ECLI:NL:GHAMS:2024:189

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
26 januari 2024
Zaaknummer
23-002808-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mega onderzoek Tandem IV: Valse facturen en witwassen door registeraccountant

In deze zaak, die voortvloeit uit het Mega onderzoek Tandem IV, is de verdachte, een registeraccountant, beschuldigd van het opstellen en voorhanden hebben van valse facturen voor niet verrichte werkzaamheden, alsook van witwassen van de bedragen die ten behoeve van deze facturen zijn betaald. De verdachte is in hoger beroep gegaan tegen een eerder vonnis van de rechtbank Amsterdam, dat op 11 oktober 2021 werd uitgesproken. Het hof heeft de zaak behandeld op verschillende zittingen in december 2023 en januari 2024. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opmaken van valse facturen en het feitelijk leidinggeven aan het voorhanden hebben van deze valse documenten. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij het opzetten van een systeem van gewoontewitwassen, waarbij aanzienlijke bedragen van criminele oorsprong werden witgewassen door middel van valse facturen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 200 uren. Het hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte als registeraccountant en de impact van zijn daden op het vertrouwen in het financiële verkeer.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002808-21
datum uitspraak: 25 januari 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 11 oktober 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-995004-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1971,
adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12, 15 en 19 december 2023, 12 januari 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte en het openbaar ministerie hebben hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2016 tot en met 30 november 2016 te Amstelveen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en met de rechtspersoon, [bedrijf 1] B.V. (waaraan hij, verdachte, feitelijk leiding gaf), althans alleen
opzettelijk een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, te weten:
een factuur verzonden door of afkomstig van [bedrijf 1] BV en gericht aan [bedrijf 2] BV ( [adres 2] ) gedateerd 15 november 2016,
bestaande de valsheid en/of vervalsing hierin dat op het geschrift valselijk en/of in strijd met de waarheid is vermeld dat sprake was van (de op de factuur vermelde) " overname verplichting [bedrijf 2] B.V./Dhr [getuige] met factuurnummer [nummer 1] , gedateerd op 15 november 2016", voor een bedrag van Euro 62.500 inclusief BTW terwijl in werkelijkheid geen sprake was van een " [vermelding 1] ", althans deze factuur niet de werkelijke situatie vermelde;
2.
[bedrijf 1] BV en/of [bedrijf 3] BV en/of [bedrijf 4] BV op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2017 te Amstelveen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
(telkens) opzettelijk de hierna (onder a,b,c,d,e,f,g,h,i,j en/of k) genoemde valselijk opgemaakte en/of vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen voorhanden heeft gehad, terwijl [bedrijf 1] BV en/of [bedrijf 3] BV en/of [bedrijf 4] en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) en/of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die geschriften bestemd waren voor gebruik als waren deze echt en onvervalst
tot het plegen van welk bovenomschreven stafbare feit(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met een ander/anderen althans alleen, opdracht heeft gegeven dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met een ander/anderen, althans alleen feitelijke leiding heeft gegeven;
of
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2017 te Amstelveen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
(telkens) opzettelijk de hierna (onder a,b,c,d,e,f,g,h,i,j en/of k) valselijk opgemaakte en/of vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van
enig feit te dienen voorhanden heeft gehad, terwijl hij (en zijn mededader(s) (telkens) wist(en) en/of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die geschriften bestemd waren voor gebruik als waren deze echt en onvervalst,
te weten de geschriften [zie dossier, ordner 3 van 7, C28 1278 e.v.]
a. een factuur van het bedrijf [bedrijf 5] BV met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 2] " met factuurnummer [nummer 2] , d.d. 24 januari 2013, met een gesteld bedrag van 2.420, - euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 3] BV;
b. een factuur van het bedrijf [bedrijf 5] BV met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 3] " met factuurnummer [nummer 3] , d.d. 24 januari 2013, met een gesteld bedrag van 18.150,- euro (inclusief BTW) geadresseerd aan [bedrijf 1] BV;
c. een factuur van het bedrijf [bedrijf 5] BV met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 4] " met factuurnummer [nummer 4] , d.d. 22 maart 2014, met een gesteld bedrag van 27.830,- euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 7] BV (Handelsnaam van [bedrijf 3] BV);
d. een factuur van het bedrijf [bedrijf 5] BV met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 5] " met factuurnummer [nummer 5] , d.d. 29 december 2014, met een gesteld bedrag van 21.780,- euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 1] BV;
e. een factuur van het bedrijf [bedrijf 6] BV met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 6] " met factuurnummer [nummer 6] , d.d. 18 mei 2015, met een gesteld bedrag van 6.050,- euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 1] BV;
f. een factuur van het bedrijf [bedrijf 6] BV met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 7] " met factuurnummer [nummer 7] , d.d. 19 oktober 2015, met een gesteld bedrag van 18.150,- euro (inclusief BTW) geadresseerd aan [bedrijf 1] BV/ [bedrijf 4] BV;
g. een factuur van het bedrijf [bedrijf 6] BV met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 8] " met factuurnummer [nummer 8] , d.d. 10 november 2015, met een gesteld bedrag van 43.560,- euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 1] BV/ [bedrijf 4] BV;
h. een factuur van het bedrijf [bedrijf 6] BV met als vermelde werkzaamheden of diensten: '" [vermelding 9] " d.d. 3 augustus 2016 met een gesteld bedrag van 36.300 euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 1] BV/ [bedrijf 4] BV;
i. een factuur van het bedrijf [bedrijf 6] BV met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 10] " met factuurnummer [nummer 9] , d.d. 10 november 2016, met een gesteld bedrag van 30.250,- euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 1] BV en/of [bedrijf 4] BV;
j. een factuur van het bedrijf [bedrijf 6] BV met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 11] ", met factuurnummer [nummer 10] , d.d. 28 augustus 2017, met een gesteld bedrag van 24.200,- euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 1] BV;
bestaande de valsheid en/of vervalsing (telkens) hierin dat op die geschriften valselijk en/of in strijd met de waarheid is vermeld en/of opgenomen dat de op die facturen vermelde werkzaamheden verricht zijn en/of beschreven diensten zijn geleverd op de wijze als omschreven in de facturen, terwijl in werkelijkheid vermelde werkzaamheden en/of diensten niet of niet op de wijze als omschreven in de facturen zijn verricht;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 29 augustus 2017 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en met een of meer rechtspersonen, te weten [bedrijf 1] BV en/of [bedrijf 4] BV (aan welke rechtspersonen, hij, verdachte, feitelijk leiding gaf), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen,
