ECLI:NL:GHAMS:2024:2225

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
8 augustus 2024
Zaaknummer
23-003374-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor verblijf als vreemdeling met inreisverbod

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, die als vreemdeling in Nederland verbleef, was veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken omdat hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat er een inreisverbod tegen hem was uitgevaardigd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De feiten van de zaak zijn als volgt: de verdachte verbleef op 23 mei 2022 in Amsterdam, terwijl hij op de hoogte was van het inreisverbod. De relevante wettelijke bepalingen die zijn toegepast zijn artikel 66a, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000, en de artikelen 63 en 197 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken, waarmee het de eerdere beslissing van de politierechter bevestigde.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-126897-22
parketnummer hoger beroep : 23-003374-23
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 24 juli 2024 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 29 september 2023 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1978 te [geboorteplaats] ([geboorteland])
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
als vreemdeling in Nederland verblijven, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden, dat tegen hem een inreisverbod is uitgevaardigd met toepassing van artikel 66a, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
gepleegd
op 23 mei 2022 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 63 en 197 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
Gewezen door mr. A.M. Kengen, in bijzijn van B. Akinrolabu, griffier.
mr. A.M. Kengen