Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
EA VERZ 21-566), waarin Mediahuis geïntimeerde is. De achttien zaken die hebben geleid tot de beschikkingen van 17 oktober 2022 zijn in eerste aanleg ook gezamenlijk behandeld en daarin zijn de verzoekers (hierna: de depothouders) in overwegende mate in het gelijk gesteld. In de zaak die heeft geresulteerd in de beschikking van 24 januari 2022, die op onderdelen vergelijkbaar is met deze achttien zaken, is de verzoekster (ook een depothouder) in het ongelijk gesteld.
-
primair: de verzoeken van [depothouder] alsnog integraal af te wijzen;
subsidiair: voor zover het hof oordeelt dat de rechtsverhouding tussen partijen gekwalificeerd moet worden als een arbeidsovereenkomst, de verzochte gefixeerde schadevergoeding, transitievergoeding en billijke vergoeding alsmede de verzochte wettelijke rente alsnog af te wijzen omdat dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is;
meer subsidiair, voor zover het hof van oordeel is dat sprake is van een arbeidsovereenkomst en het subsidiaire verzoek niet wordt toegewezen:
a) de gefixeerde schadevergoeding af te wijzen (uitgaande van de startdatum bij Mediahuis), dan wel de vastgestelde gefixeerde schadevergoeding van € 1.325,12 bruto, zoals toegewezen in eerste aanleg, in stand te laten (uitgaande van de startdatum bij DPG Media);
-
zowel primair, subsidiair als meer subsidiair: [depothouder] te veroordelen tot terugbetaling van de reeds betaalde c.q. te veel betaalde vergoedingen, waaronder de gefixeerde schadevergoeding, de transitievergoeding en de billijke vergoeding, te vermeerderen met de betaalde wettelijke rente, alsmede met de proceskosten en nakosten in eerste aanleg, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van de beschikking in hoger beroep, alsmede [depothouder] te veroordelen in de proceskosten en nakosten in hoger beroep en in eerste aanleg.
3.Feiten
(en de depothouders) worden vanuit Mediahuis gemonitord door een rayonmanager. De rayonmanager is het aanspreekpunt voor de depothouders en geeft aanwijzingen van Mediahuis aan hen door.
“Het werk blijft voor u bestaan maar dit betekent wel dat uw opdrachtgever voor de middagbezorging van maandag tot en met vrijdag vanaf genoemde datum TMG Distributie(Mediahuis - hof)
zal zijn.”
“Op 20 april gaat de middagbezorging van start via Mediahuis. Daarmee volgt ook dat u voortaan volgens het beloningsmodel van Mediahuis wordt uitbetaald. De hoogte van de totale vergoeding per dag blijft gelijk van maandag t/m vrijdag, de opbouw is iets anders dan u nu gewend bent bij DPG. Het uitgangspunt is dat niemand erop achteruit gaat. Uiteraard kunnen er verschillen ontstaan door fluctuaties in aantallen kranten.”
“Wie zijn wijMediahuis Distributie B.V. is de distributieorganisatie van Mediahuis Nederland B.V. (…). Mediahuis Nederland is onderdeel van de Mediahuis Groep (…)Florijn BeheerDe afdeling waar u - naast uw rayonmanager - het meest mee te maken gaat krijgen binnen Mediahuis Distributie, is Florijn Beheer. Deze afdeling bestaat uit Support, Financieel en Marketing.Florijn Beheer Support
Overeenkomst van opdracht ex. artikel 7:400 BW’. Het voorgedrukte vakje
‘ja’achter de vraag: ‘
Wilt u uw bezorgadministratie wat betreft uw freelancers, uitbesteden aan Florijn Beheer?’is aangevinkt.
Het tijdig en juist doen bezorgen van Producten, al dan niet door middel van Hulppersonen.