immers heeft/hebben hij verdachte en/of zijn mededader(s), toen en daar, op een of meer tijdstippen in voornoemde periode (telkens) van een aantal voorwerpen, te weten:
(betaalde geldbedragen)
- een geldbedrag van 18.150,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 27 januari 2014;
- een geldbedrag van 2420,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 27 januari 2014;
- een geldbedrag van 27.830,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 24 maart 2014;
- een geldbedrag van 6050,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 8 september 2014;
- een geldbedrag van 18.150,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 29 september 2014;
- een geldbedrag van 8470,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 5 januari 2015;
- een geldbedrag van 13.310,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 12 januari 2015;
- een geldbedrag van 6050,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 25 mei 2015;
- een geldbedrag van 18.150,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 20 oktober 2015;
- een geldbedrag van 43.560,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 11 november 2015;
- een geldbedrag van 40.500,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 22 februari 2016;
- een geldbedrag van 20.000,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 22 februari 2016;
- een geldbedrag van 36.300,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 4 augustus 2016;
- een geldbedrag van 24.200,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 13 september 2016;
- een geldbedrag van 30.250,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 28 november 2016; en
- een geldbedrag van 24.200,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 29 augustus 2017;
(in ontvangst genomen geldbedragen)
- een geldbedrag van 62.500,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 1] BV en betaald op 28 november 2016, afkomstig van [bedrijf 2] BV
- ( telkens) de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld , dan wel verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) van die voorwerpen was/waren, en/of
- ( telkens) die voorwerpen verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of gebruikt, terwijl hij en/of zijn mededaders (telkens) wisten, althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat deze voorwerpen onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
subsidiair:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [getuige] en/of [medeverdachte 3] en/of [bedrijf 6] BV en/of [bedrijf 5] BV en/of [bedrijf 2] BV en/of een of meer anderen (rechts-)personen, zich op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 29 augustus 2017 te Amstelveen en/of te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen (rechts-)personen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) van het plegen van witwassen een gewoonte hebben gemaakt, althans zich schuldig hebben gemaakt aan witwassen,
immers heeft/hebben [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [bedrijf 6] BV en/of [bedrijf 5] BV en/of [bedrijf 2] BV en/of een of meer van hun mededaders van een aantal voorwerpen, te weten:
- een geldbedrag van 18.150,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 27 januari 2014;
- een geldbedrag van 2420,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 27 januari 2014;
- een geldbedrag van 27.830,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 24 maart 2014;
- een geldbedrag van 6050,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 8 september 2014;
- een geldbedrag van 18.150,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 29 september 2014;
- een geldbedrag van 8470,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 5 januari 2015;
- een geldbedrag van 13.310,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 12 januari 2015;
- een geldbedrag van 6050,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 25 mei 2015;
- een geldbedrag van 18.150,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 20 oktober 2015;
- een geldbedrag van 43.560,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 11 november 2015;
- een geldbedrag van 40.500,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 22 februari 2016;
- een geldbedrag van 20.000,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 22 februari 2016;
- een geldbedrag van 36.300,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 4 augustus 2016;
- een geldbedrag van 24.200,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 13 september 2016;
- een geldbedrag van 30.250,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 28 november 2016; en
- een geldbedrag van 24.200,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 29 augustus 2017;
- een geldbedrag van 62.500,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 1] BV betaald op 28 november 2016, afkomstig van [bedrijf 2] BV,
- ( telkens) de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld, dan wel verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende van die voorwerpen was, en/of
- ( telkens) die voorwerpen verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of gebruikt, terwijl hij en/of zijn mededaders (telkens) wisten, althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat deze voorwerpen onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 30 november 2016 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
-de rechtspersonen [bedrijf 1] BV en/of [bedrijf 4] BV en/of [bedrijf 3] BV, aan welke rechtspersonen, hij, verdachte, feitelijk leiding gaf, de geldbedragen te betalen dan wel betalingen te (laten) verrichten die genoemd worden op valse facturen, althans daaraan zijn medewerking te verlenen en/of
-een valse factuur op te (doen) stellen en (laten) versturen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de rechtbank.

Inleiding

Naar aanleiding van de strafrechtelijke onderzoeken Tandem I en II zijn zes mannen, onder wie [medeverdachte 4] (hierna: [medeverdachte 4] ), door de rechtbank Amsterdam veroordeeld voor (onder meer) hun betrokkenheid bij een liquidatiepoging in 2015. Uit het onderzoek Tandem II bleek dat [medeverdachte 4] via het beveiligde netwerk van de server [server] contact had met [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ), hetgeen heeft geleid tot het onderzoek Tandem III.
Naar aanleiding van het onderzoek Tandem III is [medeverdachte 3] door de rechtbank Amsterdam bij vonnis van 7 december 2018 onherroepelijk veroordeeld voor onder meer het medeplegen van witwassen in november 2015 en deelname aan een criminele organisatie met [medeverdachte 5] (hierna: [medeverdachte 5] ) en anderen, in de periode van februari tot en met november 2015, welke organisatie zich bezighield met de invoer van harddrugs. [1]
Naar aanleiding van het onderzoek Tandem III is de verdenking gerezen dat [medeverdachte 3] contact onderhield met [medeverdachte 1] (hierna [medeverdachte 1] ) en diens broer [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) om door [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] verworven crimineel vermogen door de broers en hun bedrijven te laten witwassen. De broers en hun bedrijven zouden daarbij ook aanzienlijke geldbedragen van bedrijven van [verdachte] (verdachte, hierna: [verdachte] ) hebben ontvangen. Dit heeft geleid tot onderhavig onderzoek, Tandem IV, waarin [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] als verdachten van – kort gezegd – witwassen en valsheid in geschrift naar voren zijn gekomen.

