ECLI:NL:GHAMS:2024:2232

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 juli 2024
Publicatiedatum
9 augustus 2024
Zaaknummer
000040-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van schadevergoeding op basis van artikel 530 Sv in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 juli 2024 uitspraak gedaan op een verzoekschrift dat was ingediend op basis van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het verzoekschrift was ingediend door verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J. Visscher, en betrof de toekenning van een schadevergoeding voor gemaakte kosten in verband met rechtsbijstand en reiskosten. Het verzoekschrift is op 6 januari 2024 ingekomen en de advocaat-generaal heeft op 22 maart 2024 zijn standpunt kenbaar gemaakt. Tijdens de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer op 18 juni 2024 was verzoeker niet aanwezig.

Het hof heeft vastgesteld dat de strafzaak, met parketnummer 23-000221-23, op 26 september 2023 is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Het hof heeft de omstandigheden van de zaak in overweging genomen en geoordeeld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn voor de toekenning van een schadevergoeding. De advocaat had verzocht om een kilometervergoeding van 30 cent per kilometer, maar het hof heeft besloten de standaard kilometervergoeding van 23 cent per kilometer te handhaven. Uiteindelijk heeft het hof een totale schadevergoeding van € 402,56 toegekend, bestaande uit reiskosten en kosten voor rechtsbijstand.

De beschikking is ondertekend door de oudste raadsheer, mr. A.M.P. Geelhoed, en is uitgesproken tijdens de openbare zitting. De beschikking beveelt de onverwijlde betekening aan verzoeker en de tenuitvoerlegging van de schadevergoeding.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer(s): 000040-24 (530 Sv)
parketnummer in hoger beroep: 23-000221-23
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedatum] 1999,
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. J. Visscher,
[adres].

1.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 6 januari 2024 ingekomen.
Op 22 maart 2024 heeft de advocaat-generaal het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 18 juni 2024 de advocaat-generaal en de advocaat van verzoeker ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoeker is niet in raadkamer verschenen.

2. Inhoud van het verzoek

Het verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ter zake van:
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak met voormeld parketnummer ten bedrage van € 159,00;
reiskosten gemaakt ten behoeve van het bijwonen van de behandeling van de strafzaak ten bedrage van € 81,60;
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure ten bedrage van € 340,00.
Per email van 17 juni 2024 is het verzoek onder a ingetrokken.

3.Beoordeling van het verzoek

Bij arrest van dit hof van 26 september 2023 is de strafzaak met voormeld parketnummer geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
Ingevolge het bepaalde in artikel 534, eerste lid, Sv heeft de toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Onder b is verzocht om een kilometervergoeding van 30 cent per kilometer met de auto afgelegd. De advocaat heeft daarbij gewezen op de adviezen van de ANWB. In hetgeen door de advocaat is aangevoerd ziet het hof geen aanleiding de door het hof standaard toegekende kilometervergoeding van 23 cent per kilometer te wijzigen.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van reiskosten gemaakt ten behoeve van het bijwonen van de behandeling van de strafzaak ten bedrage van (272 * 0,23) € 62,56.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand in de onderhavige verzoekschriftprocedure tot een bedrag van € 340,00.

4.Beslissing

Het hof :
Kent op de voet van artikel 530 Sv aan verzoeker een vergoeding toe van € 402,56 (vierhonderdtwee euro en zesenvijftig cent).
Wijst het anders of meer verzochte af.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. A.W.T. Klappe, A.M.P. Geelhoed en B. de Wilde, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Groenenberg als griffier, is ondertekend door de oudste raadsheer en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 16 juli 2024.
De oudste raadsheer beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking door overmaking van € 402,56 (vierhonderdtwee euro en zesenvijftig cent) op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer]
Amsterdam, 16 juli 2024,
mr. A.M.P. Geelhoed, oudste raadsheer.