In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder op 20 oktober 2023 veroordeeld voor het rijden met een geschorst rijbewijs, wat een overtreding is van artikel 9, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994. De feiten van de zaak zijn als volgt: de verdachte heeft op 21 maart 2022 te Amstelveen deze overtreding gepleegd. De politierechter had de verdachte hiervoor een gevangenisstraf van 2 weken opgelegd.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is nu veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken met een proeftijd van 2 jaren, alsook een taakstraf van 30 uren. Dit betekent dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De beslissing van het hof houdt rekening met de ernst van de overtreding en de omstandigheden van de verdachte.
De uitspraak is gedaan door mr. A.M. Kengen, in bijzijn van griffier B. Akinrolabu. De zaak is geregistreerd onder parketnummer 23-003269-23 voor het hoger beroep, met een eerdere registratie onder parketnummer 96-164249-23 voor de eerste aanleg.