ECLI:NL:GHAMS:2024:198

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 januari 2024
Publicatiedatum
29 januari 2024
Zaaknummer
200.327.963/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar de waarde van aandelen in SnowWorld N.V. na uitkoopvordering door Alychlo N.V.

In deze zaak heeft Alychlo N.V. een uitkoopvordering ingesteld tegen SnowWorld N.V. en andere aandeelhouders. Alychlo, een Belgische naamloze vennootschap, heeft op 8 mei 2023 gedaagden gedagvaard om te verschijnen voor de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Alychlo vorderde onder andere de overdracht van aandelen in SnowWorld en de vaststelling van de prijs per aandeel. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat Alychlo op de dag van dagvaarding meer dan 95% van het geplaatste kapitaal van SnowWorld bezat, wat de basis vormde voor de vordering. De gedaagden, waaronder SnowWorld en niet bij naam bekende aandeelhouders, hebben zich verweerd tegen de vordering. De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat het waarderingsrapport dat door Alychlo was overgelegd, onvoldoende was om de gevorderde prijs van € 10,50 per aandeel te rechtvaardigen. Daarom heeft de Ondernemingskamer besloten een deskundige aan te stellen om de waarde van de aandelen te bepalen. De peildatum voor deze waardebepaling is vastgesteld op 30 september 2023. De zaak is aangehouden voor indiening van het plan van aanpak en begroting door de deskundige op 5 maart 2024.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer : 200.327.963/01 OK
arrest van de Ondernemingskamer van 23 januari 2024
inzake
de rechtspersoon naar het recht van België,
ALYCHLO N.V.,
gevestigd te Merelbeke, België,
EISERES,
advocaten:
mrs. J.W. de Groot, A.R.T. Kroonen
J.M. van der Kooij, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de naamloze vennootschap
SNOWWORLD N.V.,
gevestigd te Zoetermeer,
advocaten:
mr. R.G.J. de Haanen
mr. D.H. Tilanus, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

2 [A] ,

wonende te [....] ,

3 [B] ,

wonende te [....] ,
advocaat:
mr. T.G.G. Raijmakers, kantoorhoudende te Eindhoven,
e n t e g e n
4.
DE GEZAMENLIJKE, NIET BIJ NAAM BEKENDE, HOUDERS VAN AANDELEN IN HET GEPLAATSTE KAPITAAL VAN DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP SNOWWORLD N.V.,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in of buiten Nederland,
niet verschenen,
GEDAAGDEN.
Eiseres wordt hierna Alychlo genoemd. Gedaagden worden respectievelijk SnowWorld, [A] , [B] en de overige aandeelhouders genoemd. [A] en [B] worden hierna gezamenlijk ook [C c.s.] genoemd.

1.Het verloop van het geding

1.1
Alychlo heeft bij exploot van 8 mei 2023 gedaagden gedagvaard om te verschijnen ter terechtzitting van de Ondernemingskamer van 6 juni 2023 en gevorderd – zakelijk weergegeven – om bij arrest, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad,
a. gedaagden te veroordelen het onbezwaarde recht op de door hen gehouden aandelen in SnowWorld aan Alychlo over te dragen overeenkomstig artikel 2:92a BW;
b. primair de prijs van de over te dragen aandelen vast te stellen op € 10,50 per aandeel, onder inhouding van eventuele belastingen, dan wel
c. subsidiair de prijs van de over te dragen aandelen vast te stellen in Euro op een door de Ondernemingskamer te bepalen peildatum, onder inhouding van eventuele belastingen;
d. te bepalen dat, zolang en voor zover deze prijs voor de over te dragen aandelen nog niet is betaald, deze wordt verhoogd met de wettelijke rente vanaf de datum van het arrest tot aan de datum van de overdracht of de dag van consignatie van de prijs met rente overeenkomstig art. 2:92a lid 8 BW;
e. te bepalen dat uitkeringen die in het hiervoor onder c. bedoelde tijdvak op de aandelen betaalbaar worden gesteld, strekken tot gedeeltelijke betaling van de prijs op de dag van betaalbaarstelling;
f. Alychlo te veroordelen de vastgestelde prijs, met rente als voormeld, te betalen aan de gedaagden tegen levering van het onbezwaarde recht op de aandelen; en
g. de gedaagden, voor zover zij verweer voeren, te veroordelen in de kosten van dit geding.
