Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
23 mei 2024, 4 juni 2024, 6 juni 2024, 7 juni 2024 en 3 juli 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
2.Tenlastelegging
[bedrijf 2] onder zich had, met een totaalbedrag van € 1.160.000,00, in de periode van
16 maart 2015 tot en met 9 november 2015,
21 augustus 2014 tot en met 20 juli 2016,
bijlage Idie aan dit arrest is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Vonnis waarvan beroep
4.Standpunten van partijen inzake het bewijs feit 1 t/m feit 4
5.Bespreking van feit 1 t/m feit 4: verduistering en/of oplichting
28 juni tot en met 20 juli 2012, zijn op de bankafschriften van [bedrijf 1] geen uitgaven te zien die verband houden met de aanschaf of plaatsing van zonnepanelen. [56] In de periode van 21 juli 2012 tot en met
23 oktober 2012 werd door [bedrijf 1] € 45.000,00 betaald voor de aankoop van zonnepanelen. [57] Van de bankrekening van [bedrijf 1] zijn geen overboekingen gedaan die zichtbaar betrekking hebben op camping [bedrijf 5] . [58] Er zijn evenmin zichtbaar betalingen gedaan door [bedrijf 1] die betrekking hebben op Nano coating voor zonnepark [bedrijf 6] . De verdachte heeft verklaard dat er geen Nano coating is aangebracht op de zonnepanelen van zonnepark [bedrijf 6] . [59] Volgens hem is wel tussen € 60.000,00 en € 70.000,00 geïnvesteerd in een proefopstelling Nano coating. Dit blijkt niet uit het dossier en wordt weersproken door [naam 10] , algemeen directeur van een bedrijf dat Nano coating produceert en levert, die heeft verklaard dat de verdachte interesse had in de toepassing van de coating op zonnepanelen, maar dat het tot een proefopstelling niet is gekomen omdat de verdachte een offerte hiervoor nooit heeft betaald. [60]
1.782.598,57
1.723.250,93
25 oktober 2016 in totaal € 1.465.162,50 is overgemaakt door obligatiehouders ten behoeve van investeringen in zonnepanelen voor stichting [bedrijf 34] ., in camping [bedrijf 5] en in Nano coating voor zonnepark [bedrijf 6] . [62] In totaal is € 244.772,00 afgeschreven voor de aankoop dan wel installatie van zonnepanelen. [63] Er is niet gebleken dat [bedrijf 1] betalingen heeft gedaan ten behoeve van camping [bedrijf 5] of Nanocoating voor zonnepark [bedrijf 6] .
[bedrijf 2] voor de aankoop van de zonneparken [bedrijf 8] en [bedrijf 9] .
2.126.500,00
2.126.500,00
535.000,00
530.896,05
3.628.087,99
3.628.086,67
6.Oordeel van het hof
- de reeds genoemde aankoop/installatie van zonnepanelen (onder meer ten behoeve van het dak van Stichting [bedrijf 34] . en Stichting [naam 11] ) ten bedrage van in totaal € 284.897,00;
- een aanbetaling voor Solarpark [bedrijf 6] van € 150.000,00;
- een betaling van € 500,00 met betrekking tot camping [bedrijf 5] (AMB 083-01 en bijlagen 1 en 2);
- betalingen van € 12.000,00 en € 3.500,00 (aan [bedrijf 23] en [bedrijf 24] ) in verband met een proefopstelling voor Nano coating (AMB 072-01, p. 3 en bijlage 3);
- bedrag van € 260.000,00 aan [naam 30] in verband met Solarpark [bedrijf 6] , en
- een betaling van € 100.000,00 aan [naam 17] in verband met Solarpark [bedrijf 9] via overboekingen van [bedrijf 2] naar [bedrijf 1] (AMB 083-01, p. 5).
voorgewend dat hij, verdachte, en/of aan hem, verdachte, gelieerde bedrijven (een) bonafide investeerder(s) en/of belegger(s) en/of beheerder(s) en/of crediteur(en) van aan hem/hen toevertrouwde en/of ter leen ontvangen/ingelegde gelden is/zijn.