Standpunten

Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten. Zij sluit zich aan bij de overwegingen van de rechtbank die betrekking hebben op de in eerste aanleg bewezenverklaarde feiten. Ten aanzien van de vrijspraken voor het witwassen van de onder feit 3 ten laste gelegde geldbedragen die verband houden met de onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde facturen, verzoekt zij het hof het bewijs in een breder perspectief te beschouwen dan de rechtbank heeft gedaan. Op basis van valse facturen is een geldstroom tussen verschillende bedrijven op gang gebracht via [verdachte] en onder meer [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] waarna het geld ten gunste komt van [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] en anderen. Het kan niet anders dan dat voor het betalen van de valse facturen gelden zijn gebruikt die van misdrijf afkomstig zijn. De [server] -berichten en de iMessage-gesprekken tonen overduidelijk witwassen aan. Er kan niet worden gestopt bij de constatering dat [verdachte] onverschuldigd betaald heeft. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De raadsvrouw heeft betoogd dat, naar het hof begrijpt, het dossier geen enkele aanwijzing bevat dat de verdachte op de hoogte was van het bestaan van [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] of [medeverdachte 4] of van hun activiteiten en hij ook niet op de hoogte was van wat er gebeurde met de bedragen die hij aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] betaalde naar aanleiding van de ontvangen facturen. Ook volgt uit het dossier op geen enkele manier wat het motief van de verdachte zou zijn om mee te werken aan de vermeende witwasconstructie.
Hetgeen door de raadsvrouw per afzonderlijk feit of onderdeel daarvan is aangevoerd, zal voor zover nodig in de bewijsoverwegingen worden opgenomen.

Redengevende feiten en omstandigheden

Gelet op de samenhang tussen de ten laste gelegde feiten, zullen de redengevende feiten en omstandigheden niet per tenlastegelegd feit afzonderlijk worden opgenomen. Het hof gaat uit van de volgende redengevende feiten en omstandigheden. De verdachte zal hierna worden aangeduid met [verdachte] .
[medeverdachte 1] is bestuurder en enig aandeelhouder van [bedrijf 8] B.V. (hierna: [bedrijf 8] ) vanaf de oprichting op 9 oktober 2012. [2] Onder [bedrijf 8] hing [bedrijf 5] B.V. (hierna: [bedrijf 5] ). [3] [medeverdachte 1] was directeur van [bedrijf 5] . [medeverdachte 1] heeft verklaard dat er geen andere mensen waren die betalingen konden doen voor [bedrijf 5] en dat hij alleen kon beschikken over de identifier waarmee bankbetalingen werden gedaan. [4]
[medeverdachte 2] is sinds de oprichting op 5 juni 2014 enig bestuurder van de vennootschap [bedrijf 6] B.V. (hierna: [bedrijf 6] ). Enig aandeelhouder is vanaf 12 maart 2015 [stichting] . [5] [medeverdachte 2] is de bestuurder van deze stichting sinds 1 januari 2017. [6]
[verdachte] is registeraccountant. [verdachte] is bestuurder en enig aandeelhouder van [verdachte] Holding B.V. (hierna: [bedrijf 1] ) sinds 8 maart 1999. Een handelsnaam van [bedrijf 1] is [bedrijf 4] . [7]
[bedrijf 1] is enig aandeelhouder van [bedrijf 3] B.V. (hierna: [bedrijf 3] ) sinds 8 maart 1999. [verdachte] is hiervan bestuurder sinds 31 oktober 2014. [bedrijf 3] heeft meerdere handelsnamen, waaronder [bedrijf 3] en [bedrijf 7] . [8]
[getuige] is bestuurder en enig aandeelhouder van [bedrijf 2] B.V. (hierna: [bedrijf 2] ) sinds 1 april 2015. [9]
Uit onderzoek is gebleken dat [nummer 11] is gebruikt door [medeverdachte 5] en dat [nummer 12] is gebruikt door [medeverdachte 3] . [10] [medeverdachte 1] heeft [medeverdachte 3] leren kennen als vriend in [plaats 1] en via hem heeft hij [medeverdachte 5] leren kennen. [11] [medeverdachte 5] maakte ook gebruik van de nummers [nummer 13] en [nummer 14] . [12]
De gebruiker van het e-mailadres [nummer 15] werd geïdentificeerd als zijnde
[medeverdachte 4] . [13]
Uit het bankrekeningoverzicht van [bedrijf 5] blijkt dat in de periode van 1 januari 2014 tot en met 30 september 2015 betalingen hebben plaatsgevonden door [bedrijf 4] ( [bedrijf 1] ) (in totaal € 64.789,45) en [bedrijf 3] (in totaal € 30.250,-), op een totaalbedrag aan bijschrijvingen van € 253.194,- (inclusief contante stortingen). [14]
Op 6 februari 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 3] :
[bijnaam] heeft gereageerd hij gaat er achter aan zegt hij heb hem gezegd als je blut bent zeg het dan gewoon maar hou die man niet voor de gek dat het overgemaakt is als het niet overgemaakt is lul
[medeverdachte 5] :
Blut???? Dat kan helemaal niet met het hele verhaal bij elkaar secondddd erafff!!
[medeverdachte 3] :
HAHAHAHA wil je hem erop? Is zo gedaan hoor! 1 bericht en hij staat er op! Seconddd gekkk!
[medeverdachte 5] :
Ben er mooi klaar mee ik moet acceptgiros in adam betalen door [bijnaam] witwassen grote klootzak en nu?
[medeverdachte 3] :
[bijnaam] die man als die man problemen krijgt door jou gedrag dan hou ik jou verantwoordelijk dat is de afspraak wat jij vroeg heeft hij gedaan en dan kom jij 1 keer op tijd en nu 8 dagen te laat! Dit is niet correct naar die man toe! Dit heb ik hem gestuurd
[medeverdachte 5] :
En dan wil ie dat ik palinkjes voor die familie ga roken. Ik hang hem in die rook ton gerookte [bijnaam] (…) November maakte ie ook pas negen december over. [15]
Uit de bankrekeningafschriften van [bedrijf 5] blijkt dat [medeverdachte 5] op 9 december 2014 een salarisbetaling heeft ontvangen van € 1.326,92. [16]
Op 7 februari 2015 stuurt [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 5] :
Ik ga hem later op de avond weer aanpakken zn moer kk [bijnaam] [17]
Op 19 februari 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 3] :
[bijnaam] huilt gab (…) Ik heb hem klem ik heb jou gezegd heb een andere kant die je niet wilt mee maken die Porsche gaat nu mee met mij (...) Auto’s gaan mee nu per direct
[medeverdachte 5] :
Om te dwingen?