1.2
Op de rol van 6 juni 2023 zijn SnowWorld en [C c.s.] bij advocaat verschenen. Tegen de overige, niet bij naam bekende, aandeelhouders is verstek verleend.
1.3
SnowWorld heeft zich bij conclusie van antwoord van 6 juni 2023 gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer.
1.4
[C c.s.] hebben bij conclusie van antwoord van 15 augustus 2023 geconcludeerd dat de primaire vordering van Alychlo afgewezen moet worden en voor wat betreft de subsidiaire vordering dat de prijs per aandeel ambtshalve, met behulp van één of drie deskundigen, vast moet worden gesteld, en gevorderd Alychlo te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.5
Op 30 november 2023 heeft Alychlo nadere producties 17 tot en met 20 toegestuurd.
1.6
Partijen hebben de zaak ter zitting van 14 december 2023 doen bepleiten, Alychlo door mr. Kroon en mr. De Groot voornoemd, SnowWorld door mr. L. Leek en mr. De Haan voornoemd en [C c.s.] door mr. Raijmakers voornoemd, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. Partijen hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.
1.7
[C c.s.] hebben gevraagd zich per akte uit te mogen laten over de door Alychlo ingediende nadere producties.
1.8
Ten slotte is arrest gevraagd.

2.De vaststaande feiten

2.1
SnowWorld is in 1996 opgericht en houdt zich hoofdzakelijk bezig met het (doen) aanleggen, beheren en exploiteren van indoor skibanen. SnowWorld beschikt over vijf indoor skiresorts in Nederland, één in Duitsland en één in Frankrijk. Naast indoor skiresorts exploiteert SnowWorld een indoor skydive centrum, klimhallen, een icekartbaan, een glowgolfbaan, een escaperoom en beschikt zij over twee hotels.
2.2
De aandelen in het geplaatste kapitaal van SnowWorld waren van 10 december 2013 tot 1 september 2023 genoteerd aan de effectenbeurs Euronext Amsterdam N.V.
2.3
Alychlo is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht. Alychlo investeert in verschillende sectoren waaronder leisure en sport.
2.4
Sinds februari 2017 is Alychlo aandeelhouder van SnowWorld. Per 29 maart 2017 hield zij 24,42% van de aandelen in SnowWorld.
2.5
Op 28 september 2017 heeft Alychlo in een persbericht bevestigd dat zij een additioneel belang in SnowWorld had verworven, door overname van 1.258.545 aandelen SnowWorld van de grootaandeelhouder [D] tegen een prijs van € 9,50 per aandeel. Daarmee verkreeg Alychlo een belang van meer dan 60% in SnowWorld. Alychlo kondigde overeenkomstig artikel 5:70 Wft aan een verplicht openbaar bod uit te zullen brengen.
2.6
Op 13 maart 2018 hield Alychlo 2.309.982 aandelen in het kapitaal van SnowWorld en heeft zij een openbaar bod, als bedoeld in artikel 5:70 Wft, uitgebracht op alle aandelen in het kapitaal van SnowWorld.
2.7
Op 9 mei 2018 deed Alycho haar openbaar bod gestand. Daarmee kwam Alychlo’s belang in SnowWorld na levering op 15 mei 2018 op 2.605.238 aandelen.
2.8
In de periode juli 2022 tot en met maart 2023 breidde Alychlo haar belang in SnowWorld verder uit door middel van 38 onderhandse transacties voor minimaal € 9,61 en maximaal € 10,50 per aandeel.
