Uitspraak
mr. N.A. Aalbers, kantoorhoudende te Utrecht,
[B],
mr. W.M. Sturms,kantoorhoudende te Joure.
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding en feiten
,[F] , [B] en [H] erover gesproken dat [F] een belang van 15% in SMC zal verkrijgen en een belang van 85% in Indura. [F] werd bij de onderhandelingen betrokken om een einde te maken aan de (in rechtszaken resulterende) commerciële geschillen met [C B.V.] . Toen in 2016 de onderhandelingen nog niet tot de overname van [H] belang door [B] hadden geleid, heeft [H] [B] laten weten dat [F] bereid zou zijn [H] 50% belang te kopen voor de prijs die volgens [H] met [B] was afgesproken, namelijk € 300.000.
controlling interest’in Indura zou hebben verkregen. Een screenshot van de website van de [D groep] toont een persbericht van 2 maart 2019 dat onder meer vermeldt “
[E] announced today that it purchased the controlling interest in vulcanizer manufacturer ENDURA of (…) India”.
as a 50% shareholder in SMC” [B] verzocht om een vergadering “
to review 2017 financials”. Daarbij kondigde [F] tevens aan een formeel bod uit te willen brengen op de aandelen van [B] in SMC en in Indura.
given the events in India I am not prepared to make an offer yet because I do not know what you have done to SMC industrial. I am interested in making an offer after you disclose the financials and the condition of the company which is my right a 50% owner”. [B] reageerde een half uur later met de mededeling “
See attached the 2017 financials. I am sharing this with you so you can make an offer (…)”.
The 2017 financials need to be approved by signing the attached document. Failing to do this and failing to file this at the chamber of commerce on time is an economical offense. Deadline is end of the months. You can also sign and scan and email back.
We need to discuss and decide on the future of SMC after I leave as director. We will end up in a stall mate due to the share structure therefore I suggest we dissolve SMC.”
het drijven van een onderneming die zich richt op de verkoop van producten en diensten ten behoeve van de transportbanden-industrie”.
. As you know I will leave SMC in 2 weeks so it is very important to meet before that time. When will you be available to meet in Holland?”
- het volledige personeelsbestand, bestaande uit [B] , diens echtgenote en [I] ;
- de huurovereenkomst van het bedrijfspand (met ingang van 9 juli 2019),
- twee demonstratie-vulkaniseerpersen (tegen de boekwaarde van € 10.500);
- de kosten van telefoonabonnementen.
fishing expedition’. [F] schreef in een reactie “
I am legally entitled to all the same information that you are.”
De oproeping tot een algemene vergadering van aandeelhouders geschiedt door middel van oproepingsbrieven, gericht aan de adressen van de aandeelhouders en certificaathouders zoals deze zijn vermeld in het aandeelhoudersregister, tenminste vijftien dagen, de dag van oproeping en die van vergadering niet meegerekend, voor de dag waarop de algemene vergadering wordt gehouden.”
3.Het onderzoeksverslag
de factodoor [B] in het duister gelaten over SMC. Dat de concurrentiegevoelige aard van de gevraagde informatie zich tegen verstrekking verzette acht de onderzoeker niet zonder meer valide, omdat het merendeel van de verzochte informatie op het verdere verleden ziet.
4.De gronden van de beslissing
een dood bedrijf. Personeel is vertrokken, geen bestuur, geen zaken meer.” Sedertdien zijn er klanten van SMC door STARK bediend, met gebruikmaking van onder meer personeel, activa en een huurovereenkomst van SMC die [B] had doen overdragen. Meerlust dan wel [B] diende al deze informatie over SMC, die geen verband hield met de schadestaatprocedures en die voor [F] als middellijk medeaandeelhouder vanzelfsprekend van wezenlijk belang was, zonder meer aan [A B.V.] te verstrekken. Dat hebben zij nagelaten.
corporate opportunitiesheeft onthouden geen beantwoording. Het gaat bij het antwoord op die vraag immers om gelijksoortige activiteiten als die van SMC. De onderzoeker heeft aan de productie van de vulkaniseermachines terecht geen aandacht besteed.
corporate opportunitiesheeft ontnomen gaat het niet alleen om het handelen van Meerlust als bestuurder van SMC (tot 31 mei 2019), maar ook om [B] handelen nadien, als onbevoegd vertegenwoordiger van SMC.
stale matedreigde. Op 26 april 2019 heeft [B] STARK opgericht. [B] heeft daarover nog toegelicht dat hij met zijn werkzaamheden binnen STARK welbewust, op advies van zijn advocaat, heeft gewacht tot na zijn ontslag als bestuurder. Deze gang van zaken geeft ervan blijk dat [B] vanwege de participatie van [F] geen heil meer zag in het voortzetten van SMC, op beëindiging van de activiteiten van SMC heeft aangestuurd en zich is gaan voorbereiden op het uitvoeren van gelijksoortige activiteiten door middel van zijn eigen vennootschap STARK. Het belang van SMC was daaraan, ook toen Meerlust nog bestuurder was, ondergeschikt. De Ondernemingskamer constateert met de onderzoeker dat met het afscheid van Meerlust als bestuurder, de activiteiten van SMC feitelijk zijn geëindigd.
corporate opportunitiesaan SMC hebben ontnomen, volgt uit het onderzoeksverslag dat STARK een aanmerkelijk deel van haar omzet (59% in 2019 en 2020) behaalde uit voormalige klanten van SMC.
zonder rechtvaardigingdoor STARK van SMC overgenomen; het merendeel van haar omzet bij ex-SMC klanten betreft klanten die vanwege de participatie door [F] niet meer van SMC wensten af te nemen. [A B.V.] meent op haar beurt dat het de oprichting van STARK was die het voor klanten mogelijk maakte om SMC te verlaten, hetgeen Meerlust c.s. valt aan te rekenen.
corporate opportunitieshebben ontnomen. De precieze omvang van deze groep klanten (weergegeven in een overigens niet in alle opzichten inzichtelijke tabel, die kennelijk door [B] is aangeleverd en die de onderzoeker in het onderzoeksverslag heeft overgenomen) en daarmee de impact van de
corporate opportunitiesdie [B] SMC met STARK heeft ontnomen, lijkt intussen gering te zijn geweest; het gaat om 4% van de omzet van STARK in 2019 en 2020, corresponderend met een bedrag van € 15.947 respectievelijk € 27.852.
corporate opportunitieste onthouden. Deze ernstige verzuimen, in onderlinge samenhang beschouwd, rechtvaardigen de kwalificatie wanbeleid.
5.Voorzieningen
6.Kostenverhaal
corporate opportunitiesaan SMC moet Meerlust en [B] eveneens persoonlijk worden verweten. Zij hebben, zoals hiervoor al werd geoordeeld, zeer laakbaar in strijd gehandeld met de belangen van SMC. De Ondernemingskamer zal Meerlust en [B] daarom hoofdelijk veroordelen in de kosten van het onderzoek, zijnde een bedrag van € 84.064,99 exclusief btw. Het feit dat [B] na 31 mei 2019 geen bestuurder meer was en daardoor geen formele verantwoordelijkheid voor het bestuur meer droeg vormt voor die veroordeling geen belemmering, omdat hij wel in de sfeer van de vennootschap is opgetreden en juist hij voor het wanbeleid verantwoordelijk moet worden gehouden (vgl. ECLI:NL:HR:2018:597, Leaderland).