ECLI:NL:GHAMS:2024:2365

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 augustus 2024
Publicatiedatum
3 september 2024
Zaaknummer
000127-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om schadevergoeding rechtsbijstand in strafzaak

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam, die op 25 januari 2024 een verzoek om schadevergoeding voor rechtsbijstand in een strafzaak heeft afgewezen. De appellante, geboren in 1971, heeft op 2 februari 2024 hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal heeft op 7 mei 2024 advies uitgebracht. Tijdens de openbare behandeling op 16 juli 2024 was de appellante niet aanwezig. Het verzoek omvatte kosten voor rechtsbijstand in verband met de strafzaak en de verzoekschriftprocedure, in totaal € 2.109,00. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, onder andere omdat de strafvervolging het gevolg was van het eigen gedrag van de verzoekster, die zich schuldig had gemaakt aan het beschilderen van de woning van de aangeefster met het woord 'pedo'. Het hof heeft de overwegingen van de rechtbank gevolgd en het hoger beroep afgewezen, met uitzondering van een deel van het verzoek dat werd toegewezen. Het hof kent een vergoeding van € 340,00 toe voor de kosten van rechtsbijstand in de verzoekschriftprocedure in hoger beroep. De beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam op 27 augustus 2024.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer(s): 000127-24 (530 Sv)
parketnummer in eerste aanleg: 13-121180-23
Beschikking op het hoger beroep tegen de beschikking van de raadkamer van de rechtbank Amsterdam van 25 januari 2024 op het verzoekschrift op de voet van de artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[appellante],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1971,
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. R.J. Pardijs,
[adres].

1.Procesverloop

Het hoger beroep is op 2 februari 2024 ingesteld door verzoeker (hierna appellante).
Op 7 mei 2024 heeft de advocaat-generaal het advies van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 16 juli 2024 de advocaat-generaal en de advocaat van appellant ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Appellante is niet in raadkamer verschenen.

2.Inhoud van het verzoek

Het verzoek - aangevuld in raadkamer in hoger beroep als vermeld onder c - strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ter zake van:
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak met voormeld parketnummer ten bedrage van € 1.089,00;
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure in eerste aanleg ten bedrage van € 680,00;
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure in hoger beroep ten bedrage van € 340,00.

3.Beoordeling

Het hoger beroep is tijdig ingesteld.
De rechtbank heeft het verzoek afgewezen.
Ingevolge het bepaalde in artikel 534, eerste lid, Sv heeft de toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Ad a.
De rechtbank heeft het verzoek onder a afgewezen en heeft daartoe als volgt gemotiveerd.
“De toekenning van een schadevergoeding heeft steeds plaats, indien en voor zover daartoe,
naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen. gronden van
billijkheid aanwezig zijn.
Met een spuitbus met witte verf heeft de verzoekster meermalen het woord ‘pedo’ op de
woning van aangeefster geschreven. Aangeefster en haar partner hebben de verzoekster dit
zien doen en de verzoekster heeft bij haar verhoor door de politie ook bekend dat zij dit heeft
gedaan.
Het is niet aan de rekestenrechter om zich bij een sepot uit te laten over schuld of onschuld.
Het is echter wel mogelijk om de context van het gebeuren mee te laten wegen in het oordeel
of het toekennen van een vergoeding billijk is.
Naar het oordeel van de rechtbank is de strafvervolging het gevolg van het eigen gedrag van
de verzoekster. Het is dan ook niet billijk om haar advocaatkosten, ook al hebben die voor
een deel te maken met de in gang gezette mediation. voor rekening van de Staat te laten
komen.
De rechtbank zal het verzoek daarom dan ook afwijzen.”
Het hof volgt de overweging van de rechtbank en zal het hoger beroep in zoverre afwijzen.
Ad b.
De rechtbank heeft het verzoek ongemotiveerd afgewezen.
In raadkamer in hoger beroep is komen vast te staan dat de rechtsbijstand ten aanzien van de onderhavige verzoekschriftprocedure in eerste aanleg is verleend op basis van een toevoeging. Het hof zal het hoger beroep ook in zoverre afwijzen.
Ad c.
In hoger beroep is het verzoek aangevuld met het verzochte onder c.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding voor kosten van rechtsbijstand in de onderhavige verzoekschriftprocedure ten bedrage van € 340,00.

4.Beslissing

Het hof:
Wijst het hoger beroep af.
Wijst het verzoek onder c toe.
Kent op de voet van artikel 530 Sv aan appellante een vergoeding toe van € 340,00 (driehonderdveertig euro).
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan appellante.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. A.W.T. Klappe, R.D. van Heffen en A.M.P. Geelhoed, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Groenenberg als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 27 augustus 2024.
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking door overmaking van € 340,00 (driehonderdveertig euro) op bankrekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. Stichting Beheer Derdengelden Scholte en Pardijs o.v.v. [ovv].
Amsterdam, 27 augustus 2024,
mr. A.W.T. Klappe, voorzitter.