ECLI:NL:GHAMS:2024:2536
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Benoeming van mentor en bewindvoering voor kwetsbare betrokkene
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 augustus 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de instelling van bewind en mentorschap voor de betrokkene, geboren in 1997 te Suriname. De kantonrechter had eerder, op 29 november 2023, de goederen van de betrokkene onder bewind gesteld en een mentorschap ingesteld, waarbij [X] B.V. als bewindvoerder en mentor was benoemd. De betrokkene verzocht om opheffing van het bewind en mentorschap, dan wel om haar moeder als mentor te benoemen. Het hof oordeelde dat het bewind en mentorschap noodzakelijk blijven, gezien de kwetsbare positie van de betrokkene en de gegronde redenen die zich verzetten tegen de benoeming van haar moeder tot mentor. Het hof concludeerde dat de betrokkene nog steeds ondersteuning nodig heeft om haar belangen van niet-vermogensrechtelijke aard te waarborgen. De beslissing van de kantonrechter werd bekrachtigd, en het verzoek van de betrokkene om haar moeder tot mentor te benoemen werd afgewezen. De betrokkene had eerder onder bewind gestaan, maar de omstandigheden maakten het noodzakelijk dat deze maatregel in stand bleef.