Uitspraak
[moeder] ,
mr. J.W. van der Staayen
mr. M.H.C. Sinninghe Damsté, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
[zoon 1],
[zoon 2],
mr. A. Croiset van Uchelenen
mr. J.W. Snel,beiden kantoorhoudend te Amsterdam,
8 [C] ,
mr. F.G.K. Overkleeft, kantoorhoudend te Amsterdam,
9 [D] ,
mr. A. Croiset van Uchelenen
mr. J.W. Snel,beiden kantoorhoudend te Amsterdam,
[moeder],
mr. J.W. van der Staayen
mr. M.H.C. Sinninghe Damsté, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
13 [zoon 1] ,
[zoon 2],
mr. A. Croiset van Uchelenen
mr. J.W. Snel,beiden kantoorhoudend te Amsterdam,
19 [C] ,
mr. F.G.K. Overkleeft, kantoorhoudend te Amsterdam,
20 [D] ,
- [A] B.V. als [A] ;
- [moeder] als [moeder] ;
- [A] en [moeder] gezamenlijk als [A] c.s.;
- Nardinc Beheer B.V. als Nardinc Beheer;
- JBi B.V. als JBi;
- Nardinc Vastgoed B.V. als Nardinc Vastgoed;
- Nardinc Beheer, JBi en Nardinc Vastgoed gezamenlijk als de Vennootschappen;
- Stichting Administratiekantoor Nardinc als STAK Nardinc;
- ERMA B.V. als ERMA;
- [B] B.V. als [B] ;
- Kangaroo Beheer B.V. als Kangaroo;
- [zoon 1] als [zoon 1] of [zoon 1] ;
- [zoon 2] als [zoon 2] of [zoon 2] ;
- de belanghebbenden sub 1 tot en met 7 in de eerstgenoemde zaak (inzake Nardinc Beheer en JBi) als ERMA c.s.
- [D] als [D] .
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding en feiten
private equityis belegd. In Nardinc Vastgoed is een vermogen van ongeveer € 250 miljoen ondergebracht, dat hoofdzakelijk in vastgoed is belegd. De Vennootschappen hebben slechts enkele werknemers in dienst. Zij hebben het beheer van hun vermogen geheel uitbesteed aan Dasym Managed Accounts B.V. (hierna: Dasym) en Dalpha Real Estate B.V. (hierna: Dalpha) tegen een jaarlijkse vergoeding van 1% van het (netto) beheerde vermogen. Dasym en Dalpha zijn vennootschappen van [E] (hierna: [E] ), die ook betrokken is geweest bij het opzetten en inrichten van de Nardinc-groep in zijn huidige vorm.
MyHeritagetest) die op gezamenlijk verzoek van partijen door een onafhankelijk deskundige is verricht en de deskundige in april 2024 heeft gebracht tot de conclusie dat “ [G] niet de biologische vader van [zoon 1] kan zijn”. [zoon 1] heeft de deskundige vervolgens thuis opgezocht en haar gevraagd hoeveel zij betaald had gekregen. De deskundige heeft zich daarbij door [zoon 1] bedreigd gevoeld. [zoon 1] heeft zijn medewerking aan een tweede door de deskundige geschikt geachte test (de
Ancestrytest) opgeschort.
private-equity-portefeuille elders onder te brengen. [C] heeft daarop geantwoord, kort gezegd, dat de geagendeerde onderwerpen altijd op het niveau van STAK Nardinc zijn besproken, dat het voorstel een poging is om het functioneren van de bestaande structuur te omzeilen en dat besluitvorming op de ondergelegen niveaus kan plaatsvinden zoals voorgesteld in de brief van de advocaat van de C-bestuurders van 8 februari 2024.
te volgen, maar je eigen hebberigheid voorrang geeft. (ik begrijp uit de laatste notulen van de stak vergadering dat je bedelt om een waanzinnig salaris voor, let wel, waardeloos werk.)
3.De gronden van de beslissing
governance-regels binnen de groep worden niet gevolgd, doordat (a) A- en C-bestuurders van STAK Nardinc handelen als feitelijk bestuurders van de Vennootschappen, (b) [C] weigert vergaderingen te houden bij de Vennootschappen, (c) [C] op de bestuursvergadering van STAK Nardinc van 11 juni 2024 in strijd met de regels inzake tegenstrijdig belang de verhoging van zijn eigen beloning heeft doorgedrukt, (d) [C] ten onrechte aan [D] de toegang weigert tot bestuursvergaderingen bij STAK Nardinc en Nardinc Beheer, (e) de Vennootschappen transacties aangaan – tot het doen van investeringen of een agiostorting – zonder dat de vereiste besluitvorming heeft plaatsgevonden.
Funda)). In zoverre zal hierna toch worden ingegaan op hetgeen zich bij STAK Nardinc heeft afgespeeld.
private equity-portefeuille, met een gezamenlijke waarde van (aanvankelijk) circa € 650 miljoen, zeker nu het beheer voor een periode van vijf jaar aan Dasym is gegund. Dat Dasym voor deze fee allerlei extra diensten verleent, zoals het opleiden van [zoon 2] en [zoon 1] in het vermogensbeheer en het ontzorgen van de familie, maakt dit niet wezenlijk anders. De overeenkomsten met Dasym waarin deze afspraken zijn vastgelegd zijn echter gesloten met instemming van alle economisch belanghebbenden bij de Nardinc-groep, inclusief [zoon 2] en [zoon 1] . [zoon 2] en [zoon 1] hebben medio 2020 beiden als indirect bestuurders van Nardinc Beheer namens deze vennootschap de overeenkomst van vermogensbeheer met Dasym ondertekend. Die ondertekening heeft plaatsgevonden – zo blijkt uit het verweerschrift van ERMA c.s. – nadat onder anderen [D] zich kritisch had uitgelaten over de hoogte van de fee. [zoon 1] heeft in februari 2021 als bestuurder van JBi namens JBi de overeenkomst van vermogensbeheer met Dasym ondertekend, waarin ook voor JBi de fee van 1% is vastgelegd. Bij het aangaan van de overeenkomsten met Dasym is belang gehecht – daarover zijn partijen het eens – aan de vertrouwensband die bij het aangaan daarvan bestond tussen de [familie F] en [E] . Verder vormt de hoogte van de fee geenszins een belemmering voor het bestendige succes van de onderneming van de groep. Gelet op een en ander valt niet in te zien dat het aangaan van deze overeenkomsten een gegronde reden oplevert voor twijfel aan een juist beleid of een juiste gang van zaken.
rechtstreekse of middellijke deelneming in het kapitaal van een andere onderneming of vennootschap en het wijzigingen van de omvang van zodanig deelneming”. Zeer wel verdedigbaar is dat door een agiostorting op aandelen in een deelneming de omvang van de deelneming wijzigt, zodat, gelet op de (royale) overschrijding van het drempelbedrag, in dit geval de goedkeuring van de algemene vergadering van Nardinc Beheer was vereist. De Ondernemingskamer heeft niet kunnen vaststellen dat die goedkeuring is verleend.