Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Tenlasteleggingen
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 februari 2020 tot en met 6 maart 2020 te Amsterdam (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk één of meer tuinhuisje(s) en/of de inboedel en/of één of meer onderdelen van één of meer tuinhuisjes (binnen tuincomplex [complex 1], te weten [adres 2]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
hij op of omstreeks 5 december 2020 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een tuinhuisje en/of één of meer onderdelen van dat tuinhuisje (binnen tuincomplex [complex 2], te weten tuinhuisje [adres 3]), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [slachtoffer], toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
hij op of omstreeks 5 december 2020 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, in de woning, het besloten lokaal en/of het erf, een tuinhuisje ([adres 3]) op tuinhuiscomplex [complex 2] (op de [adres 4]) bij een ander, te weten bij [slachtoffer], althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen;
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
hij op 30 juni 2021 te Amsterdam, zeven (klap)kratten en meerdere levensmiddelen waaronder broodjes en zalmfilet en kipfilet, die aan [winkel] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij in de periode van 15 februari 2020 tot en met 6 maart 2020 te Amsterdam telkens opzettelijk en wederrechtelijk tuinhuisjes en de inboedel en één of meer onderdelen van één of meer tuinhuisjes binnen tuincomplex [complex 1], te weten [adres 2], die geheel aan een ander, te weten aan [benadeelde 1] en [benadeelde 2] toebehoorde, heeft vernield;
hij op 5 december 2020 te Amsterdam, opzettelijk en wederrechtelijk een tuinhuisje en één of meer onderdelen van dat tuinhuisje binnen tuincomplex [complex 2], te weten tuinhuisje [adres 3], in elk geval enig goed, dat aan een ander, te weten aan [slachtoffer], toebehoorde, heeft vernield;
hij op 5 december 2020 te Amsterdam, een tuinhuisje ([adres 3]) op tuinhuiscomplex [complex 2] bij een ander, te weten bij [slachtoffer], in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.