4.1De rechtbank heeft in de bestreden beschikking, voor zover hier van belang, bepaald dat de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] bij de vader zal zijn. Verder is bepaald dat de zorgregeling als volgt zal zijn:
[minderjarige] verblijft tot en met de zomervakantie 2024:
- op maandag, dinsdag en woensdag bij de moeder;
- op woensdag vanuit de gastouder, op donderdag, vrijdag en zaterdag bij de vader;
- op zondag afwisselend bij de moeder en de vader;
- en de helft van de vakanties en feestdagen, in onderling overleg te verdelen;
en vanaf het nieuwe schooljaar 2024:
- om de week van vrijdag uit school tot woensdag naar school bij de moeder;
- om de week van woensdag uit school tot vrijdag naar school in de daaropvolgende week bij de vader;
- en de helft van de vakanties en feestdagen, in onderling overleg te verdelen.
De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om een kinderalimentatie vast te stellen afgewezen.
De moeder had – na wijziging van haar verzoek – in de procedure bij de rechtbank verzocht:
- de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] bij haar te bepalen;
- een zorgregeling vast te stellen, die inhoudt dat [minderjarige] na de zomervakantie bij de vader verblijft:
- iedere veertien dagen van vrijdag uit school tot zondag 18.00 uur;
- iedere woensdag uit school tot etenstijd 18.00 uur;
- gedurende de helft van de vakanties en feestdagen, in onderling overleg te bepalen, waarbij de moeder het vervoer voor [minderjarige] op de zondagen regelt en de vader op de overige momenten;
- de door de vader aan de moeder te betalen kinderalimentatie definitief vast te stellen aan de hand van de huidige financiële gegevens van partijen en de geldende zorgregeling.
De vader had bij de rechtbank verweer gevoerd en had, voor zover nu van belang, - na wijziging van zijn zelfstandig verzoek - in de procedure bij de rechtbank verzocht:
- te bepalen dat [minderjarige] zijn hoofverblijfplaats bij hem heeft;
- een zorgregeling vast te stellen waarbij [minderjarige] bij de moeder verblijft:
- om de week van vrijdag uit school tot woensdag naar school, waarbij de moeder [minderjarige] haalt en brengt;
- gedurende de helft van de vakanties en feestdagen;
Voor het geval de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] bij de moeder wordt vastgesteld, had de vader verzocht om een zorgregeling vast te stellen waarbij [minderjarige] bij hem verblijft iedere week van donderdagavond (na werk) tot zondagavond 19.00 uur, waarbij de moeder [minderjarige] haalt en brengt.