[bedrijf 28]door de Duitse overheid aan Duitse ondernemingen zou worden betaald, en presenteerde dit ten onrechte als zijnde in het belang van de obligatiehouders. Uit diverse getuigenverklaringen – die hierna bij de bespreking van de verschillende obligatiehouders/gelduitleners worden genoemd – blijkt daarnaast dat de verdachte (potentiële) investeerders thuis heeft bezocht om kennis te maken en met hen zijn plannen te bespreken. Hierdoor heeft hij bij die obligatiehouders/gelduitleners het vertrouwen gewekt dat hij oprecht was.
voorgewend dat hij en/of aan hem gelieerde bedrijven, de ter leen ontvangen en/of aangetrokken gelden zal/zullen investeren in een groen duurzaam (zonne-energie)project zoals het plaatsen van zonnepanelen op een zorginstelling of een kinderdagverblijf, de aanschaf/aankoop van zonneparken in Duitsland, de ontwikkeling en/of toepassing van Nano coating op zonnepanelen, het energieneutraal maken van een camping, en de ontwikkeling van een crowdfunding milieu-app.
Voorgewend dat hij of aan hem gelieerde bedrijven reeds in het bezit waren van zonneparken in Duitsland.
Voorgehouden dat hij, en/of aan hem gelieerde bedrijven, persoonlijk en/of zakelijk garant staat of staan voor de terugbetaling van de ter leen ontvangen gelden en betaling van de verschuldigde rente.
Verzwegen dat de ter leen ontvangen gelden (deels) aangewend zouden worden voor privébestedingen door hem en/of het aflossen van schulden van hem en/of zijn (ex)echtgenote.
[bedrijf 28], van Solarpark [naam 8] afkomstig van de [bedrijf 27] en de
[bedrijf 28]van Solarpark [bedrijf 20] afkomstig van de [bedrijf 29] , voor een totaal bedrag van € 85.000,00. [195]
[Obligatiehouder 12]– voor wie hij als wettelijk vertegenwoordiger/bewindvoerder optreedt – vanaf 2012 diverse obligatieovereenkomsten aangegaan met [bedrijf 1] en [bedrijf 4] en heeft in verband daarmee aan de verdachte, dan wel aan hem gelieerde vennootschappen, geld overgemaakt, te beginnen met een inleg in oktober 2012 en eindigend met een inleg in november 2014. Ook zijn zoon
[Obligatiehouder 12]heeft met [bedrijf 4] een obligatieovereenkomst gesloten en heeft in verband daarmee in april 2015 een betaling gedaan. Uit de door J. [Obligatiehouder 12] gedane melding [204] blijkt dat hij heeft geïnvesteerd in Duitse zonneparken waarvan de verdachte had gezegd dat deze waren aangekocht. Uit de verklaring die [Obligatiehouder 12] op
15 september 2021 als getuige bij de rechter-commissaris heeft afgelegd, blijkt dat hij, zijn dochter en zijn zoon hebben geïnvesteerd in het zorgcentrum in Winterswijk op grond van gesprekken met de verdachte. Het was een niet te groot project en goed te overzien. Toen het project gereed was, zou zijn investering terugbetaald moeten worden, maar de verdachte vertelde toen over zonneparken die hij in Duitsland kon kopen. Dat zou een goede investering zijn omdat er subsidie van de Duitse overheid op zat. Tijdens een presentatie in het Van der Valk hotel in Zwolle kreeg hij van de verdachte een brochure waarin stond dat het rendement kwam uit de gegarandeerde stroomleverantie. [Obligatiehouder 12] heeft daarnaast nog eens € 15.000,00 gestort, ten behoeve van de Duitse zonneparken. Later hebben ook zijn zoon, Dyon [Obligatiehouder 12] , en dochter, [Obligatiehouder 12] , daarin geïnvesteerd. De redenen voor hun investering was allereerst het milieu. [Obligatiehouder 12] vond het belangrijk om anders te leven. Die investeringen waren een eerste aanzet en ook nu nog investeert hij in milieuaandelen. Verder sprak hem aan dat het, wat betreft Winterswijk, een zorgcentrum betrof. Hij vond dat belangrijk omdat zijn dochter verstandelijk beperkt is. [205]