[medeverdachte 3] :
Jij weet niet wat er nu met hem gaat gebeuren broer strakke is mee die gaat hem neuken
[medeverdachte 5] :
Waar is al die poen? 20 van jou 11 van mij ongeveer?
[medeverdachte 3] :
50 van mij die van jou is safe met die van mij zijn rekeningen betaald schulden enzo
[medeverdachte 5] :
En wrm nu zware actie?
[medeverdachte 3] :
omdat ik al die shit zat ben heb jou gezegd toch van de week mijn hoofd is moe van al die dingen ik hou niet van streken daarom vroeg ik jou ook eerlijk broer heb je iets te maken met die 500K van jan enzo jij bent eerlijk (…) [bijnaam] speelt spelletjes met mijn goedheid en die houdt op een geven moment op
[medeverdachte 5] :
Niet teveel druk zetten porsch mee nemen beetje druk zetten laat m ze vader ff storten
[medeverdachte 3] :
Lexus gaat ook mee broer ik hou niet van deze spelletjes
[medeverdachte 5] :
Ja die ook. Ga ik morgen heel onnozel reageren beste [medeverdachte 1] ,
[medeverdachte 3] :
[bijnaam] huilt echt broer. Porsche is mee broer heb je interesse in die porsche? Die auto rijdt wel lekker broer [18]
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat met [bijnaam] meestal [afkomst] wordt bedoeld. [19]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij in een Lexus reed en dat hij een Porsche Cayenne in privé heeft geleased en in gebruik had tot 2015. [20]
Op 20 februari 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 5] :
Hahahaaha. Als ie in een schuur moet staan heb schuur. Belde [bijnaam] net op. Ik zeg wrm reargeer jij niet ja dit en dat gekkenhuis hier. Ik oh wanneer maak je over? Voor einde maand. Hahaahahahahah zielig stemmetje. Ik zei niks
[medeverdachte 3] :
[bijnaam] zijn porsche staat bij mij voor de deur broer vrouw huilen en shit
[medeverdachte 5] :
Het was een gekkenhuis zei [bijnaam] ik ging er niet op in. Zielig stemmetje. (…)
[medeverdachte 3] :
Hij wou jou contract ontbinden auto uitschrijven van de zaak enzo hij zei ik kan deze wereld niet aan is te heftig ik kies voor veiligheid van mijn vrouw en kinderen ik los alles op (…) Hij gaat vanaf 28 deze maand direct met jou zaken doen hij gaat mij er niet meer bij betrekken hij heeft gezien dat ik tot alles in staat kan zijn. [bijnaam] wilt zijn auto terug wat zal ik doen? Terug geven of in de fik steken?
[medeverdachte 5] :
Eerst mij betalen 2x en jou afspraak nakomen. Zo werkt het ga maar lenen bij je vader. Of bij een andere gek
[medeverdachte 3] :
Hij gaat jou sowieso betalen hij wilt er van af wat wil jij? Verder gaan met hem. Hij doet het wel alleen hij is zielig (…) Maar hij wilt jou ook ontbinden moet ik dat tegen gaan of laten gaan? (…) Hij gaat betalen 2x nu maar hij wilt alles en iedereen nu ontbinden hij wilt een schone zaak verder
[medeverdachte 5] :
Ik ga van de week naar hem toe en dan hoor ik het wel. Hij deed normaal aan de tel maar omdat jij zo doet tegen hem gaat hij weer tegen jou zo doen heel kinderachtig van hem
[medeverdachte 3] :
Hij is bang hahahaha [21]
Op 26 februari 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 5] :
Bro nog niks erop van [bijnaam] het is nu al 26e twee maanden achter stand. Wat zeg jij ervan
[medeverdachte 3] :
Ik heb rond 2 uur met hem afgesproken hij schijnt nu geld te hebben denk dat hij het wel gaat regelen de druk is te hoog nu [22]
Op 27 februari 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 5] :
Bro kan jij [bijnaam] nog even pushen nog steeds niks
[medeverdachte 3] :
Doe ik bro ga nu vriend zien
[medeverdachte 5] :
2 maanden achter stand reargeerd nergens meer op
[medeverdachte 3] :
[bijnaam] toch
[medeverdachte 3] :
Ok geen probleem jou salaris is overgemaakt hoor ik net kijk dat even na [23]
Uit de bankrekeningafschriften van [bedrijf 5] blijkt dat [medeverdachte 5] op 27 februari 2015 een salarisbetaling heeft ontvangen van € 1.326,-. [24]
[bedrijf 5] had van 28 april 2014 tot 9 maart 2015 een Mercedes A180 met kenteken [kenteken 1] op naam staan. [25] [medeverdachte 1] heeft aan de curator in het faillissement van [bedrijf 5] geschreven dat het voertuig door [bedrijf 5] was gekocht voor € 26.440,- inclusief BTW. [26] Uit onderzoek naar de herkomst van het door [bedrijf 5] betaalde geldbedrag, kwam naar voren dat op 24 maart 2014 een bedrag van € 27.830,- op de bankrekening van [bedrijf 5] is bijgeschreven door [bedrijf 3] , dat gelieerd is aan [verdachte] . Vervolgens werd een dag later, op 25 maart 2014, € 25.000,- afgeschreven van de bankrekening van [bedrijf 5] voor de aankoop van het voertuig. [27] Uit rekeningafschriften van [bedrijf 5] is gebleken dat [medeverdachte 6] onder meer op 5 juni 2014 geld heeft overgeboekt naar [bedrijf 5] voor de autoverzekering en wegenbelasting van de Mercedes. [28] [medeverdachte 1] heeft aan de curator geschreven dat de Mercedes werd gebruikt door [medeverdachte 6] , zowel zakelijk als privé. [29] Op 9 maart 2015 is het kenteken van de Mercedes op naam van [medeverdachte 6] gezet. [30] In de inbeslaggenomen administratie van [bedrijf 5] werd in de map ‘auto’s’ een door [medeverdachte 1] ondertekende kwitantie, gedateerd 9 april 2015, van een van [medeverdachte 6] ontvangen geldbedrag van € 22.000,- in verband met de verkoop van de Mercedes aan hem aangetroffen. [31] Op de bankrekening van [medeverdachte 1] zijn geen contante stortingen aangetroffen die daarmee verband kunnen houden. [32]
Op 9 maart 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 5] :
je kan 800 betalen aan die lexus die krijg je. We pakken m nu een maand.
