ECLI:NL:GHAMS:2024:2390

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 september 2024
Publicatiedatum
3 september 2024
Zaaknummer
200.336.288/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incidentiële vordering tot niet-ontvankelijkverklaring in hoger beroep met betrekking tot hypotheekrecht en vernietiging hypotheekverlening

In deze zaak heeft Ruhi Ventures B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin Swishfund Nederland B.V. als eiseres was opgetreden. De rechtbank had onder andere bepaald dat de inschrijving van een hypotheekrecht waardeloos was en had de hypotheekverlening door een derde vernietigd. Swishfund heeft in het incident gevorderd Ruhi Ventures niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, omdat zij niet binnen de vereiste termijn van acht dagen had ingeschreven in het rechtsmiddelenregister. Ruhi Ventures heeft betwist dat zij niet-ontvankelijk verklaard kan worden, maar het hof oordeelde dat er een onlosmakelijk verband bestaat tussen de vernietiging van de hypotheekverlening en de waardeloosverklaring van het hypotheekrecht. Het hof verklaarde Ruhi Ventures niet-ontvankelijk in haar hoger beroep voor zover dit betrekking had op de vernietiging van de hypotheekverlening en de waardeloosverklaring van het hypotheekrecht. De zaak werd verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van Swishfund, waarbij de beslissing over de kosten van het incident werd aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.336.288/01
zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/728935 / HA ZA 23-100
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 3 september 2024
inzake
RUHI VENTURES B.V.,
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
appellante,
verweerster in het incident,
advocaat: mr. J.E. van Kuijk te Amsterdam,
tegen
SWISHFUND NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Naarden, gemeente Gooise Meren,
geïntimeerde,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. H.A. Bravenboer te Rotterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Ruhi Ventures en Swishfund genoemd.
Ruhi Ventures is bij dagvaarding van 15 december 2023 in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 27 september 2023, onder bovenstaand zaak- en rolnummer gewezen tussen - voor zover in dit incident van belang - Swishfund als eiseres en Ruhi Ventures als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
  • memorie van grieven, met producties;
  • incidentele memorie tot niet-ontvankelijkverklaring met producties;
  • memorie van antwoord in het incident.
In het incident heeft Swishfund gevorderd Ruhi Ventures niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep en Ruhi Ventures te veroordelen in de kosten van het hoger beroep. Swishfund heeft gevorderd de zaak te verwijzen naar een door het hof te bepalen roldatum voor memorie van antwoord aan de zijde van Swishfund in het geval het hof Ruhi Ventures wel ontvankelijk acht in haar hoger beroep.
Ruhi Ventures heeft primair geconcludeerd tot afwijzing van de incidentele vordering en subsidiair gesteld dat een oordeel over de niet-ontvankelijkheid slechts kan zien op onderdeel 5.6 van het dictum van het bestreden vonnis. Ruhi Ventures heeft geconcludeerd tot veroordeling van Swishfund in de kosten van het incident.
Vervolgens is arrest gevraagd in het incident.

