ECLI:NL:GHAMS:2024:2552
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging kinderalimentatie en draagkrachtberekening in hoger beroep
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de wijziging van de kinderalimentatie die de vader moet betalen voor zijn twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft op 24 januari 2024 hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin de kinderalimentatie was vastgesteld op € 102,- per kind per maand. De moeder verzocht om een verhoging van de alimentatie, omdat zij meende dat de vader meer inkomsten had dan eerder werd aangenomen. Het hof heeft vastgesteld dat de vader in 2023 een netto besteedbaar inkomen had van € 3.408,- per maand, wat aanzienlijk hoger is dan het gezinsinkomen vóór de scheiding. De moeder, die al lange tijd niet in loondienst heeft gewerkt, kreeg een verdiencapaciteit toegewezen op basis van het minimumloon, wat resulteerde in een draagkracht van € 116,- per maand. Het hof oordeelde dat de vader € 277,- per maand voor [minderjarige 1] en € 239,- per maand voor [minderjarige 2] moet betalen, rekening houdend met de zorgkorting en de draagkracht van beide ouders. De beslissing werd op 27 augustus 2024 openbaar uitgesproken.