ECLI:NL:GHAMS:2024:271

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 februari 2024
Publicatiedatum
7 februari 2024
Zaaknummer
23-001729-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal van stroom en teelt van hennepplanten

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1976, was aangeklaagd voor diefstal van stroom en het telen van hennepplanten in een woning te Amsterdam. De tenlastelegging omvatte twee hoofdpunten: de diefstal van een aanzienlijke hoeveelheid elektriciteit (28.084 kWh) van Liander N.V. en het opzettelijk telen van ongeveer 180 hennepplanten in de periode van 12 november 2020 tot en met 22 april 2021. Het hof heeft de zaak behandeld op basis van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 23 januari 2024 en eerdere zittingen.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van stroom door middel van verbreking, en dat hij opzettelijk hennepplanten heeft geteeld. De verdachte had de elektriciteit illegaal afgetapt, wat schade en gevaar voor de omgeving met zich meebracht. De rechtbank had eerder een taakstraf van 120 uren opgelegd, subsidiair 60 dagen hechtenis. Het hof heeft deze straf in hoger beroep bevestigd, waarbij het de ernst van de feiten en de negatieve maatschappelijke effecten van de hennepteelt in overweging heeft genomen. Het hof heeft de verdachte als strafbaar verklaard en het vonnis van de politierechter vernietigd, maar de bewezenverklaring en de straf gehandhaafd.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001729-23
datum uitspraak: 6 februari 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 13 juni 2023 in de strafzaak onder parketnummer 13174584-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1976,
adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 23 januari 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij, op een of meerdere tijdstippen in de periode 12 november 2020 t/m 22 april 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid stroom (28.084 kWh), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan Liander N.V., in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2.
hij, op of omstreeks 22 april 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres02] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 180 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde

Het hof acht de verklaring van de verdachte, inhoudende dat de onder 1 tenlastegelegde diefstal van stroom vanaf januari 2021 heeft plaatsgevonden, niet geloofwaardig. Uit het dossier volgt dat de houten achterwand van de hennepkwekerij was voorzien van de datum 21 februari 2020. Dat gegeven, in combinatie met het aantreffen van hennepafval op stellage/droogrekjes, een ernstig vervuild koolstoffilter en acht lege 5 liter flessen plantenvoeding, brengt het hof tot het oordeel dat in ieder geval vanaf de tenlastegelegde aanvangsdatum diefstal van stroom heeft plaatsgevonden. Daarbij is ook van belang dat Liander N.V. heeft geconstateerd dat op 8 september 2020 tussen 8.45 uur en 12.12 uur een spanningsonderbreking heeft plaatsgevonden. Het hof neemt aan dat dit was om de elektriciteit illegaal aan te sluiten. Het hof acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van stroom door middel van verbreking in de tenlastegelegde periode van 12 november 2020 tot en met 22 april 2021.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode 12 november 2020 tot en met 22 april 2021 te Amsterdam een hoeveelheid stroom, die aan Liander N.V. toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
2.
hij op 22 april 2021 te Amsterdam opzettelijk heeft geteeld in een pand aan de [adres02] een hoeveelheid van 180 hennepplanten.
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