Het behandelen en het correct afhandelen van bezorgklachten, alsmede het nemen van alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen ter voorkoming van bezorgklachten en te komen tot een acceptabel klachtenpromillage per gebied, waarvoor Mediahuis Distributie richtlijnen zal geven.
Het verzorgen van de bij het depot behorende administratie conform de richtlijnen en het beschikbaar gestelde materiaal van Mediahuis Distributie.
Het aangaan van overeenkomsten met Hulppersonen en zorgdragen voor een adequate beloning conform door Mediahuis Distributie gegeven richtlijnen.
Het zorgdragen voor een goede gang van zaken op het depot in de ruimste zin van het woord.
4.Eerste aanleg
€ 2.650,24 bruto toegekend, waarbij zij rekening heeft gehouden met het verplaatsen van de werkzaamheden van de middag naar de ochtend zodat over de ochtend de inkomsten (deels) zijn gestegen ten opzichte van de oude situatie, met het feit dat [depothouder] aangeboden alternatieve werkzaamheden niet zou hebben aanvaard, met een door [depothouder] ontvangen WW-uitkering én met de omstandigheid dat het werk is komen te vervallen zodat de arbeidsovereenkomst naar verwachting niet lang meer zou hebben geduurd. Verder zijn de buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, is de rente per verschillende data toegewezen, is Mediahuis in de proceskosten inclusief nakosten veroordeeld en zijn de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
5.Beoordeling
kan’), maar het hof leidt uit de onder 3.9 genoemde e-mail van 25 maart 2020 aan de depothouders af dat Florijn niet als een keuze maar als een feit aan hen is gepresenteerd (‘
De afdeling waar u - naast uw rayonmanager - het meest mee te maken gaat krijgen binnen Mediahuis Distributie, is Florijn Beheer.’, waarna een opsomming volgt van wat welk onderdeel van Florijn voor hen gaat doen). Vaststaat verder dat Mediahuis in het geval van deze achttien depothouders de door haar voor de door Florijn verrichte werkzaamheden in rekening gebrachte vergoeding - een bedrag tussen € 6.05 en € 30,25, nog daargelaten de vraag of dit een volledige vergoeding voor de door Mediahuis met Florijn gemaakte kosten is - compenseerde, zodat deze post niet voor rekening van de depothouders kwam maar voor rekening van Mediahuis bleef. Onder deze omstandigheden was het, mede vanwege het feit dat geen van de depothouders verstand had van administratieve, personeels- en juridische zaken, geen reële optie om niet met Florijn in zee te gaan en de administratie zelf te doen of - tegen betaling uit de eigen beloning - door een derde te laten verrichten. Gelet op de grote aantallen bezorgers, de samengestelde beloningsstructuur van die bezorgers en de feitelijke betaling (op een depothouder na) van de bezorgers door Mediahuis, lag verder de keuze voor een ander door de depothouders zelf te bekostigen administratiekantoor dan Florijn zozeer niet voor de hand dat dit niet als een in de economische realiteit van de depothouders serieus bestaande mogelijkheid beschouwd kan worden. De conclusie is dan ook dat in werkelijkheid de inschakeling van Florijn geen optie maar een voldongen feit was.
‘Salam [naam 1] , 2 vraagjes. 1. Ik heb mogelijk vanaf morgen een bezorger. Welke cluster(s) kan hij doen? (…)’Volgens Mediahuis selecteerden de depothouders de bezorgers uiteindelijk zelf, maar dit neemt niet weg dat Mediahuis een belangrijke rol speelde in eerst de werving en nadien de selectie. Die grote rol van Mediahuis blijkt ook uit het feit dat een bezorger - zo is tijdens de mondelinge behandeling door Mediahuis erkend - voor het aandragen van een nieuwe bezorger uit het eigen netwerk een startbonus van tot wel € 1.000,00 ontving van Mediahuis. De ‘inspecteur’ van Mediahuis (inmiddels rayonmanager geheten) controleerde de aanmelding van een bezorger en indien akkoord stuurde hij de aanvraag door naar Florijn. Florijn hield bij wanneer de bonus betaald moest worden en betaalde deze ook. Deze meerkosten nam Mediahuis voor eigen rekening en kwamen dus niet voor rekening van de depothouders, ook al waren zij ‘op papier’ jegens Mediahuis verantwoordelijk voor de bezorging.
