ECLI:NL:GHAMS:2024:2234

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 juli 2024
Publicatiedatum
9 augustus 2024
Zaaknummer
000176-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding na overtreding van schorsingsvoorwaarde in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoekschrift tot schadevergoeding van verzoeker, geboren in 2005. Het verzoekschrift is op 1 maart 2024 ingediend en betreft schade die verzoeker stelt te hebben geleden als gevolg van zijn inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis in de strafzaak met parketnummer 23-000937-23. De advocaat-generaal heeft op 14 juni 2024 het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt. Tijdens de openbare behandeling op 18 juni 2024 is verzoeker niet verschenen.

Verzoeker vraagt om een schadevergoeding van € 1.040,00 voor geleden schade en € 680,00 voor kosten van rechtsbijstand. Het hof heeft vastgesteld dat de strafzaak op 14 december 2023 is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Het hof overweegt dat op basis van artikel 534 Sv de toekenning van schadevergoeding afhankelijk is van de billijkheid. Het hof oordeelt dat de schade als gevolg van de vrijheidsbeneming, die voortvloeide uit een ten onrechte ondergane voorlopige hechtenis, voor vergoeding in aanmerking komt. Het hof kent verzoeker een schadevergoeding toe van € 780,00 voor de ondergane verzekering en € 680,00 voor de kosten van rechtsbijstand.

De beslissing van het hof houdt in dat verzoeker een totaalbedrag van € 1.460,00 wordt toegewezen, waarvan € 780,00 voor de schadevergoeding en € 680,00 voor de kosten van rechtsbijstand. Het hof wijst het overige verzoek af en beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker. De beschikking is ondertekend door de oudste raadsheer, mr. A.M.P. Geelhoed, en is uitgesproken tijdens de openbare zitting.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer(s): 000175-24 (530 Sv) en 000176-24 (533 Sv)
parketnummer in hoger beroep: 23-000937-23
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 530 en 533 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2005,
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. J. Veltheer,
[adres]

1.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 1 maart 2024 ingekomen.
Op 14 juni 2024 heeft de advocaat-generaal het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 18 juni 2024 de advocaat-generaal en de advocaat van verzoeker ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoeker is niet in raadkamer verschenen.

2. Inhoud van het verzoek

Het verzoek strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ter zake van:
schade die verzoeker stelt te hebben geleden als gevolg van de ondergane verzekering en voorlopige hechtenis in de strafzaak met voormeld parketnummer ten bedrage van € 1.040,00;
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure ten bedrage van € 680,00.

3.Beoordeling van het verzoek

Bij arrest van dit hof van 14 december 2023 is de strafzaak met voormeld parketnummer geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
Ingevolge het bepaalde in artikel 534, eerste lid, Sv heeft de toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Ten aanzien van het verzoek op de voet van artikel 533 Sv
Verzoeker is op 18 januari 2022 in verzekering gesteld. Vervolgens is op 21 januari 2022 de voorlopige hechtenis van appellant bevolen, maar is de voorlopige hechtenis direct onder voorwaarden geschorst en is verzoeker in vrijheid gesteld.
Op zowel 12 januari 2023 als 26 april 2023 is de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis bevolen vanwege overtreding van de schorsingsvoorwaarden en is deze vervolgens direct weer geschorst.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het verzoek om vergoeding van schade vanwege de inverzekeringstelling kan worden toegewezen en dat de vergoeding van schade vanwege de vrijheidsbeneming als gevolg van de overtreding van de schorsingsvoorwaarden moet worden afgewezen, omdat verzoeker die vrijheidsbeneming aan zich zelf te wijten heeft.
Het hof overweegt dat ook deze schade als gevolg van vrijheidsbeneming voor vergoeding in aanmerking komt, omdat deze vrijheidsbeneming voortvloeide uit de later gebleken ten onrechte ondergane (geschorste) voorlopige hechtenis.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig tot toekenning van een vergoeding ter zake van de door verzoeker ondergane verzekering tot een bedrag van € 780,00.
Ten aanzien van het verzoek op de voet van artikel 530 Sv
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand in de onderhavige verzoekschriftprocedure tot een bedrag van € 680,00.

4.Beslissing

Het hof :
Kent op de voet van artikel 533 Sv aan verzoeker een vergoeding toe van € 780,00 (zevenhonderdtachtig euro).
Kent op de voet van artikel 530 Sv aan verzoeker een vergoeding toe van € 680,00 (zeshonderdtachtig euro).
Wijst het anders of meer verzochte af.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. A.W.T. Klappe, A.M.P. Geelhoed en B. de Wilde, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Groenenberg als griffier, is ondertekend door de oudste raadsheer en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 16 juli 2024.
De oudste raadsheer beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking door overmaking van € 1.460,00 (duizend vierhonderdzestig euro) op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer]
Amsterdam, 16 juli 2024,
mr. A.M.P. Geelhoed, oudste raadsheer.