ECLI:NL:GHAMS:2024:2130

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 juli 2024
Publicatiedatum
30 juli 2024
Zaaknummer
200.339.093/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een nieuwe mentor in overeenstemming met de voorkeur van de betrokkene

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, staat de benoeming van een mentor voor de betrokkene centraal. De betrokkene, geboren in 1983 en moeder van [naam 1], is het niet eens met de eerdere benoeming van de Stichting Beheer Privé-gelden tot haar mentor door de kantonrechter in Noord-Holland op 19 december 2023. De betrokkene heeft op 18 maart 2024 hoger beroep aangetekend tegen deze beslissing, met de wens dat [naam 7] als haar nieuwe mentor wordt benoemd. Tijdens de procedure heeft het hof verschillende stukken ontvangen, waaronder correspondentie van de betrokkene en de huidige mentor, en is er overeenstemming bereikt over de benoeming van [naam 7].

Het hof heeft vastgesteld dat er geen gegronde redenen zijn om de voorkeur van de betrokkene niet te volgen. De huidige mentor, [naam 8], heeft zijn bereidverklaring als mentor laten vervallen, wat de weg vrijmaakt voor de benoeming van [naam 7]. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd voor zover het de benoeming van de mentor betreft en heeft [naam 7] benoemd als opvolgend mentor, met ingang van heden. De beloning van de mentor is vastgesteld in overeenstemming met de geldende regeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op 30 juli 2024.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht
Team III (familie- en jeugdrecht)
zaaknummer: 200.339.093/01
zaaknummer rechtbank: 10723410 MB VERZ 23-558 jw
Beschikking van de meervoudige kamer van 30 juli 2024 in de zaak van
[betrokkene] ,
wonende te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de betrokkene,
advocaat: mr. P.F.M. Deijkers te Hoorn.
Als belanghebbenden in deze zaak zijn aangemerkt:
- Stichting Beheer Privé-gelden, hierna ook te noemen: de bewindvoerder en mentor;
- [naam 1] ;
- [naam 2] ;
- [naam 3] ;
- [naam 4] ;
- [naam 5] ;
- [naam 6] .

1.De zaak in het kort

1.1
De zaak gaat over wie de mentor moet worden van de betrokkene.
1.2
De kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar (hierna: de kantonrechter) heeft op 19 december 2023 de stichting Beheer Privé-gelden benoemd tot mentor van de betrokkene (hierna: de bestreden beschikking).
De betrokkene is het niet eens met de benoeming van deze mentor en wil dat [naam 7] haar mentor wordt.

2.De procedure in hoger beroep

2.1
De betrokkene is op 18 maart 2024 in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking.
2.2
Het hof heeft daarnaast de volgende stukken ontvangen:
- een bericht van de zijde van de betrokkene van 11 april 2024 met bijlage;
- een e-mailbericht van de zijde van de bewindvoerder en mentor van 6 juni 2024;
- een e-mailbericht van de zijde van de bewindvoerder en mentor van 14 juni 2024 met bijlage;
- een wijziging van het verzoek van de betrokkene, bij bericht van 17 juni 2024 met bijlage.
2.3
Op verzoek van de betrokkene heeft de geplande mondelinge behandeling van 20 juni 2024 geen doorgang gevonden.

3.De feiten

3.1
De betrokkene is geboren [in] 1983. Zij is de moeder van [naam 1] , en de zus van de overige voornoemde belanghebbenden.
3.2
Bij beschikking van 3 november 2020 heeft de kantonrechter in het reeds eerder over de goederen die de betrokkene toebehoren of zullen toebehoren ingestelde bewind, de Stichting Beheer Privé-gelden tot opvolgend bewindvoerder benoemd.