[medeverdachte 3] :
Wilt [naam 1] die Porsche niet?
[medeverdachte 5] :
Dat heb ik al geprobeerd. Na tijd komt raad. We moeten die b v draaiende houden
[medeverdachte 3] :
Hahaha maar hij wilt die niet (…) Die Lexus is te klein voor hem (…) ik ga zo korte metten maken met [bijnaam] maar dan weet ik dat [naam 1] die porsche niet wilt
[medeverdachte 5] :
[bijnaam] moet alleen maar luisteren wat een tering zooi vangemaakt
[medeverdachte 3] :
Ok geen probleem die [medeverdachte 6] bedreigd [bijnaam] moet nog 5K van hem krijgen (…) ik heb van alles de volmachtiging bankpasjes edentifier enzo
[medeverdachte 5] :
Juist. Maar toch heeft meneer [bijnaam] iets gedaan met die pap daar komen we nog wel achter.
[medeverdachte 3] :
Ik heb administratie meegenomen ga vanmiddag alles doorspitten die pap van ons is gebruikt om die [medeverdachte 6] en die ouwe te paaien en te helpen zodat zij zogenaamd die container zouden financieren [33]
Uit de administratie van [bedrijf 5] en antwoorden van [medeverdachte 1] op vragen van de curator in het faillissement van [bedrijf 5] , blijkt dat [bedrijf 5] in september 2014 € 33.480,-, waarvan € 8.500,- in contanten, heeft betaald voor een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 2] (hierna: de Golf). [34] De Golf stond van 30 september 2014 tot 7 april 2015 op naam van [bedrijf 5] . [35] Uit het eigendomsonderzoek naar de Golf blijkt dat [medeverdachte 5] op 13 september 2014, 22 november 2014 en 10 maart 2015 werd gesignaleerd als bestuurder van het voertuig. [36] Verder is gebleken dat [medeverdachte 5] de boetes, de verzekering en de houderschapsbelasting voor het voertuig giraal betaalde aan [bedrijf 5] . [37]
Op 26 en 27 maart 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 3] :
Broer [bijnaam] wordt gezien als facilitator dan weet je dat zijn boekhouding over afgelopen 2 jaar nagetrokken hij staat gelinkt aan [naam 1] door die auto en bij jou ook auto
[medeverdachte 5] :
Hoezo 2 jaar. Fin ondz is altijd 6. En fiod is 7. Is er wat mee genomen bij [bijnaam] ? Is er wat aangekondigt bij [bijnaam] zelf? Ze kunnen geen moer anders hadden ze die golf al gepakt
[medeverdachte 3] :
Niks meegenomen niks aangekondigd jij vergeet [bijnaam] heeft 1 bmw in een coke zaak in [plaats 2] vaststaan en dan nog die A klasse en dan nog jij en die lexus en nu is [bijnaam] bekend geworden
Op 30 maart 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 3] :
Ik heb [bijnaam] vannacht gezegd dat hij vandaag achter alle betalingen aan moet gaan en heb hem 3200 euro vannacht gegeven voor 2 nieuwe bv die zijn vader gaat opzetten en boekhoudtechnisch gaat runnen broer dus vandaag gaan we horen hoe het staat met [bedrijf 5] en al zijn ellende (…) Ik heb hem gezegd geef mij alle brieven ligt allemaal nu bij zijn vader op kantoor komt wel sowieso moeten wij zelf die 2 nieuwe bv hebben voor andere dingen die [medeverdachte 4] betaalt alle kosten daarvan (…) Die auto moet dan worden overgezet he?
[medeverdachte 5] :
Ja. Denk morgen al. Alleen papier werk zit ik even mee want er moeten rekeningen over leg worden enz kut zooi. Maar heb iemand
[medeverdachte 3] :
Ok broer anders mag ook op mijn naam alleen in de stad kan je soms worden staande gehouden worden ivm meldingen die ik heb staan
[medeverdachte 5] :
Je bent moe!!!! Jij snap niks van autos en al dat gezeik wat er bij komt. Auto van 40 kan niet zomaar op je naam gek aff [38]
Op 31 maart 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 3] :
Broer [bedrijf 5] heb ik net besloten om definitief te laten klappen dan weet je dat
[medeverdachte 5] :
Wat een verrassing met [bijnaam] aan het bestuur dat had ik nou nooit verwacht! Die auto gaat vanmiddag over [39]
Op 1 april 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 5] :
Broer ik krijg die auto niet weg? En nu?
[medeverdachte 3] :
Ik ga denken voor een oplossing (…)
[medeverdachte 5] :
Hij kan niet zomaar over geschreven worden zonder factuur zonder reden uit die bv. Dat is een reden voor beslag. Kan ik nog we’ll over de snel weg? (…) Teveel gedoe nu met die auto dood ziek ben ik er van. [bijnaam] jongen bedankt
[medeverdachte 3] :
Geen probleem broer heb jij een persoon of BV die het wel kan nemen op zijn of haar naam?