20 juli 2016. Uit zijn verklaring bij de FIOD blijkt dat hij door de verdachte is benaderd met een voorstel om te investeren in zonneparken in Duitsland. In eerste instantie betrof het een financiering voor € 1.000.000,00 in zonnepark [naam 8] . Kort nadat dit door [Obligatiehouder 6] is afgewezen, heeft de verdachte hem per e-mailbericht laten weten dat hij bijna rond was met de financiering maar dat er een bedrag ontbrak van € 250.000,00. De verdachte vroeg in het e-mailbericht of [Obligatiehouder 6] een kans zag om dit bedrag voor maximaal 6 maanden uit te lenen en hij wilde hiervoor een rente van 15% betalen. Vervolgens is [Obligatiehouder 6] hiermee akkoord gegaan en heeft hij dit bedrag uitgeleend aan [bedrijf 2] . [Obligatiehouder 6] heeft rente ontvangen en de lening is afgelost. Vervolgens heeft [Obligatiehouder 6] , althans een van zijn ondernemingen ( [bedrijf 30] ), met de verdachte een leningsovereenkomst gesloten van € 500.000,00. Deze lening is deels verrekend met de aflossing van de eerder afgesloten lening aan
[bedrijf 2] en was bedoeld voor de financiering van het zonnepark CGE 3 in [bedrijf 20] , Duitsland. De verdachte heeft verteld dat [bedrijf 4] dit zonnepark zou verkrijgen door middel van verkrijging van alle aandelen in een nog door [bedrijf 4] op te richten [bedrijf 1] , welke [bedrijf 1] de assets van het zonnepark zou verwerven. Deze [bedrijf 1] zou in januari 2016 worden opgericht. De verdachte had verteld dat hij dit geld van [Obligatiehouder 6] nodig had om de financiering bij de bank los te kunnen krijgen. De verdachte wekte vertrouwen door koopovereenkomsten van zonnepark [naam 8] te voegen bij zijn
e-mailbericht. In eerste instantie had de verdachte gevraagd de financiering te verstrekken aan
[bedrijf] . [Obligatiehouder 6] en zijn financieel adviseur hadden nog nooit van [bedrijf] gehoord en zijn daar niet op ingegaan. In overleg met de notaris is besloten om dit niet te doen. Zij waren bang de grip kwijt te raken op het geld en wisten niet precies hoe de wetgeving in het buitenland was. De lening van € 100.000,00 die nadien is aangegaan was bestemd voor de toepassing van Nano coating op het zonnepark [bedrijf 6] in Duitsland. De verdachte stond persoonlijk garant en heeft koopovereenkomsten van zonneparken laten zien en een afschrift van de effectenportefeuille met de aandelen [bedrijf 21] waarover de verdachte zei te kunnen beschikken. [209] In zijn getuigenverhoor bij de rechter-commissaris op 11 november 2019 heeft [Obligatiehouder 6] daarnaast nog verklaard dat hij de privé borgstelling heel belangrijk vond, maar niet meer weet of er ook onderzoek is gedaan naar deze borgstelling. [210]
Het is het complete plaatje van [verdachte 1](het hof begrijpt: [verdachte 1] )
. De manier waarop hij zich presenteert. Het vertrouwen dat hij wekt door zijn praatjes. Hij praatte over zijn gezin. Hij stond privé garant. Hij lardeert alles met overeenkomsten zoals de koopovereenkomsten van solarparken en het afschrift van de effectenportefeuille met de aandelen [bedrijf 21] (…). Hij zat in die branche en wist een goed vertrouwenwekkend en geloofwaardig verhaal over de beleggingen in solarparken te presenteren”. [211]
- De overeenkomsten die
- Uit de verklaringen van
- [Obligatiehouder 16]heeft in zijn verklaring niet meer aangegeven dan dat hij op internet op het spoor is gekomen van de duurzame beleggingsmogelijkheid met goed rendement die de verdachte bood. Vervolgens heeft hij contact opgenomen met de verdachte en daar is een overeenkomst uit voortgekomen (DOC-526).