2.9
Op 13 maart 2023 heeft Alychlo haar intentie om een uitkoopprocedure te starten aan het bestuur en de raad van commissarissen van SnowWorld bekend gemaakt. SnowWorld heeft vervolgens in een persbericht van 15 maart 2023 de intentie om een uitkoopprocedure te steunen publiek gemaakt.
2.1
Op het moment van het uitbrengen van de dagvaarding in deze procedure (8 mei 2023) hield Alychlo 3.747.298 aandelen SnowWorld. Ook na de datum van dagvaarding breidde Alychlo haar aandelenbelang in SnowWorld verder uit. Op de datum van de mondelinge behandeling (14 december 2023) hield Alychlo circa 97,2% van de aandelen in SnowWorld.
2.11
[A] is houder van 2003 aandelen SnowWorld en [B] is houder van 22.377 aandelen SnowWorld.

3.De gronden van de beslissing

3.1
Alychlo heeft haar vordering gegrond op artikel 2:92a BW. Nu tegen gedaagden sub 4 verstek is verleend, dient de Ondernemingskamer op grond van het bepaalde in artikel 2:92a lid 3 BW ambtshalve te onderzoeken (i) of Alychlo als aandeelhouder voor eigen rekening ten minste 95% van het geplaatste kapitaal van SnowWorld verschaft en (ii) of de vordering is ingesteld tegen de gezamenlijke andere aandeelhouders.
3.2
Alychlo heeft gesteld dat op de dag van dagvaarding (8 mei 2023) het geplaatste kapitaal van SnowWorld € 7.893.482 bedroeg en bestond uit 3.946.741 gewone aandelen met een nominale waarde van € 2 per aandeel en dat SnowWorld 12.640 aandelen in haar eigen kapitaal hield.
Het kapitaalbelang van Alychlo
3.3
Alychlo heeft ter ondersteuning van de stelling dat zij per datum van het uitbrengen van de dagvaarding ten minste 95% van het geplaatste kapitaal van SnowWorld verschaft overgelegd (kopieën van):
(1) de statuten van SnowWorld zoals deze luiden na akte van statutenwijziging van 23 juli 2015, waaruit onder meer blijkt dat het maatschappelijk kapitaal is verdeeld in 8.125.000 gewone aandelen en 1.875.000 aandelen A, alle met een nominale waarde van € 2 (artikel 4 lid 2). De aandelen A luiden op naam, de gewone aandelen luiden op naam of aan toonder (artikel 5);
(2) een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel betreffende SnowWorld van 8 mei 2023, waarin is vermeld dat het geplaatste en gestorte kapitaal van SnowWorld € 7.893.482 bedraagt;
(3) een verklaring van mr. P.P. de Vries, notaris te Amsterdam, van 2 juni 2023, waarin hij op grond van het in die verklaring weergegeven onderzoek van de hierboven genoemde documenten en op grond van:
a. een verklaring van het bestuur van SnowWorld van 31 mei 2023 waarin het bestuur verklaart dat er vanaf 9 mei 2023 geen aandeelhoudersregister van SnowWorld is, geen aandelen A op naam zijn uitgegeven of uitstaan, 3.946.471 gewone aandelen zijn uitgegeven waarvan 12.640 gewone aandelen door de vennootschap in haar eigen kapitaal worden gehouden en dus 3.933.831 (OK: 3.946.471 -/-12.640) gewone aandelen uitstaan;
b. het verzamelbewijs aan toonder uitgegeven ter deponering bij het Nederlands Centraal Instituut voor Giraal Effectenverkeer B.V. (Euroclear Nederland) ten aanzien van alle uitgegeven gewone aandelen;
c. het bestuursbesluit van 1 juni 2023, waarin is besloten aan te nemen, te bekrachtigen en te bevestigen dat het bestuur van SnowWorld omstreeks 6 september 2019 een besluit heeft genomen om 471.954 gewone aandelen uit te geven;
d. het bestuursbesluit van 11 september 2019, waarin is besloten om 328.424 gewone aandelen uit te geven;
e. een bevestigingsbrief van KBC Securities Services van 9 mei 2023, waarin wordt bevestigd dat Alychlo op 8 mei 2023 3.747.298 (effecten van) gewone aandelen houdt op de effectenrekening op naam van Alychlo;
f. een bevestigingsbrief van Van Lanschot Kempen N.V., waarin wordt bevestigd dat op 9 mei 2023 SnowWorld houder is van 12.640 gewone aandelen; en
g. een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel betreffende SnowWorld van 2 juni 2023 waaruit blijkt dat de akte statutenwijziging per de datum van het uittreksel de meest recente statutenwijziging van SnowWorld is,
onder meer verklaart dat Alychlo 3.747.298 gewone aandelen houdt in het kapitaal van SnowWorld, vertegenwoordigend circa 95,25% van het uitstaande kapitaal van SnowWorld.