2.Beoordeling

In het incident
2.1.
Kort gezegd en voor zover in het incident van belang heeft de rechtbank bij het bestreden vonnis op vordering van Swishfund (onder 5.4) hoofdelijk anderen dan Ruhi Ventures, waaronder [naam] (hierna: [naam] ), veroordeeld om aan Swishfund te betalen een bedrag van € 438.482,85, (onder 5.5) de hypotheekverlening door [naam] ten gunste van Ruhi Ventures, ingeschreven in Hyp 84731/27, vernietigd, (onder 5.6) bepaald dat de inschrijving van het hypotheekrecht waardeloos is, (onder 5.7) anderen dan Ruhi Ventures, waaronder [naam] , hoofdelijk veroordeeld in de beslagkosten van € 19.188,27 en (onder 5.8) onder andere Ruhi Ventures en [naam] hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten van € 11.503,96. Ruhi Ventures is van dit vonnis in hoger beroep gekomen en heeft vernietiging daarvan gevorderd.
2.2.
Swishfund heeft aangevoerd dat Ruhi Ventures het hoger beroep niet binnen acht dagen na het instellen van dit rechtsmiddel heeft doen inschrijven in het register onder berusting van de griffier van het gerecht dat het vonnis heeft uitgesproken, als bedoeld in artikel 433 Rv (hierna: het rechtsmiddelenregister), ten bewijze waarvan zij de producties 14 en 15 heeft overgelegd. Swishfund verbindt daaraan de conclusie dat Ruhi Ventures in haar hoger beroep van het bestreden vonnis niet-ontvankelijk is overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:29 lid 3 BW.
2.3.
Ruhi Ventures heeft aangevoerd dat het beroep op artikel 3:29 lid 3 BW faalt.
Mocht het hof tot het oordeel komen dat een beroep op artikel 3:29 lid 3 BW wel op gaat, dan geldt dat Ruhi Ventures alleen niet-ontvankelijk kan worden verklaard in haar hoger beroep voor zover dit is gericht tegen de bepaling dat het hypotheekrecht waardeloos is.
2.4.
De bepaling in het dictum van het vonnis dat de inschrijving van het hypotheekrecht waardeloos is, is, anders dan Ruhi Ventures betoogt, gelet op de tekst daarvan, een verklaring als bedoeld in artikel 3:29 lid 1 BW. Dat Swishfund niet (eerst) aan Ruhi Ventures heeft verzocht om een verklaring als bedoeld in art. 3:28 BW doet daaraan niet af. Op grond van artikel 3:29 lid 3 BW moeten verzet, hoger beroep en cassatie tegen een uitspraak als bedoeld in artikel 3:29 lid 1 op straffe van niet-ontvankelijkheid binnen acht dagen na het instellen van het rechtsmiddel worden ingeschreven in het rechtsmiddelenregister. Dat geldt ook als het gaat om een situatie als de onderhavige waarin de waardeloosverklaring stoelt op een vernietiging wegens pauliana die subjectief relatieve werking heeft.
2.5.
Swishfund heeft een e-mailbericht van 19 augustus 2024 van de griffier van de rechtbank Amsterdam overgelegd waaruit volgt dat er geen aantekening van het onderhavige hoger beroep is aangetroffen in het rechtsmiddelenregister. Ruhi Ventures heeft dit niet betwist.
2.6.
Dit leidt ertoe dat Ruhi Ventures niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep tegen de beslissing onder 5.6 in het bestreden vonnis dat de inschrijving van het hypotheekrecht waardeloos is. Er bestaat een onlosmakelijk verband tussen deze beslissing en de onder 5.5 in het bestreden vonnis vervatte vernietiging van de hypotheekverlening door [naam] ten gunste van Ruhi Ventures. Dat die vernietiging ook overigens gevolgen heeft, doet aan dat onlosmakelijke verband niet af. Het hof zal Ruhi Ventures daarom niet-ontvankelijk verklaren in haar hoger beroep van het bestreden vonnis voor zover dit betrekking heeft op de in het dictum onder 5.5 en 5.6 bedoelde beslissingen. Dit neemt niet weg dat Ruhi Ventures wel ontvangen kan worden in haar appel voor zover dat ziet op de proceskostenveroordeling.
2.7.
Een oordeel over de kosten van het incident zal worden aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak.
In de hoofdzaak
2.8.
De hoofdzaak zal naar de rol worden verwezen voor memorie van antwoord aan de zijde van Swishfund.

3.Beslissing

Het hof:
in het incident:
verklaart Ruhi Ventures niet-ontvankelijk in haar hoger beroep van het tussen partijen door de rechtbank Amsterdam gewezen vonnis van 27 september 2023 voor zover dat is gericht tegen de onder 5.5 en 5.6 opgenomen vernietiging van de hypotheek-verlening door [naam] ten gunste van Ruhi Ventures en de bepaling dat de inschrijving van het hypotheekrecht waardeloos is;
wijst het meer of anders gevorderde af;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van 15 oktober 2024 voor memorie van antwoord aan de zijde van Swishfund;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. L. Alwin, J.W.M. Tromp en P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 3 september 2024.