- Uit de verklaring van
- Uit de verklaring van
- [Obligatiehouder 17]heeft op advies van [naam 9] en na een informatief gesprek met de verdachte besloten te investeren. [Obligatiehouder 17] heeft van de verdachte nadien nog een spreadsheet ontvangen met een berekening van de verwachte kosten en opbrengsten. Dit zag er positief uit in haar beleving. De verdachte kwam betrouwbaar op haar over en bij onderzoek op het internet was op dat moment geen negatief nieuws te vinden. Het rendement van 7,5% sprak haar aan tezamen met de beperkte risico’s (DOC-527).
- [Obligatiehouder 21]is in december 2014 een obligatieovereenkomst met de verdachte aangegaan en heeft in verband daarmee aan [bedrijf 4] geld overgemaakt. Uit zijn schriftelijke verklaring (DOC-540) blijkt dat zijn investering bedoeld was voor het aankopen van drie nieuwe zonneparken in Duitsland. Uit de toelichting op de door hem ingediende vordering benadeelde partij blijkt dat hij erop heeft vertrouwd dat de obligatielening voor zonneparkprojecten in Duitsland gebruikt zou worden.
- Uit de verklaring van
- [Obligatiehouder 23]is bij de FIOD als getuige gehoord en heeft ook bij de rechter-commissaris een verklaring afgelegd. Hij heeft eerst 1,5 miljoen aandelen die hij had in [bedrijf 21] aan de verdachte uitgeleend. Met die aandelen zou de verdachte zonnepark [bedrijf 6] in Duitsland aankopen. Nadien heeft hij nog verschillende geldbedragen aan de verdachte geleend. [bedrijf 17] heeft als zekerheid een pandrecht verkregen op de
[bedrijf 28]van de Duitse zonneparken [naam 8] en [bedrijf 20] (G04-01 pp. 3, 4 en 7).
7.Bespreking van feit 5: (gewoonte)witwassen
20 januari 2016 in Nederland het geldbedrag van € 448.000,00 voorhanden heeft gehad, heeft verworven, heeft overgedragen, van dat geldbedrag gebruik heeft gemaakt en de werkelijke aard van dat geldbedrag heeft verborgen en/of verhuld, terwijl hij wist dat dit geldbedrag afkomstig was uit zijn eigen misdrijf.
artikel 420bis.1 Sr, wordt dit verworpen. Niet enkel kan immers bewezen worden het verwerven of voorhanden hebben van dit geldbedrag, maar ook het overdragen, gebruikmaken en het verbergen en/of verhullen van de werkelijke aard ervan.
schuldwitwassen, terwijl de verdachte wordt veroordeeld voor de opzetvariant van witwassen. Dat is een ander delict, zodat de verdachte het witwassen niet met [naam 3] heeft medegepleegd. Nu de verdachte, gelet op hetgeen hierna zal worden overwogen, alleen ten aanzien van dit geldbedrag voor witwassen zal worden veroordeeld en het gaat om een eenmalige gebeurtenis, moet hij ook van het tenlastegelegde gewoontewitwassen worden vrijgesproken.
dezegeldbedragen van een concreet misdrijf afkomstig zijn, al is het maar omdat gezien het voorgaande de betalingen werden gedaan vanaf bankrekeningen van meerdere vennootschappen die werden gevoed door – in elk geval – verschillende misdrijven als oplichting en verduistering, maar mogelijk ook door andere bronnen. Gelet op de onder 1 tot en met 4 tenlastegelegde feiten die bewezenverklaard kunnen worden en de daarmee verworven criminele inkomsten die door de verdachte gebruikt konden worden om de onder feit 5 tenlastegelegde uitgaven te doen, bestaat er wel een gerechtvaardigd vermoeden dat de gelden van
enigmisdrijf afkomstig zijn, zodat van de verdachte mag worden verlangd dat hij een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat de betalingen niet van misdrijf afkomstig zijn.
