ECLI:NL:GHAMS:2024:2702

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 september 2024
Publicatiedatum
25 september 2024
Zaaknummer
23-001067-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake opzetheling van fatbikes met vordering tot tenuitvoerlegging

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 september 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1999, was eerder vrijgesproken van twee tenlastegelegde feiten, maar heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor de vrijspraken, conform artikel 404 van het Wetboek van Strafvordering. De tenlastelegging omvatte opzetheling van drie fatbikes, waarbij de verdachte in vereniging met anderen handelde. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen is dat hij de fatbikes heeft gestolen, maar heeft wel bewezen verklaard dat hij op 13 januari 2023 en 20 januari 2023 fatbikes voorhanden heeft gehad, wetende dat deze door misdrijf verkregen waren. De verdachte is eerder veroordeeld voor vermogensdelicten en heeft de feiten gepleegd tijdens een proeftijd. Het hof heeft de straf bepaald op drie maanden gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest, en heeft de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf omgezet naar een taakstraf van 140 uren. Tevens is de teruggave van een in beslag genomen iPhone gelast.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001067-23
datum uitspraak: 5 september 2024
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 4 april 2023 in de strafzaak onder de parketnummers 13-020974-23 en 15-178789-20 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,
inschrijfadres: [adres 1],
verblijfadres: [adres 2].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 september 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De verdachte is door de politierechter vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 1 en 2 is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is zodoende mede gericht tegen deze in eerste aanleg gegeven beslissingen tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissingen geen hoger beroep open. Het hof verklaart de verdachte daarom in zoverre niet-ontvankelijk in het ingestelde hoger beroep.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is, voor zover aan het inhoudelijk oordeel van het hof onderworpen, tenlastegelegd dat:

3.primairhij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 09 januari 2023 tot en met 11 januari 2023 te Diemen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een fietsenstalling (gelegen aan de [adres 3]) heeft weggenomen- een (elektrische) fiets/fatbike (merk Doppio) geheel of ten dele toebehorende [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)- een (elektrische) fiets/fatbike (merk Doppio), geheel of ten dele toebehorende [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door een deur (van die fietsenstalling) en/of een of meer slot(en) van die (elektrische) fiets(en)/fatbike(s) te verbreken en/of te forceren, althans door middel van braak op en/verbreking van die fietsenstalling en/of (elektrische) fietss/fatbike(s);

3.subsidiair

hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 09 januari 2023 tot en met 13 januari 2023 te Almere en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (een) (elektrische) fiets(en)/fatbike(s) (merk Doppio), althans een of meer goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

4.

hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 7 januari 2023 tot en met 20 januari 2023 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een fatbike (merk Knaap en/of voorzien van het framenummer [nummer]), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – zal worden vernietigd, omdat het hof tot een enigszins andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.
Vrijspraak van het onder 3 primair tenlastegelegde
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 3 primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan – overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal – moet worden vrijgesproken. Het dossier bevat onvoldoende aanknopingspunten om vast te kunnen stellen dat de verdachte degene is geweest die de fatbikes heeft gestolen.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 subsidiair en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

3.subsidiair

hij op 13 januari 2023 te Amsterdam, fatbikes voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van deze goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;

4.

hij op 20 januari 2023 te Amsterdam, een fatbike (merk Knaap en voorzien van het framenummer [nummer]) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Hetgeen onder 3 subsidiair en 4 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het onder 3 subsidiair en onder 4 bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Het arrest zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit arrest te voegen bijlage waarin de bewijsmiddelen zijn opgenomen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 3 subsidiair en 4 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 3 subsidiair bewezenverklaarde levert op:
opzetheling, meermalen gepleegd.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
opzetheling.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 3 subsidiair en 4 bewezenverklaarde uitsluit.
Oplegging van straf
De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor de in eerste aanleg onder 3 en onder 4 bewezenverklaarde opzetheling van drie fatbikes veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van het voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de politierechter is opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de opzetheling van drie fatbikes. Heling vormt een stimulans voor het plegen van diefstallen. De verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan het in stand houden van de afzetmarkt voor gestolen goederen. Dergelijke feiten brengen naast overlast en ergernis ook financiële schade voor betrokkenen met zich mee.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 26 augustus 2024 is hij eerder meerdere malen ter zake van vermogensdelicten onherroepelijk veroordeeld. Bovendien stelt het hof vast dat de verdachte de onderhavige feiten heeft gepleegd gedurende een proeftijd voor een eerder gepleegde diefstal, waarover hierna meer. Eerder aan de verdachte opgelegde straffen hebben hem er kennelijk niet van weerhouden om wederom strafbare feiten te begaan. Daarom kan niet worden volstaan met een andere dan een vrijheidsbenemende straf.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van drie maanden passend en geboden, die de verdachte in zijn voorarrest al heeft ondergaan.
Beslag
Onder de verdachte is een iPhone in beslag genomen en deze is nog niet teruggegeven. Het hof zal daarvan de teruggave aan de verdachte gelasten.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijke straf die bij vonnis van 23 juli 2020 is opgelegd door de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, te weten een gevangenisstraf van 45 dagen. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het hof de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf dient te gelasten, met dien verstande dat de gevangenisstraf dient te worden omgezet naar een taakstraf van 140 uren, subsidiair 45 dagen hechtenis.
De raadsman heeft primair verzocht de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen gelet op de actuele persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het lopende reclasseringstoezicht. Subsidiair heeft hij zich om dezelfde redenen aangesloten bij het standpunt van de advocaat-generaal.
Gebleken is dat de verdachte zich voor het einde van de bij vonnis van 23 juli 2020 vastgestelde proeftijd opnieuw aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Als uitgangspunt geldt dat het voor de effectiviteit en de geloofwaardigheid van de regeling omtrent voorwaardelijke straffen en de daarbij behorende voorwaarden, essentieel is dat overtreding van deze voorwaarden niet vrijblijvend is en dat daaraan consequenties worden verbonden. In het primair gevoerde betoog van de raadsman ziet het hof geen reden om van dat uitgangspunt af te wijken. Daarom zal de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. Het hof zal wel in plaats van een last tot tenuitvoerlegging van deze vrijheidsstraf een taakstraf van hierna te melden duur gelasten. Daarbij heeft het hof gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte die ter terechtzitting van 5 september 2024 naar voren zijn gebracht. Op die manier wordt aan de verdachte het vertrouwen en de bijzondere kans gegeven de ingezette positieve ontwikkeling in zijn leven te bestendigen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 57, 63 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 3 subsidiair en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 3 subsidiair en 4 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1. STK Apple Iphone (omschrijving: PL 1300-2023010366-6292527).
Beveelt in plaats van de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 23 juli 2020 met parketnummer 15-178789-20, te weten een gevangenisstraf van 45 dagen, een
taakstrafvoor de duur van
140 (honderdveertig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
45 (vijfenveertig) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. B.A.A. Postma, mr. P.F.E. Geerlings en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
5 september 2024.