3.4
Op grond van de overgelegde stukken, mede in onderling verband bezien, staat naar het oordeel van de Ondernemingskamer genoegzaam vast dat Alychlo op de dag van dagvaarding voor eigen rekening 3.747.298 van de in totaal 3.946.471 aandelen in het geplaatste kapitaal van SnowWorld hield. Bij de toets of Alychlo voor eigen rekening ten minste 95% van het geplaatste kapitaal in de vennootschap verschaft, tellen de aandelen die SnowWorld in haar eigen kapitaal houdt (12.640) ingevolge het bepaalde in artikel 2:24d BW in verbinding met artikel 2:118 lid 7 BW niet mee. Aldus verschafte Alychlo op de dag van dagvaarding voor eigen rekening (3.747.298/3.933.831 x 100% = 95,25%) ten minste 95% van het geplaatste kapitaal van SnowWorld. De vordering is in zoverre deugdelijk.
Het dagvaarden van de gezamenlijke andere aandeelhouders
3.5
SnowWorld is als aandeelhouder bij name bekend en op de juiste wijze gedagvaard. De aandelen niet gehouden door SnowWorld worden gehouden door Euroclear Nederland. Uit het systeem van de Wet giraal effectenverkeer volgt dat niet Euroclear Nederland, maar de – niet bij naam bekende – deelgenoten in het depot gerechtigd zijn tot de aandelen. Zij zijn op de juiste wijze gedagvaard. [C c.s.] zijn bij advocaat verschenen. Tegen de overige aandeelhouders is verstek verleend.
3.6
Aan de door gedaagden gehouden aandelen zijn geen bijzondere statutaire rechten inzake de zeggenschap in SnowWorld verbonden. Gesteld noch gebleken is dat een gedaagde ondanks de geboden vergoeding ernstige stoffelijke schade zou lijden door de overdacht van de aandelen of dat Alychlo jegens (een der) gedaagde(n) afstand gedaan heeft van haar bevoegdheid de onderhavige vordering in te stellen. Een afwijzingsgrond op de voet van artikel 2:92a lid 4 BW doet zich hier dus niet voor.
3.7
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen kan de vordering van Alychlo tot overdracht van de aandelen worden toegewezen en resteert de vaststelling van de door Alychlo te betalen prijs voor de over te dragen aandelen.
