ECLI:NL:GHAMS:2024:2529
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing; belanghebbendheid van voormalige pleegmoeder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 augustus 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige]. De kinderrechter had eerder op 28 februari 2024 de ondertoezichtstelling verlengd tot 17 maart 2025 en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 17 augustus 2024. De moeder van [minderjarige] was het niet eens met de beslissing van de kinderrechter om [X], de tante van de moeder, als belanghebbende aan te merken in deze procedure. De moeder stelde dat [X] geen pleegmoeder meer was en dat de eerdere uitspraken over het perspectief van [minderjarige] geen gezag van gewijsde hadden. Het hof heeft de zaak in hoger beroep behandeld, waarbij de moeder werd bijgestaan door haar advocaat mr. I. Roos, en [X] werd vertegenwoordigd door mr. A.L. Witteveen. De Raad voor de Kinderbescherming was ook betrokken in de procedure. Het hof oordeelde dat de kinderrechter [X] ten onrechte als belanghebbende had aangemerkt, omdat zij niet meer als pleegmoeder fungeerde en geen directe rechten of verplichtingen had in deze zaak. Het hof vernietigde de bestreden beschikking voor zover [X] als belanghebbende was aangemerkt, maar bekrachtigde de overige delen van de beschikking. De zaak werd terugverwezen naar de kinderrechter voor verdere behandeling.