ECLI:NL:GHAMS:2024:2310
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Nietige dagvaarding in hoger beroep met betrekking tot strafzaak
Op 6 augustus 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 25 maart 2022 was gewezen in de strafzaak met parketnummer 15-005566-22. De verdachte, geboren in 2001, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 6 augustus 2024 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en het onderzoek ter terechtzitting afgerond.
Een belangrijk aspect van deze zaak was de geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep. De dagvaarding was volgens de betekeningsakte rechtstreeks per post verzonden naar het adres van de verdachte, maar er waren onduidelijkheden over de correcte vermelding van de postcode van het adres in Polen. Bovendien was niet aangetoond dat de dagvaarding op de juiste wijze was betekend aan het door de verdachte opgegeven adres in Nederland.
Gelet op deze tekortkomingen heeft het hof geconcludeerd dat de dagvaarding niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is uitgereikt. Aangezien de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen, heeft het hof de dagvaarding in hoger beroep nietig verklaard. Dit arrest is uitgesproken in de openbare terechtzitting van het gerechtshof op 6 augustus 2024, waarbij mr. R.A.E. van Noort, mr. E. van Die en mr. A.M. Kengen zitting hadden in de meervoudige strafkamer.