[medeverdachte 5] :
Er moet een lage factuur vanuit [bedrijf 5] gestuurd worden anders pakken ze m af curator of justitie
[medeverdachte 3] :
Naar wie moet die factuur gestuurd worden? En moet via rekening betaald worden of kan [bijnaam] zeggen hij heeft contant ontvangen en opgemaakt? [40]
In een map met administratie van [bedrijf 2] werd een geprinte e-mail met onderwerp “Re: factuur in concept” aangetroffen van 3 april 2015 van [verdachte] aan [medeverdachte 1] . [41] [verdachte] schrijft in deze e-mail: “
[medeverdachte 1] , we beginnen met 62.5k incl btw. Papa en ik elk voor evenveel. Omschrijving: business advisory 2015 (..).”Die e-mail is een antwoord op de e-mail van [medeverdachte 1] aan [verdachte] van 3 april 2015, waarin [medeverdachte 1] schrijft: “
Hierbij de factuur in concept. Wil je dit nakijken of dit zo klopt en mij even laten weten? [42] De bijlage bij de e-mail van [medeverdachte 1] is een factuur van [bedrijf 2] gericht aan [bedrijf 1] van 31 maart 2015 voor € 62.500,- inclusief BTW met als omschrijving “Business advisory 2015”. [43]
De Golf werd op 7 april 2015 overgeschreven op naam van [bedrijf 9] B.V. [44] Toen de curator om bewijs vroeg dat [bedrijf 5] geld voor de verkoop van de Golf heeft ontvangen, heeft [medeverdachte 1] aan de curator een kwitantie overgelegd waarop staat dat [medeverdachte 1] op 7 april 2015 € 15.000,- contant heeft ontvangen van [bedrijf 9] B.V. voor de verkoop van de Golf ‘met motorschade’. [medeverdachte 1] heeft deze kwitantie ondertekend voor ontvangst. [45] Op de bankrekeningen van [medeverdachte 1] en van [bedrijf 5] zijn in april 2015 geen contante stortingen waargenomen die een waarde van € 15.000,- vertegenwoordigen. [46]
Op 17 april 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 3] :
Container is betaald voor [bijnaam] door die [medeverdachte 4] dan weet je dat
[medeverdachte 5] :
Haha hij geeft er niet om die [medeverdachte 4] . En die belasting problemen? Of andere bv?
[medeverdachte 3] :
Nieuwe BV broer (…) Hebben op die spullen van die mexicanen 350K verdient 150K weg aan [bijnaam] (…)
[medeverdachte 5] :
Haha. Bewaak [bijnaam] voor ongecontroleerde uitgaven want meneer houd nog al van luxe leventje. Kan die lease niet over gezet worden naar andere bv? Bmw. Dan hebben we alleen kosten.
[medeverdachte 3] :
BV blijft schoon broer en [bijnaam] zijn admin hou ik elke dag in de gaten hij kan geen kant op laatste kans en anders wordt ie afgeknald
[medeverdachte 5] :
En wat is nou de bedoeling van die investering van die [medeverdachte 4] ?
[medeverdachte 3]
: Dat [bijnaam] is geholpen en dat hij [medeverdachte 4] kan helpen met autos en andere dingen [47]
Op 13 mei 2015 is de Golf door de politie in conservatoir beslag genomen onder [medeverdachte 5] . Kentekenhouder [bedrijf 9] B.V. heeft vervolgens geklaagd tegen het beslag. In het klaagschrift staat dat [bedrijf 9] B.V. niet voor de auto had betaald, omdat de koop niet was doorgegaan. [48]
In de periode van 25 mei 2015 tot en met 29 augustus 2017 is door [bedrijf 4] een bedrag van in totaal € 243.210,- bijgeschreven op de rekening van [bedrijf 6] . [49]
Op 2 augustus 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 5] :
Tsja lastig voor jullie. Broer ik ga die golf zekerstellen. Volgens mij maakt het dan niet uit wie er in rijd ze mogen er dan niet meer aan komen. Zeker gesteld is zeker gesteld. Broer is het mogelijk dat [bijnaam] dat bedrag stort op die cenrale rek van [rekening] . Want moet we’ll herleid baar zijn. Snap je. Ik geef het jullie dan. En miss heeft [bijnaam] al wat voor mij.
[medeverdachte 3] :
Voor hoeveel wordt ie zekergesteld?
[medeverdachte 5] :
Denk dat het rond de dertig zal hangen. Als we geluk hebben 25
[medeverdachte 3] :
Broer vraag maar eerst hoeveel pas dan ga ik er werk van maken
[medeverdachte 5] :
Klopt maar als buthead werk er van maakt en hun zeggen zoveel dan moeten wij binnen twee weken betalen anders gooien ze hem als nog op de veiling. Dat is de werkwijze
Op 3 augustus 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 3] :
Broer ik heb [bijnaam] gesproken op zijn rekening storten zelf gaat niet omdat hij nog niet zoveel winst heeft gemaakt en ook op de balans komt dat bedrag niet voor het kan wel via andere mensen van hem die ik ook net heb gezien die vragen 10 procent tot aan 100K en 8 procent vanaf 100K dan maken ze het legaal en betalen ze belasting erover
[medeverdachte 5] :
Hmm dus het kan
[medeverdachte 3] :
Ja broer het kan wel dan maken zij het wit en storten het door met facturen en al naar [bijnaam] en dan regelt hij het weer met OM tot aan 100K 10 procent en vanaf 100K 8 procent
[medeverdachte 5] :
Hoelang duurt hun procedure?
[medeverdachte 3] :
Max 2 keer 5 werkdagen vanaf het moment van storten hoe hoger het bedrag hoe langer het duurt zei die man maar dat bedrag tot 30K is al misschien in 3 werkdagen gedaan [50]
Op 11 augustus 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 5] :
Staat een bijna nieuwe rs3 q3 300 pk. 69k bremen. En een 2015 340 pk 65k fucking vleigtuigen zijn dit mega snel 270 kmp
[medeverdachte 3] :
Broer 65K kan ik niet in rond rijden! Wat denk je zelf? (…)
[medeverdachte 5] :
Hou het maar op 47k dan heb je m hier op kenteken! Een mooie
[medeverdachte 3] :
Oke broer ik wou het via [bijnaam] doen tot aan 40k ongeveer maar die van 65k moet via die vastgoed fonds gaan moet even vragen of het kan dan beginnen we met wassen! [51]
Op 15 augustus 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 5] :
Appartement in [plaats 3] van 260k kan dat geregeld worden?
[medeverdachte 3] :
Hypotheek of contant?
[medeverdachte 5] :
Weet niet constructie. Dat me nieuwe vriendin daar kan worden. Het geld is er. Ik wil de mogelijkheden weten (…)
[medeverdachte 3] :
Zij en jij moeten op papier werk hebben voor die hypotheek cash mocht er wat gebeuren pakken ze het af van je bro beste optie is hypotheek dan!
