ECLI:NL:GHAMS:2024:1923

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 juli 2024
Publicatiedatum
10 juli 2024
Zaaknummer
23-002930-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en oplegging gevangenisstraf in diefstalzaak

Op 1 juli 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 4 november 2022 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 22 oktober 2022 in Amsterdam een diefstal heeft gepleegd. Het hof heeft het eerdere vonnis vernietigd en een gevangenisstraf van zes weken opgelegd. Deze straf is met aftrek van voorarrest, zoals bepaald in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte, wiens naam en gegevens in het document zijn geanonimiseerd, is geboren in 2000 en heeft een adres dat eveneens niet is vermeld. Het hof heeft de wettelijke voorschriften, met name de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, toegepast bij de beoordeling van de zaak. De beslissing van het hof houdt in dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf, voor zover deze tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-271178-22
parketnummer hoger beroep : 23-002930-22
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 1 juli 2024 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 4 november 2022 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats] ([geboorteland])
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal.
gepleegd
op 22 oktober 2022 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gewezen door mr. N. van der Wijngaart, in bijzijn van mr. M.D.M. van der Voort, griffier.
mr. N. van der Wijngaart