8.Bewezenverklaring
Euro 1.250,- terugbetaald op 12 juni 2013 en Euro 5.000,- terugbetaald op 25 oktober 2016), toebehorende aan [Obligatiehouder 4]
[bedrijf 1] en aldus anders dan door misdrijf onder zich had, zich telkens wederrechtelijk heeft toegeëigend
Euro 8.000,- ontvangen op 4 januari 2017)
29 juni 2016 en Euro 25.000,- ontvangen op 25 augustus 2016 en Euro 25.000,- ontvangen op
15 september 2016 en Euro 50.000,- ontvangen op 5 oktober 2016 en Euro 50.000,- ontvangen op
4 november 2016)
23 november 2016)
(ex-)echtgenote,
(ex-)echtgenote,
(ex-)echtgenote,
9.Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
10.Strafbaarheid van de verdachte
11.Oplegging van straffen
16 maart 2022. De op de beslaglijst onder 1 en 2 vermelde inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen – te weten respectievelijk een woonhuis aan de [adres 2] en [nummer 1] te [plaats 1] sectie H nummer [sectienummer 1] en een berging aan de [plaats 4] te [plaats 1] sectie H nummer [sectienummer 2] – zullen worden verbeurd verklaard aangezien het voorwerpen betreft met betrekking tot welke het onder 4 en 5 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan.
12.Vorderingen benadeelde partijen
[benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] en [benadeelde 4] niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen. Zij kunnen hun vorderingen alsnog bij de burgerlijke rechter aanbrengen. In het kader van de schadevergoedingsmaatregel zal nog worden teruggekomen op de door die benadeelde partijen gestelde schade. Het hiernavolgende heeft enkel betrekking op de overige 24 benadeelde partijen.
bijlage III.
bijlage IIaan dit arrest worden gehecht.
13.Toepasselijke wettelijke voorschriften
gevangenisstrafvoor de duur van
32 (tweeëndertig) maanden.
- 1. 1.00 STK Onroerend registergoed, Woonhuis, [plaats 4] [nummer 2] en [nummer 1] te [plaats 1] sectie H nr. [sectienummer 1] .
- 2. 1.00 STK Onroerend registergoed, Berging, [plaats 4] te [plaats 1] sectie H nr. [sectienummer 2] .
niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat die benadeelde partijen hun vordering slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
€ 3.107.028,18(drie miljoen honderdzevenduizend achtentwintig euro en achttien eurocent) vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de in bijlage III genoemde aanvangsdatum (onder het kopje “wettelijke rente vanaf”) en ten aanzien van [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] en
[benadeelde 4] vanaf respectievelijk 24 oktober 2015, 10 oktober 2016, 23 april 2015 en 10 januari 2014 tot aan de dag der voldoening.
360 (driehonderdzestig)dagen. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting per gedupeerde telkens vervangen door gijzeling van het aantal dagen dat in bijlage III is vermeld (onder het kopje “aantal dagen gijzeling”) en ten aanzien van de slachtoffers [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] en [benadeelde 4] door gijzeling van respectievelijk 2 dagen, 36 dagen, 26 dagen en 8 dagen.
mr. N.M. Simons, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
17 juli 2024.
