ECLI:NL:GHAMS:2024:1998
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Zorgregeling en contactherstel tussen minderjarigen en ouders met betrokkenheid van de GI
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de zorgregeling voor de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2], en het contact met hun vader. De moeder heeft in hoger beroep beroep aangetekend tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin een zorgregeling was vastgesteld. De rechtbank had bepaald dat de kinderen om het weekend bij de vader verblijven, maar de moeder verzocht om deze regeling te wijzigen, zodat de kinderen alleen op woensdag en in goed overleg op zaterdag bij de vader zouden verblijven. De vader was het eens met de eerdere beschikking.
De moeder heeft haar verzoek in hoger beroep ingediend op 23 januari 2024, en de vader heeft op 19 februari 2024 een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 7 juni 2024 waren beide ouders aanwezig, evenals vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) en de Raad voor de Kinderbescherming. De kinderen hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om hun mening te geven.
Het hof heeft vastgesteld dat de omstandigheden zijn gewijzigd, aangezien [minderjarige 1] sinds 22 maart 2024 bij de vader woont en geen contact meer wil met de moeder. [minderjarige 2] weigert op zijn beurt contact met de vader. Het hof heeft geconcludeerd dat de zorgregeling opnieuw moet worden vormgegeven op geleide van de GI, die ook het contact tussen de kinderen moet bevorderen. De beslissing van het hof is om de bestreden beschikking te vernietigen en de zorgregeling aan te passen, waarbij de GI een belangrijke rol speelt in het herstel van contact tussen de kinderen en hun ouders.