ECLI:NL:GHAMS:2024:2510

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 augustus 2024
Publicatiedatum
6 september 2024
Zaaknummer
23-001600-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens het ontbreken van grieven en niet verschijnen ter terechtzitting

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 augustus 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die in eerste aanleg door de politierechter in de rechtbank Amsterdam was veroordeeld. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 14 september 2012, maar heeft geen grieven ingediend en is niet verschenen op de zitting. De advocaat-generaal heeft verzocht om de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep te verklaren. Het hof heeft vastgesteld dat er geen schriftelijke grieven zijn ingediend door of namens de verdachte, en dat er ook geen mondelinge bezwaren zijn geuit tegen het vonnis. Bovendien is er geen rechtens te respecteren belang aangetoond dat zou pleiten voor een verder onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, en het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001600-22
datum uitspraak: 22 augustus 2024
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 14 september 2012 in de strafzaak onder parketnummer 13-006659-12 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1977,
adres: [adres].
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot de niet-ontvankelijkheidverklaring van de verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Nu ook daarnaast niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak, wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.P. den Otter, mr. M.L. Leenaers en mr. B.A.A. Postma, in tegenwoordigheid van mr. S.K. van Eck, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 augustus 2024.