ECLI:NL:GHAMS:2024:2356
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- B.E. Dijkers
- A.M. Koolen - Zwijnenburg
- I.A. Groenendijk
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de betekening van de oproeping in hoger beroep wegens gebrek aan kennisgeving aan de verdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 augustus 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 26 januari 2023, maar is niet verschenen op de zitting. De zaak betreft de geldigheid van de betekening van de oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep.
De oproeping was op 12 juli 2024 uitgereikt aan een medewerker van het openbaar ministerie, omdat er geen woon- of verblijfplaats van de verdachte bekend was. Echter, de verdachte had tijdens een politieverhoor op 14 januari 2023 wel degelijk een adres opgegeven. Het hof heeft vastgesteld dat er geen poging is gedaan om de oproeping op de juiste wijze te betekenen aan de verdachte op het opgegeven adres, noch is er een vertaling in de taal Hindi verstrekt.
Aangezien de betekening niet op de wettelijk voorgeschreven wijze heeft plaatsgevonden en de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen, heeft het hof besloten de betekening van de oproeping in hoger beroep nietig te verklaren. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam en is openbaar uitgesproken op de zitting van 15 augustus 2024.