de zaak eindigde met een geldboete en een ontzegging, heeft het hof verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken tijdens de openbare zitting van het hof.