Prijsbepaling
3.8
Alychlo vordert primair dat de Ondernemingskamer de prijs vaststelt op € 10,50 per aandeel. Alychlo verwijst ter onderbouwing van deze prijs naar een in haar opdracht door AXECO Corporate Finance B.V (hierna: Axeco) opgesteld waarderingsrapport van 21 april 2023 (hierna: het Waarderingsrapport). In het Waarderingsrapport concludeert Axeco dat de door Alychlo geboden uitkoopprijs van € 10,50 per aandeel aan de bovenkant ligt van de door haar berekende waarderingsrange. Deze waarderingsrange is gebaseerd op een berekening van de waarde van de aandelen SnowWorld op basis van de
Discounted Cash Flow-methode in drie verschillende toekomstscenario’s (
pessimistic, base and optimistic case), een vergelijking c.q. analyse van de EV/EBITDA
multiplesvan met SnowWorld op onderdelen vergelijkbare (beursgenoteerde) ondernemingen (
trading multiples; CCA) en van historische transacties van met SnowWorld op onderdelen vergelijkbare ondernemingen (
transaction multiples; CTA), en een VWAP-analyse van de beurskoers van de aandelen in SnowWorld over de laatste 12 maanden. Bij het opstellen van het Waarderingsrapport is uitsluitend gebruik gemaakt van openbare informatie, zoals gepubliceerde jaarverslagen (2017-2018, 2018-2019 en 2019-2020), voorlopige cijfers (2020-2021 en 2021-2022) in persberichten van SnowWorld, analyses van de beurswaarde van de aandelen in SnowWorld en sectorvooruitzichten van ING en ABN AMRO over 2023. Naar aanleiding van een door [C c.s.] overgelegde evaluatie van het Waarderingsrapport (zie hierna 3.9) heeft Axeco (alsnog) toegang gekregen tot SnowWorlds management en mede op basis daarvan op 30 november 2023 een addendum bij het Waarderingsrapport opgesteld (hierna: het Addendum). In het Addendum handhaaft Axeco haar conclusie dat een uitkoopprijs van € 10,50 per aandeel aan de bovenkant ligt van de waarderingsrange.
3.9
[C c.s.] stellen zich op het standpunt dat het Waarderingsrapport geen voldoende grondslag biedt om te kunnen vaststellen dat een prijs van € 10,50 per aandeel een billijke prijs is. Ter onderbouwing hiervan verwijzen [C c.s.] naar een rapport van 11 augustus 2023 opgesteld door Match Plan Corporate Finance B.V. (hierna: Match Plan), waarin Match Plan een analyse heeft gemaakt van de betrouwbaarheid, de volledigheid en de juistheid van (de toepassing van) de door Axeco voor het Waarderingrapport gebruikte informatie, methodes en berekeningswijze. Match Plan wijst erop dat de mate van detaillering en de onderliggende assumpties van de waarderingsanalyse in termen van transparantie, consistentie en toetsbaarheid ontoereikend zijn en dat het Waarderingsrapport mogelijk berekeningsfouten, dubbeltellingen en inconsistenties bevat. Match Plan concludeert op basis daarvan dat het Waarderingsrapport onvoldoende grondslag biedt om de prijs van de aandelen in SnowWorld op basis van
fair market valuete kunnen vaststellen. [C c.s.] menen op basis van een eigen analyse dat de waardering veel hoger had moeten uitvallen en dat een uitkoopprijs van € 10.50 dus veel te laag is.
3.1
De Ondernemingskamer overweegt als volgt. De wetgever heeft in art. 2:92a BW een regeling getroffen die het een grootaandeelhouder (als bedoeld in lid 1 van die bepaling) mogelijk maakt in een eenvoudige procedure de andere aandeelhouder(s) uit te kopen en daardoor de overige aandelen te verwerven. Art. 2:92a lid 5 BW bepaalt dat de rechter de prijs vaststelt die de over te dragen aandelen op een door hem te bepalen dag (de peildatum) hebben. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever ervan is uitgegaan dat aan de uitgekochte aandeelhouder een reële en redelijke vergoeding wordt toegekend. Dit strookt ermee dat op grond van art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM de vastgestelde prijs van de over te dragen aandelen gerelateerd aan hun waarde ten minste redelijk moet zijn oftewel “
reasonably related to its value” (vgl.
HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1745, rov. 3.2).
