[appellant] erkent dat, zoals gesteld door ASR, zij in eerste instantie tegenover de medische hulpverleners heeft verklaard dat een sprong uit het raam de oorzaak is van het voetletsel. Zij voegt daaraan echter aan toe dat zij dit welbewust in strijd met de waarheid heeft verklaard, aangezien zij aanvankelijk niet durfde te vertellen dat in werkelijkheid de Ford over haar voet was gereden. Redengevend was volgens [appellant] dat zij wilde voorkomen dat [naam 1] zou worden vervolgd of aangesproken voor de schade en dat hij haar en haar kinderen had bedreigd met geweld als zij de waarheid zou vertellen. ASR heeft dit betoog betwist.
Het hof stelt vast dat [appellant] ter toelichting weliswaar verwijst naar haar WhatsApp-correspondentie met [naam 1] , maar naar eigen zeggen daarover niet meer beschikt en evenmin over andere gegevens die de bedreigingen kunnen onderbouwen. Daarbij komt dat [appellant] de betreffende uitlatingen onmiddellijk na het incident aan derden (hulpverleners) heeft gedaan, terwijl uit niets blijkt dat er in de tussenliggende (korte) periode contact is geweest tussen haar, haar kinderen en [naam 1] . Het hof gaat dan ook aan dit onderdeel van haar betoog voorbij wegens het ontbreken van een voldoende feitelijke onderbouwing daarvan.
[appellant] voert verder aan dat zij nadien wél de ware toedracht bekend heeft gemaakt; een week na het ongeval heeft zij aan de trauma-arts verteld dat haar voet was overreden nadat ze had geprobeerd te voorkomen dat [naam 1] samen met een kennis wegreed in de Ford. Dit betreft een intrekking van haar eerdere verklaringen aan de medische hulpverleners en dat dit niet is gecorrigeerd is een administratieve fout van het ziekenhuis, aldus [appellant] .
ASR betwist ook dit standpunt.
Ook hier geldt dat [appellant] , daargelaten de vraag wat de betekenis van de gestelde ‘intrekking’ zou kunnen zijn, geen enkele concrete onderbouwing voor deze door haar naar voren gebrachte gang van zaken heeft gegeven, zodat het hof ook die stelling als ongemotiveerd passeert.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat [appellant] geen plausibele verklaring heeft gegeven voor het feit dat zij direct na het voorval aan het medisch personeel een andere toedracht heeft beschreven dan zij later aan haar schadeclaim ten grondslag heeft gelegd.