Graag de overeenkomsten ondertekenen en dinsdag meenemen of zsm mailen. We hebben ze echt zsm nodig.’ Een ander voorbeeld is de e-mail van 5 september 2019 van een rayonmanager aan een derde/omwonende over door deze ervaren overlast vanuit een depot, hij schrijft: ‘
In eerste instantie mijn/ ons excuus voor de overlast. Dit zijn wij niet gewoon en dat wil ik zeker zo houden. (…) Het genoemde nummer is van [naam 2] , welke elke nacht aanwezig is op de locatie. (…) Je kan ook mij bellen bij incidenten. Hoewel ik niet op de locatie aanwezig ben is, ben ik wel verantwoordelijk.’ Ook zijn tijdens de zitting twee voorbeelden aan de orde geweest van overleg tussen een rayonmanager en een depothouder over het ontslag van een bezorger. In een geval werd door de rayonmanager gesuggereerd iemand te ontslaan (‘
Je gaat de bezorger toch wel ontslaan?’) en in het andere geval vond er vergaand overleg tussen de rayonmanager en de depothouder plaats en heeft de rayonmanager per WhatsApp een door deze te gebruiken ontslagbrief aan de depothouder toegezonden. Ook is tijdens de zitting verklaard dat een rayonmanager ingeval van een hoog klachtenpromillage van een bepaalde bezorger besloot dat deze een wijk minder moest lopen, in de hoop dat er daarna minder klachten over deze bezorger binnen zouden komen. In de praktijk pakte de ondersteuning door en het overleg met de rayonmanager dus uit als aansturing van de depothouder.
Hierbij ontvangt u een overzicht van de personen die op uw depot(s) in aanmerking komen voor een snoepzakje. Deze worden in de loop van week 24 op de in het overzicht aangegeven depots aangeleverd. Op basis van deze lijst kunt u de snoepzakjes verdelen. Hou deze lijst goed in de gaten zodat geen tekorten ontstaan.’ Het dossier bevat een soortgelijke mail van 30 november 2020 over het uitdelen van chocobonbons en mondkapjes aan de bezorgers. Daarnaast bevinden zich in het dossier e-mails over door Mediahuis aan de depothouders ter beschikking gestelde kerstpakketten, voor de depots geregelde uitjes en over de door Mediahuis ter beschikking gestelde regenpakken. Uit dit alles blijkt dat Mediahuis zich met meer dan alleen het eindresultaat bemoeide. Mediahuis heeft nog aangevoerd dat het vooral zou gaan om voorbeelden uit de DPG Media-tijd, maar zoals uit de aangehaalde voorbeelden blijkt is dat niet juist. Bovendien heeft Mediahuis tijdens de zitting erkend dat er ook vrij recent een uitje door haar is georganiseerd en aangeboden. Tot slot heeft hierbij ook nog te gelden dat de geschetste feitelijke gang van zaken, voor zover juridisch relevant, ook meegewogen mag worden voor zover deze ten tijde van de rechtsvoorgangster van Mediahuis zou hebben plaatsgevonden (hetgeen dus zeker niet ten aanzien van alle voorbeelden het geval is).
- maar niet [depothouder] - stuurden daarvoor facturen en waren btw-plichtig. Mediahuis betaalde de depothouders geen vakantiegeld of pensioenaanspraken. De omstandigheid dat Mediahuis de bezorgers rechtstreeks uitbetaalde (op een uitzondering na) duidt ook minder op een opdracht (waarbij de opdrachtnemer zelf zijn ’personeel’ betaalt) dan op een arbeidsovereenkomst.