12 september 2012) en/of zie bijlage 14 behorende bij AMB-081-01 in combi met DOC-279 en/of
DOC-280 (Euro 10.000,- ontvangen op 21 november 2012 en/of Euro 20.000,- ontvangen op
19 december 2012 en/of Euro 10.000,- ontvangen op 27 februari 2013) en/of zie bijlage 2 behorende bij AMB-081-01 (Euro 10.000,- terugbetaald op 10 juni 2013) en/of zie bijlage IV behorende bij SLO-stukken 18-01480/5 (Euro 8.000,- ontvangen op 4 januari 2017)), althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [Obligatiehouder 1] (G05), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
DOC-325 (Euro 5.000,- ontvangen op 4 oktober 2012 en/of Euro 5.000,- ontvangen op
23 november 2012 en/of Euro 20.000,- ontvangen op 30 november 2012 en/of Euro 10.000,- ontvangen op 13 december 2012 en/of Euro 9.000,- ontvangen op 4 februari 2013 en/of Euro 10.000,- ontvangen op 14 mei 2013 en/of Euro 5.000,- ontvangen op 30 oktober 2013 en/of Euro 5.000,- ontvangen op
16 december 2013) en/of zie bijlage 16 behorende bij AMB-081-01 in combi met DOC-327 (Euro 10.000,- ontvangen op 24 oktober 2016)), althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [Obligatiehouder 2] (G08), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
18-01480/11 (Euro 5.000,- ontvangen op 9 juli 2012 en/of Euro 5.000,- ontvangen op 2 september 2012 en/of Euro 8.000,- ontvangen op 21 december 2012) en/of zie bijlage 15 behorende bij AMB-081-01 in combi met bijlage 3 behorende bij SLO-stukken 18/01480/11 (Euro 5.000,- ontvangen op 1 juli 2013) en/of zie bijlage 17 behorende bij AMB-081-01 in combi met bijlage 2 behorende bij SLO-stukken
18-01480/11 (Euro 5.000,-ontvangen op 4 oktober 2013) en/of zie bijlage 16 behorende bij AMB-081-01 in combi met bijlage 1 behorende bij SLO-stukken 18-01480/11 (Euro 30.000,- ontvangen op
26 september 2016)), althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorenden aan [Obligatiehouder 5]
(DOC-564), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
5 oktober 2016) en/of zie bijlage I1 behorende bij SLO-stukken 18-01480/2 in combi met DOC-271 (Euro 50.000,- ontvangen op 4 november 2016) en/of zie G02-02, pagina 1 (Euro 10.000,- terugbetaald op 13 januari 2017)), althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [Obligatiehouder 24] (G02), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
18-01480/12 (Euro 2.500,- ontvangen op 20 juni 2016 en/of Euro 3.000,- ontvangen op
28 september 2016) en/of zie bijlage 7 behorende bij SLO-stukken 18-01480/12 in combi met bijlage 14 behorende bij SLO-stukken 18-01480/12 (Euro 3.000,- ontvangen op 2 december 2016)), althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [Obligatiehouder 10] (DOC-563), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
18-01480/13 in combi met DOC-551 (Euro 10.000,- ontvangen op 23 november 2016)), althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [Obligatiehouder 11] (DOC-544), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
30 oktober 2012)), althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [Obligatiehouder 13]
(DOC-565), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
[bedrijf 1] , althans van een vennootschap, en aldus anders dan door misdrijf onder zich had(den), zich (telkens) wederrechtelijk heeft/hebben toegeëigend
DOC-280 (Euro 10.000,- ontvangen op 21 november 2012 en/of Euro 20.000,- ontvangen op
19 december 2012 en/of Euro 10.000,- ontvangen op 27 februari 2013) en/of zie bijlage IV behorende bij SLO-stukken 18-01480/5 (Euro 8.000,- ontvangen op 4 januari 2017)), althans enig geldbedrag
