ECLI:NL:GHAMS:2024:255
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van het vonnis in hoger beroep met mogelijkheid tot uitwerking van bewijsmiddelen bij cassatie
Op 30 januari 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak met parketnummer 23-003471-22, waarin de verdachte in hoger beroep ging tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, uitgesproken op 13 december 2022. De verdachte, geboren in 1999 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, heeft het hoger beroep ingesteld na het vonnis van de eerste aanleg. Tijdens de zitting op 16 januari 2024 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis waarvan beroep vroeg. De raadsman heeft zijn standpunten naar voren gebracht, maar het hof heeft besloten om het vonnis te bevestigen. Het hof heeft daarbij aangegeven dat de niet uitgewerkte bewijsmiddelen alsnog zullen worden uitgewerkt indien er cassatie wordt ingesteld. Dit betekent dat het hof de mogelijkheid biedt om de bewijsmiddelen verder te verduidelijken in het geval van een hoger beroep bij de Hoge Raad. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is openbaar uitgesproken op de zitting van 30 januari 2024, waarbij mr. W.S. Ludwig niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.