Op 1 juli 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 1 juni 2023 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 5 juni 2020 in Alkmaar twee verkeersdelicten heeft gepleegd. Het hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken met een proeftijd van 1 jaar. De bewezenverklaarde feiten zijn gekwalificeerd als overtredingen van artikel 8, vijfde lid, en artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft de beslissing genomen dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. M.D.M. van der Voort.