Bewijsmiddelen

1.
De verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 10 oktober 2023.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik mij schuldig heb gemaakt aan hetgeen mij is tenlastegelegd.
2.
Een geschrift, te weten een aangifte van Liander N.V. van 11 mei 2021, inclusief bijlagen [doorgenummerde pagina’s 04 tot en met 17].
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Pleegplaats: Amsterdam
Adres: [adres02]
Op 22 april 2021 is door fraudespecialist M-09 van Liander N.V. een onderzoek ingesteld naar de aansluiting, waaronder de meetinrichting die eigendom is van Liander N.V. en die zich bevindt in bovengenoemd perceel.
De fraudespecialist zag dat de zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken en dat aan de onderzijde van de zekeringhouders een illegale elektriciteitsaansluiting was gemaakt. Hij zag dat deze aansluiting buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de hennepplantage en deze voorzag van elektriciteit. Uit ervaring weet hij dat door een illegale aansluiting onder de zekeringhouders te maken, het mogelijk is meer vermogen af te nemen dan dat de contractueel overeengekomen en geïnstalleerde hoofdzekeringen zouden doorlaten. Hij weet dat daardoor schade en hinder werd veroorzaakt aan Liander N.V., omdat de juiste tarievenregeling niet juist kon worden toegepast. Voorts heeft hij vastgesteld dat het gelijktijdige af te nemen vermogen van de getransporteerde elektriciteit niet meer in overeenstemming was met de installatie.
Door de manipulatie werd de afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage niet via de elektriciteitsmeter geregistreerd.
Uit het onderzoek is gebleken dat er een hennepplantage was ingericht in bovengenoemd perceel, in ieder geval in de periode van 12 november 2020 tot 22 april 2021.
Aangetroffen feiten en omstandigheden
Hennepafval op stellage/droogrekjes
Een spanningsonderbreking op 08-09-2020 van 8.45 tot 12.12 uur.
3.
Een proces-verbaal Aantreffen hennepkwekerij van 22 april 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [doorgenummerde pagina’s 18 tot en met 22].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededelingen van de verbalisanten:
Op de [adres02] staat [verdachte01] ingeschreven.
Na het binnentreden zagen wij dat ruimte A werd gebruikt voor de hennepplantage. Wij zagen dat ruimte B werd gebruikt voor attributen om de hennepplantage te voorzien.
In totaal stonden er 180 hennepplanten.
Voor de belichting werd gebruik gemaakt van kunstlicht, geschakeld op tijdklokken. In
totaal hingen er in de kweekruimte 4 lampen.
De hennepplanten werden door middel van een centraal geregeld bevloeiingssysteem of
drupsysteem van een voedingsoplossing voorzien.
Voor het kweken van de hennepplanten werd gebruik gemaakt van een afgescheiden,
afgeschermde en/of verdeelde ruimte.
De kweekruimte was geïsoleerd met betrekking tot daglicht en temperatuur.
De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie.
In de kweekruimte werd gebruik gemaakt van verwarming, thermostaat- of
computergestuurd.
Voor het kweken van de hennepplanten werd gebruik gemaakt van speciaal verrijkte
aarde, potgrond.
In ruimte B stonden 18 verschillende soorten groeimiddelen.
Wij constateerden op grond van onze kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren. Wij constateerden gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten waren.
De elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door een fraude-inspecteur bij de netbeheerder Liander. Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen.
4.
Een proces-verbaal van bevindingen van 22 april 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren, [doorgenummerde pagina’s 23 tot en met 26].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededelingen van de verbalisanten:
We betraden op 22 april 2021 de woning aan de [adres02] en zagen uit een afzonderlijk gemaakte kamer luchtslangen komen. Voor de kamer zagen wij een opticlimator, een ingebouwde koolstoffilter, een 250 liter vat met daarin een dompelpomp en een grote stapel 5 liter flessen plantenvoeding. Wij zagen dat de gehele kamer vol stond met hennepplanten. Wij zagen dat de hennepplanten ongeveer 100 centimeter hoog waren en vol in de toppen stonden. Wij zagen 4 assimilatielampen aan het plafond hangen.
Wij troffen in de kweekruimte de volgende productiedatum aan:
- Houten achterwand van de kwekerij: 21 februari 2020
Wij troffen acht lege vijf liter flessen plantenvoeding aan.
Wij zagen dat de koolstoffilter ernstig vervuild was en na deze oogst aan vervanging toe was.
In de kwekerij bleken 180 hennepplanten te staan.
De hiervoor vermelde bewijsmiddelen zijn – ook in hun onderdelen – telkens gebezigd tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben en, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5° van het Wetboek van Strafvordering betreft, telkens slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 en 2 bewezenverklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de diefstal van stroom door middel van verbreking en het telen van 180 hennepplanten in zijn toenmalige woning. Het gebruik en de teelt van hennep leidt veelal tot negatieve maatschappelijke effecten, overlast voor buurtbewoners en gaat niet zelden gepaard met andere vormen van criminaliteit. Door op illegale wijze stroom af te tappen zonder dat dit werd geregistreerd, heeft het energiebedrijf schade geleden. Tevens kan het illegaal en ondeskundig aftappen van stroom leiden tot brandgevaarlijke situaties voor de omwonenden.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft het hof gelet op de straffen die doorgaans bij hennepkwekerijen plegen te worden opgelegd en die hun weerslag hebben gevonden in de oriëntatiepunten voor de strafoplegging van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS).
Het hof ziet, alles afwegende, geen reden om tot een andere strafoplegging te komen dan de politierechter en acht een taakstraf van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 9, 22c, 22d, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.E. Kwak, mr. M. Senden en mr. H.A. Stalenhoef, in tegenwoordigheid van S. den Hartog, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 februari 2024.
mr. M. Senden is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.