3.11
Op grond van artikel 2:92a lid 5 BW stelt de Ondernemingskamer de prijs van de over te dragen aandelen vast en kan zij daartoe zo nodig één of drie deskundigen benoemen. Om te kunnen beoordelen of aan de uitgekochte aandeelhouder een reële en redelijke vergoeding voor zijn aandelen wordt toegekend verlangt de Ondernemingskamer in een geval als dit voor de vaststelling van de prijs van de over te dragen aandelen op de peildatum in ieder geval een beredeneerde verklaring van een onafhankelijke waarderingsdeskundige over de waarde van de aandelen per een zo recent mogelijk datum. In dit geval is de uitkoopprocedure immers niet binnen redelijke tijd na afronding van het openbaar bod gestart. De Ondernemingskamer is van oordeel dat het Waarderingsrapport en het Addendum, mede bezien in het licht van de in het rapport van Match Plan genoemde mogelijke tekortkomingen, daarvoor niet toereikend zijn.
3.12
Daarbij is van belang dat de onderneming van SnowWorld in de jaren 2021 en 2022 ernstig te lijden heeft gehad van de gevolgen van de Covid-19-pandemie en de daarop gevolgde sterke stijging van de energieprijzen, met als gevolg dat over de afgelopen jaren van een normale bedrijfsvoering geen sprake is geweest. Verder geldt dat jaarrekeningen van SnowWorld over 2020-2021 en 2021-2022 tot op heden niet zijn vastgesteld en dat daarop geen accountantscontrole heeft plaatsgevonden. Axeco heeft het Waarderingsrapport opgesteld op basis van uitsluitend publiek bekend gemaakte informatie, waaronder persberichten van SnowWorld waarin voorlopige cijfers over 2021 en 2022 bekend werden gemaakt, en de (algemene) verwachtingen voor 2023 van ING en ABN AMRO voor de
leisure sectorin Nederland. Voorafgaand aan het opstellen van het Waarderingsrapport heeft Axeco geen informatie bij het management van SnowWorld ingewonnen. Blijkens het Addendum heeft Axeco in november 2023 wel met het management van SnowWorld gesproken en kennelijk ook inzage gehad in onder meer de voorlopige cijfers over 2023, maar ook hier ontbreekt ieder inzicht in (de juistheid, volledigheid en detaillering van) de verwachtingen en onderliggende gegevens. De in het Waarderingsrapport ten behoeve van de DCF-waardering geformuleerde toekomstscenario’s (
pessimistic, baseen
optimistic), zijn als gevolg daarvan niet zonder meer gebaseerd op een voldoende specifieke en toetsbare beredeneerde inschatting van het management en/of op voldoende gedetailleerde en toetsbare gegevens over (trends in) de bedrijfsvoering en de verdiencapaciteit van SnowWorld of vergelijkbare ondernemingen. Uit het Waarderingsrapport volgt dat aan de multiple-analyses maar zeer beperkt waarde kan worden toegekend omdat eigenlijk geen relevante of betekenisvolle gegevens over voldoende en goed vergelijkbare ondernemingen en transacties voorhanden zijn. Het overzicht van de beurskoers van de aandelen in SnowWorld laat zien dat de beurskoers van het aandeel over de laatste twaalf maanden voor de datum van het Waarderingrapport varieerde tussen € 9,50 en € 12,10, maar ook dat het aandeel in de jaren daaraan voorafgaand aanzienlijk hoger stond genoteerd. Gelet op het voorgaande bieden het Waarderingsrapport en het Addendum en de daarin opgenomen gegevens al met al geen voldoende grondslag voor een beoordeling van de vraag of aan de aandeelhouders met een prijs van € 10,50 per aandeel een reële en redelijke vergoeding voor de over te dragen aandelen wordt toegekend.
