ECLI:NL:GHAMS:2024:2269

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 juni 2024
Publicatiedatum
13 augustus 2024
Zaaknummer
23-002320-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de oproeping in hoger beroep in strafzaak

Op 20 juni 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 18 augustus 2022 was gewezen. De zaak betreft een verdachte zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, die op 3 mei 2024 een oproeping voor de terechtzitting heeft ontvangen via een medewerker van het Openbaar Ministerie. Het hof heeft vastgesteld dat de oproeping niet op de juiste wijze aan de verdachte is betekend, aangezien er geen bewijs is dat de oproeping op het opgegeven adres in Spanje is betekend. Dit leidt tot de conclusie dat de oproeping nietig is, omdat de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen. Het hof heeft in zijn arrest van 7 september 2023 al eerder aangegeven dat de oproeping nietig verklaard dient te worden indien niet aan de wettelijke vereisten is voldaan. De beslissing van het hof is dat de oproeping in hoger beroep nietig wordt verklaard.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002320-22
datum uitspraak: 20 juni 2024
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 18 augustus 2022 in de strafzaak onder parketnummer 13-198281-22 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1994,
geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland
adres in buitenland: [adres 1]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 20 juni 2024.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Geldigheid van de oproeping in hoger beroep

Uit het dossier blijkt dat op 3 mei 2024 een oproeping voor de terechtzitting van heden is uitgereikt aan een medewerker van het Openbaar Ministerie, omdat van de betrokkene geen woon- of verblijfsplaats bekend is.
Het hof heeft in zijn arrest van 7 september 2023 de oproeping nietig verklaard. In de noot onder het arrest is vermeld dat voor de volgende zitting geprobeerd dient te worden de oproeping te betekenen op het volgende adres:
[adres 1]. Niet is gebleken dat voor de terechtzitting van heden is geprobeerd de oproeping te betekenen op het genoemde adres in Spanje. Het moet er bij die stand van zaken voor gehouden worden dat zulks, ten onrechte, niet is gebeurd.
Evenmin is gebleken dat is geprobeerd de oproeping te betekenen op het door de verdachte bij zijn politieverhoor opgegeven adres in
[adres 2].
Uit het voorgaande volgt dat de oproeping om in hoger beroep om op de terechtzitting van heden te
verschijnen niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is betekend. Nu de verdachte
niet ter terechtzitting is verschenen, dient de oproeping op grond daarvan nietig te worden verklaard.

Beslissing

Het hof:
Verklaart de oproeping in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N. van der Wijngaart, mr. M.L.M. van der Voet en mr. M. Jeltes, in tegenwoordigheid van mr. E.C. van Eijck van Heslinga, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 juni 2024.
mr. M. Jeltes is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.