23 november 2012 en/of Euro 20.000,- ontvangen op 30 november 2012 en/of Euro 10.000,- ontvangen op 13 december 2012 en/of Euro 9.000,- ontvangen op 4 februari 2013 en/of Euro 10.000,- ontvangen op 14 mei 2013 en/of Euro 5.000,- ontvangen op 30 oktober 2013 en/of Euro 5.000,- ontvangen op
16 december 2013) en/of zie bijlage 16 behorende bij AMB-081-01 in combi met DOC-327 (Euro 10.000,- ontvangen op 24 oktober 2016)), althans enig geldbedrag
AMB-081-01 in combi met DOC-449 en/of DOC-450 (Euro 3.000,- ontvangen op 13 november 2012 en/of Euro 4.000,- ontvangen op 20 december 2012)), althans enig geldbedrag
AMB-081-01 in combi met bijlage 5 behorende bij SLO-stukken 18/01480/11 en/of bijlage 4 behorende bij SLO-stukken 18/01480/11 (Euro 5.000,- ontvangen op 9 juli 2012 en/of Euro 5.000,- ontvangen op
2 september 2012 en/of Euro 8.000,- ontvangen op 21 december 2012) en/of zie bijlage 15 behorende bij AMB-081-01 in combi met bijlage 3 behorende bij SLO-stukken 18-01480/11 (Euro 5.000,- ontvangen op 1 juli 2013) en/of zie bijlage 17 behorende bij AMB-081-01 in combi met bijlage 2 behorende bij SLO-stukken 18-01480/11 (Euro 5.000,- ontvangen op 4 oktober 2013) en/of zie bijlage 16 behorende bij AMB-081-01 in combi met bijlage 1 behorende bij SLO-stukken 18-01480/11 (Euro 30.000,- ontvangen op 26 september 2016)), althans enig geldbedrag
AMB-081-01 in combi met DOC-266 en/of DOC-267 en/of DOC-268 (Euro 50.000,- ontvangen op
29 juni 2016 en/of Euro 25.000,- ontvangen op 25 augustus 2016 en/of Euro 25.000,- ontvangen op
15 september 2016) en/of zie bijlage 14 behorende bij AMB-081-01 in combi met DOC-270
(Euro 50.000,- ontvangen op 5 oktober 2016) en/of zie bijlage I1 behorende bij SLO-stukken 18-01480/2 in combi met DOC-271 (Euro 50.000,- ontvangen op 4 november 2016)), althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [Obligatiehouder 24] (G02), althans enig geldbedrag
AMB-081-01 in combi met DOC-471 (Euro 30.000,- ontvangen op 6 juni 2016) en/of zie bijlage 14 behorende bij AMB-081-01 in combi met DOC-472 en/of DOC-473 (Euro 20.000,- ontvangen op
9 juni 2016 en/of Euro 50.000,- ontvangen op 1 juli 2016)), althans enig geldbedrag
5 september 2012)), althans enig geldbedrag
23 november 2016)), althans enig geldbedrag
SLO-stukken 18-01480/22 in combi met bijlage 1 behorende bij SLO-stukken 18/01480/22 (Euro 1.000,- ontvangen op 30 oktober 2012), althans enig geldbedrag,
AMB-081-01 in combi met bijlage 2 behorende bij G16-01a (Euro 2.500,- ontvangen op 6 juni 2016)), althans enig geldbedrag,
18-01480/17 (Euro 10.000,- ontvangen op 28 april 2015 en/of Euro 15.000,- ontvangen op 1 juni 2015)), althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorenden aan [Obligatiehouder 15] (DOC-501/DOC-538), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
18-01480/12 (Euro 3.000,- ontvangen op 24 april 2015 en/of Euro 3.000,- ontvangen op 5 juni 2015) en/of zie bijlage 23 behorende bij AMB-081-02 in combi met bijlage 13 behorende bi SLO-stukken
18-01480/12 (Euro 5.000,- ontvangen op 17 september 2015)), althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [Obligatiehouder 10] (DOC-563), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
28 augustus 2015)), althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [Obligatiehouder 13]
(DOC-565), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
20 juli 2016 te Winterswijk en/of Amsterdam en/of [plaats 1] en/of [plaats 2] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk
22 september 2015) en/of zie bijlage 24 behorende bij AMB-081-03 in combi met DOC-332
8 maart 2016)), althans enig geldbedrag
29 september 2015)), althans enig geldbedrag
AMB-081-03 in combi met DOC-453 en/of DOC-454 (Euro 30.000,- ontvangen op 12 november 2014
Euro 30.000,- (zie bijlage 24 behorende bij AMB-081-03 in combi met DOC-571 (Euro 30.000,-