ECLI:NL:GHAMS:2024:1921

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 juli 2024
Publicatiedatum
10 juli 2024
Zaaknummer
23-003181-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake mishandeling, diefstal en vernieling met vrijspraak voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet

Op 1 juli 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 27 november 2023 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die werd beschuldigd van mishandeling, diefstal door middel van braak, vernieling en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. Het hof verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor de zaak betreffende de mishandeling. Voor de diefstal, gepleegd op 3 februari 2022, werd het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging. De verdachte werd vrijgesproken van de beschuldiging van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. Voor de vernieling werd de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 20 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard, en de benadeelde partij werd verwezen naar de burgerlijke rechter voor schadevergoeding. Het hof heeft ook de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf gewijzigd en de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer(s) eerste aanleg : 13-309521-22; 13-147042-23 (gev. ttz); 13-188526-23 (gev. ttz);
13-202834-22 (TUL) en 13-005202-23 (TUL)
parketnummer hoger beroep : 23-003181-23
TEGENSPRAAK(gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 1 juli 2024 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 27 november 2023 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1969 te [geboorteplaats] ([geboorteland])
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het in de zaak met parketnummer 13-309521-22 onder 2 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
gepleegd
in de zaak met parketnummer 13-309521-22
feit 2:
op 3 februari 2022 te Amsterdam;

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 63 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-147042-23 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het openbaar ministerie ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-309521-22 onder 1 tenlastegelegde niet-ontvankelijk in de vervolging.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 13-188526-23 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
20 (twintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Beveelt de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 28 oktober 2022 met parketnummer 13-202834-22, in die zin dat in plaats van de voorwaardelijk opgelegde geldboete van EUR 500,00 een
taakstrafvoor de duur van
20 (twintig) urenwordt tenuitvoergelegd, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Wijst af de vordering van de officier van justitie van het Parket OVJ Amsterdam van 17 juni 2023, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 31 maart 2023, parketnummer 13-005202-23, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 2 weken..
Gewezen door mr. N. van der Wijngaart, in bijzijn van mr. M.D.M. van der Voort, griffier.
mr. N. van der Wijngaart