4.De omvang van het hoger beroep

4.1
De rechtbank heeft in de bestreden beschikking, op verzoek van de Stichting Beheer Privé-gelden, bepaald dat een mentorschap wordt ingesteld ten behoeve van de betrokkene, met benoeming van de Stichting Beheer Privé-gelden tot mentor.
4.2
De betrokkene verzocht in haar verzoekschrift van 18 maart 2024 om, met vernietiging van de bestreden beschikking, de Stichting Beheer Privé-gelden als mentor te ontslaan en een andere persoon of stichting, nog nader aan te geven, als mentor te benoemen, of een instelling die voor de betrokkene een passende mentor dient aan te stellen; met veroordeling van de Stichting Beheer Privé-gelden in de kosten van de procedure.
4.3
In haar gewijzigd verzoekschrift van 17 juni 2024, verzoekt de betrokkene de bestreden beschikking te vernietigen en [naam 7] tot mentor te benoemen.

5.De motivering van de beslissing

Het wettelijk kader
5.1
Op grond van artikel 1:452 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) benoemt de rechter bij het instellen van het mentorschap of zo spoedig mogelijk daarna een mentor. Hij vergewist zich van de bereidheid en vormt zich een oordeel over de geschiktheid van de te benoemen persoon.
Op grond van artikel 1:452 lid 3 BW volgt de rechter bij de benoeming van de mentor de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten.
De standpunten
5.2
De betrokkene verzoekt [naam 7] tot mentor te benoemen. Zij voert aan dat na overleg met [naam 8] , de huidige mentor van de Stichting Beheer Privé-gelden, hij zich als mentor heeft teruggetrokken en dat is afgesproken dat [naam 7] haar nieuwe mentor zal worden. Nu er overeenstemming is bereikt, is er geen noodzaak meer om ter zitting te verschijnen en wordt het hof verzocht om op basis van de stukken een beschikking af te geven, aldus de betrokkene.
De beoordeling
5.3
Gebleken is dat er overeenstemming is bereikt tussen de betrokkene en de huidige mentor over benoeming van [naam 7] tot mentor. Bij de stukken bevindt zich een bereidverklaring van [naam 7] van 14 juni 2024. Uit ambtshalve onderzoek van het hof blijkt dat [naam 7] is geregistreerd als mentor en benoembaar is.
Niet gebleken is dat er redenen zijn die zich tegen de benoeming van de voorgestelde mentor verzetten.
5.4
Uit het e-mailbericht van 14 juni 2024 van [naam 8] aan de advocaat van de betrokkene, blijkt dat, in verband met de met de betrokkene overeengekomen aanstelling van [naam 7] als haar mentor, hij zijn eigen bereidverklaring als mentor laat vervallen.
5.5
Het hof zal op grond van artikel 1:452 lid 3 BW de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene alsnog volgen en niet de Stichting Beheer Privé-gelden als organisatie tot mentor benoemen, maar specifiek [naam 7] , werkzaam bij deze stichting.
Omdat een benoeming van een mentor niet met terugwerkende kracht kan plaatsvinden, leidt dit alles ertoe dat het hof de bestreden beschikking zal vernietigen met ingang van heden, voor zover het de persoon van de mentor en diens beloning betreft. De Stichting Beheer Privé-gelden zal met ingang van heden worden ontslagen als mentor, onder gelijktijdige benoeming van [naam 7] als opvolgend mentor. Haar beloning wordt vastgesteld in overeenstemming met artikel 4 lid 2 onder a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
5.6
Het hof overweegt ten overvloede dat als gevolg van deze beslissing de beloning van de Stichting Beheer Privé-gelden als bewindvoerder zoals die gold tot aan de bestreden beschikking met ingang van heden herleeft.
5.7
Dit alles leidt tot de volgende beslissing.

6.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking waarvan beroep, voor zover het de benoeming van de mentor en diens beloning betreft over de periode vanaf heden, en in zoverre opnieuw rechtdoende:
ontslaat met ingang van heden de Stichting Beheer Privé-gelden als mentor;
benoemt met ingang van heden tot mentor: [naam 7] , werkzaam bij Stichting Beheer Privé-gelden, Kvkno. 41239540, postbus 1010, 1780 EA Den Helder;
stelt de jaarbeloning van de mentor vast overeenkomstig artikel 4 lid 2 onder a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
bekrachtigt de beschikking waarvan beroep voor het overige.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.V.T. de Bie, mr. M.T. Hoogland en mr. C.E. Buitendijk, in tegenwoordigheid van mr. W.J. Boon als griffier en is op 30 juli 2024 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.