[medeverdachte 5] :
Kan die hypo dan geregeld worden?
[medeverdachte 3] :
Ja dat allemaal kan beide in loondienst 6 maanden dan vast contract en dan hypotheek aanvraag 6 maanden lang door blijven werken op papieren en dan wordt je ontslagen (…)
[medeverdachte 5] :
Die 6 mnd word vervalst of moet ook werkelijk gedraaid worden?
[medeverdachte 3] :
Moet gedraaid worden moet op rekening gestort worden moet belasting over betaald worden anders ben je de lul bro
[medeverdachte 5] :
Heb jij niet iemand die het koopt. En dat wij verkapte huur betalen???
[medeverdachte 3] :
Broer ik kan het kopen op mijn naam en dan een huur constructie doen maar dat wit maken allemaal en hypot kost papierwerk en huur en anders kan het ook op iemand wie ik vertrouw etc
[medeverdachte 5] :
Zo moet het. Hoelang duurt het wit maken?
[medeverdachte 3] :
260k moet ik even navragen etc wat wil jij precies? Mijn naam of iemand die ik vertrouw of iemand die jij vertrouwt?
[medeverdachte 5] :
Verdiep je hier in. Als je terug ben gaan we het er over hebben. Daarna beslis ik of ik het ga doen
[medeverdachte 3] :
Ik hoor nu 260k met hypo kan en cash kan beslis jij maar op wie zn naam je het wilt doen
Op 21 augustus 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 5] :
Bro heb huis gevonden huur 880 voorwaarden is 4x bruto loon. Hoeveel moet ze dan verdienen
[medeverdachte 3] :
Broer 3520 euro moet het dan zijn! (…) Ik blijf misschien nog een tijdje weg heb PGP met die man dus vertel wat wil je precies? En heb je die andere fotos ontvangen van die blokken?
[medeverdachte 5] :
Werkgevers verklaring, dat loon op loonstrook. Moet vast een contract zijn (…) Ja heb die fotos gezien (…)
[medeverdachte 3] :
Oke broer bruto loon 3520 wordt in orde gemaakt hoe oud is ze
[medeverdachte 5] :
20
[medeverdachte 3] :
Ik kom wel terug is beter moet goed praten met jou!
[medeverdachte 5] :
Dan doe je 3 x bruto. Dat is toch we’ll haalbaar?
[medeverdachte 3] :
Ja eigenlijk niet maar je bent zelf verantwoordelijk meisje van 20 krijgt minimumloon en ze zit nog op school jij wilt haar bovenmodaal inkomen geven op papier vergeet 1 ding niet tegenwoordig boekhouding van makelaars enzo gaat ook naar belastingdienst etc voor die wiet shit enzo en witwassen eerlijk? [52]
Uit onderzoek is gebleken dat iMessage nummer + [telefoonnummer 1] in gebruik was bij [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] heeft bevestigd dat + [telefoonnummer 2] bij hem in gebruik was. [53]
Op 22 september 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] elkaar de volgende iMessage-berichten:
[medeverdachte 2] :
Broer klopt het wel, ik mis een stuk?
[medeverdachte 3] :
30 broertje 25 naar die ene rekening 5 naar mij. De commissie komt als het is gedaan (...) Die man werkt sinds slechte ervaring met [medeverdachte 1] nu zo! (…)
[medeverdachte 2] :
Auto word overgeschreven of nier? Wie gaat factuurtje geven?
[medeverdachte 3] :
Als die wordt vrijgegeven dan komt ie waarschijnlijk op die persoon zijn eigen naam
[medeverdachte 2] :
Oke ik hoor wel
[medeverdachte 3] :
Morgen is het geregeld?
[medeverdachte 2] :
Jazeker [54]
Op 22 september 2015 stuurt [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 5] het volgende [server] -bericht:
€ 25.000,- + € 2.500,- de kosten voor het wit maken! Totaal € 27.500,- wordt dan van jou verwacht! Morgen wordt het bedrag overgemaakt naar [rekening] en op wie zijn naam komt die auto? De betalende bedrijf moet anders kan die een probleem krijgen! Hoezo betalen zij dat bedrag en van wie is dat bedrag dan afkomstig snapje? [55]
De inbeslaggenomen Golf is op 23 september 2015 voor € 25.000,- aangekocht met geld afkomstig van een net geopende bankrekening voor [bedrijf 10] B.V. Uit informatie van de ING bank blijkt dat een zakelijke ‘jive’ rekening, [rekeningnummer 1] , is aangevraagd die gelijk gebruikt kan worden. Op het ingevulde formulier (hof: voor opening van de rekening) is als naam van de rekeninghouder [medeverdachte 2] vermeld. Voor het autoriseren van transacties op deze bankrekening is een telefoonnummer opgegeven dat bij de bank bekend is als het nummer van [medeverdachte 2] . Op 23 september 2015 is op deze rekening bij een ING kantoor in [plaats 4] € 10.000,- contant gestort. Op dezelfde dag is 2 x € 10.000,- bijgeschreven op de hiervoor genoemde bankrekening, € 10.000,- vanaf een bankrekening op naam van [stichting] en € 10.000,- vanaf een bankrekening op naam van [bedrijf 6] B.V. De resterende € 5.000,- (€ 30.000,- minus € 25.000,-) is op 23 september 2015 overgemaakt naar een ABN AMRO rekening op naam van [medeverdachte 3] onder vermelding van ‘lening’. [56] Het kenteken van de Golf is op 13 oktober 2015 overgeschreven van de Dienst Domeinen naar [naam 2] , de vriendin van [medeverdachte 5] . Op 18 maart 2016 is het kenteken overgeschreven op naam van [medeverdachte 5] . Op 5 juli 2016 is het kenteken overgeschreven op naam van [medeverdachte 3] . [57]
Tijdens de doorzoeking in het bedrijfspand van [bedrijf 6] op 26 september 2017 zijn onder andere administratieve bescheiden en een arbeidsovereenkomst inbeslaggenomen. [58] Het betreft een arbeidsovereenkomst tussen [bedrijf 6] en [medeverdachte 3] , gedateerd op 21 september 2015 en door beide partijen ondertekend. De overeenkomst houdt in dat [medeverdachte 3] met ingang van 1 oktober 2015 voor zes maanden voor 40 uur per week als consultant in dienst treedt voor een brutosalaris van € 1.510,- per maand. [59]