3.13
De Ondernemingskamer heeft gelet op het voorgaande behoefte aan een deskundigenbericht over de waarde van de over te dragen aandelen. Naar het oordeel van de Ondernemingskamer kan met de benoeming van één deskundige worden volstaan. De deskundige zal kennis kunnen nemen en naar eigen inzicht gebruik kunnen maken van de rapporten en bevindingen van Axeco en Match Plan. Het staat de te benoemen deskundige vrij om zo nodig de deskundigheid van (een) ander(en) in te roepen. De Ondernemingskamer zal de te benoemen deskundige vragen om binnen zes weken een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en deze aan de Ondernemingskamer toe te sturen. De Ondernemingskamer zal Alychlo in de gelegenheid stellen zich uit te laten over die begroting en vervolgens het onderzoeksbudget vaststellen. De Ondernemingskamer zal bepalen dat het voorschot op de kosten van het deskundigenonderzoek ten laste komt van Alychlo.
Peildatum
3.14
Door geen van partijen is ingegaan op de te hanteren peildatum. Gelet op vaste jurisprudentie van de Ondernemingskamer is bij vorderingen als de onderhavige, waaraan geen recent openbaar bod is voorafgegaan, de peildatum bij de vaststelling van de prijs de datum van het tussenarrest waarin de Ondernemingskamer constateert dat artikel 2:92a lid 1 en 4 BW de toewijzing van de vordering niet beletten en de vordering daarom in beginsel kan worden toegewezen, of een andere daarbij zo dicht mogelijk gelegen, voor de hand liggende datum. SnowWorld hanteert een gebroken boekjaar van 30 september tot 1 oktober. Gelet op het beperkte tijdsverloop tussen 30 september 2023 en de datum van onderhavig arrest zal de Ondernemingskamer voor wat betreft de peildatum om praktische redenen uitgaan van 30 september 2023. De te benoemen deskundige dient derhalve de waarde van de over te dragen aandelen te bepalen per 30 september 2023, met inachtneming van alle daarvoor relevante feiten en omstandigheden.
Concluderend
3.15
De slotsom is dat de Ondernemingskamer een onderzoek door een deskundige naar de waarde van de over te dragen aandelen zal gelasten zoals hierna te vermelden.
3.16
Het verzoek van [C c.s.] zich bij nadere akte uit te mogen laten over de door Alychlo ingediende nadere producties zal worden afgewezen nu het belang daarvan op dit moment is komen te vervallen. Zo nodig zullen zij dat in het kader van of na het deskundigenbericht alsnog kunnen doen.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beveelt een onderzoek door drs. M.J.J. van Prooijen RV naar de waarde van de over te dragen aandelen in het geplaatste kapitaal van SnowWorld N.V., gevestigd te Zoetermeer, een en ander met inachtneming van hetgeen in dit arrest is overwogen;
houdt in verband met het bepaalde in 3.13 de vaststelling van het onderzoeksbudget aan en verwijst de zaak naar de terechtzitting van de Eerste Enkelvoudige Kamer voor de Behandeling van Burgerlijke Zaken (rol van de Ondernemingskamer) van 5 maart 2024 voor indiening van het plan van aanpak en de begroting door de deskundige;
bepaalt dat Alychlo voor de betaling van de kosten van de onderzoeker ten genoegen van de deskundige zekerheid dient te stellen voor de aanvang van zijn werkzaamheden;
bepaalt dat de deskundige, in het kader van zijn onderzoek, partijen in de gelegenheid dient te stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van het onderzoek dient te blijken dat aan dit voorschrift is voldaan;
bepaalt dat de griffier van de Ondernemingskamer onverwijld een afschrift van dit arrest en van het procesdossier aan de deskundige zal doen toekomen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. W.A.H. Melissen en mr. A.P. Wessels, raadsheren, en W. Wind en drs. G.A.J. Dubbeld, raden, in tegenwoordigheid van mrs. N.E.M. Keereweer en F.C.W. Wijffels, griffiers, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2024.