Op 6 oktober 2015 wordt [bedrijf 5] failliet verklaard. [60]
In totaal is door [bedrijf 6] een bedrag van € 158.510,- gefactureerd aan de rechtspersonen gelieerd aan [verdachte] . [61] In het bankrekeningoverzicht van [bedrijf 6] zijn betalingen door [bedrijf 4] terug te vinden die verband houden met de ten laste gelegde facturen a tot en met f. In de omschrijving van deze betalingen is het betreffende factuurnummer opgenomen en de hoogte van de betalingen correspondeert met de hoogte van de bedragen vermeld op de facturen. De betalingen zijn veelal kort na de factuurdatum gedaan. [62]
Op de onder [verdachte] inbeslaggenomen laptops, waarop hij zijn financiële administratie bijhield, en telefoon zijn geen bestanden of berichten aangetroffen die er op wijzen dat [bedrijf 6] werkzaamheden heeft verricht voor de rechtspersonen gelieerd aan [verdachte] . [63] Op de laptop van [medeverdachte 2] is niets aangetroffen wat duidt op werkzaamheden die [bedrijf 6] ten behoeve van de aan [verdachte] gelieerde rechtspersonen zou hebben verricht. [64]
Op 15 oktober 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] elkaar de volgende [server] -berichten:
[medeverdachte 4] :
Ee broo vraag je kan je iemand die 15 kop kan storten naar advo kantoor dan geef ik hem contacnt
[medeverdachte 3] :
Ja broer dat moet wel lukken! Ze vragen wel 10 procent witwas kosten! Zijn [afkomst]
[medeverdachte 4] :
Oke afff haal het van me buitje af van V gekkk!!!
[medeverdachte 3] :
Okidoki bro! Ik stuur later precies wat er is uitgegeven en wat er ligt bro! Heb je advocaat naam en rekeningnummer voor mij?
[medeverdachte 4] :
W8 ff ik stuur je zo broo. Maar 10% is wel veel bro of niet? Die 15 is gewoon in tata he broo niet naar over kant!!
[medeverdachte 3] :
Nee broer snap ik! Ja broer ik ga even met die [afkomst] praten om te drukken naar 5 procent zij moeten facturen maken etc. om het wit te maken! Komt goed bro! [65]
Op 19 oktober 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] elkaar de volgende iMessage-berichten:
[medeverdachte 3] :
[naam 3] BV [rekeningnummer 2]
[medeverdachte 2] :
Die van advocaat is morgen betaald en de rest mag je brengen wanneer je kan. Gaat wel even tot volgende week duren denk ik voor betaald kan worden
Op 20 oktober 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] elkaar de volgende iMessage-berichten:
[medeverdachte 3] :
Broertje hoelaat maak jij het over?
[medeverdachte 2] :
Ik denk om 16 uur want ik wacht op geld hij heeft Rabobank. Wat is betalingskenmerk van advocaat
[medeverdachte 3] :
Geen. Zij moet uren verekenen
[medeverdachte 2] :
Dan doe ik zonder kenemerk
[medeverdachte 3] :
Komt later met een factuur naar jou toe (…)
[medeverdachte 2] :
Betaalt broer
[medeverdachte 3] :
Vanaf welke rekening nummer is het overgemaakt? Dan geef ik door dat wij dat zijn!
[medeverdachte 2] :
[rekeningnummer 3] [bedrijf 6] Bv
Op het rekeningoverzicht van de bankrekening van [bedrijf 6] is te zien dat op 20 oktober 2015 zonder omschrijving een betaling van € 15.000,- is gedaan aan [naam 3] . [66] Diezelfde dag maakt [bedrijf 4] een bedrag van € 18.500,- over op de rekening van [bedrijf 6] . [67]
Op 23 oktober 2015 stuurt [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 2] het volgende iMessage-bericht:
[medeverdachte 3] :
[medeverdachte 2] ! Bij de betaling van Maandag moet dit dossier nummer worden vermeld! Dossier nummer [dossier] [68]
Op het rekeningoverzicht van de bankrekening van [bedrijf 6] is te zien dat op 26 oktober 2015 een betaling van € 15.000,- is gedaan aan [naam 3] met de omschrijving ‘inzake dossiernummer:// [dossier] ’. [69] Diezelfde dag maakt [medeverdachte 2] een bedrag van € 15.000,- over op de rekening van [bedrijf 6] . [70]
Op 31 oktober 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] elkaar de volgende iMessage-berichten:
[medeverdachte 3] :
[medeverdachte 2] ! Staat er geld op jouw rekening?
[medeverdachte 2] :
Hoeveel heb jr nodig [medeverdachte 3]
:
250 moet via iDeal een ticket betaald worden! Hebben we een klant in [land 1] ?
[medeverdachte 2] :
Oke geen probleem
[medeverdachte 3] :
Dan kan jij hem indienen als kosten? (...)
[medeverdachte 2] :
Nee tenzij jij een hebt
[medeverdachte 3] :
Ja ik denk het wel! [71]
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat [medeverdachte 3] hem " [medeverdachte 2] ” noemt en dat hij [medeverdachte 3] “ [medeverdachte 3] ” noemt. [72]
Op 2 december 2015 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] elkaar de volgende iMessage-berichten:
[medeverdachte 3] :
[medeverdachte 2] ! Wat houdt mijn functie in?
[medeverdachte 2] :
Je bent een klant consultant je geeft bedrijfsadviezen
[medeverdachte 3] :
Wat voor adviezen?
[medeverdachte 2] :
Management advies, boekhoudkundig advies belastingadvies. Alles wat een bedrijf beter en gezonder kan maken. Wat is gebeurt [medeverdachte 3]
:
Nee niks [medeverdachte 2] dan weet ik dat! [73]
Op 11 februari 2016 sturen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] elkaar de volgende iMessage-berichten:
[medeverdachte 3] :
[medeverdachte 2] , wat is het max wat gedaan kan worden voor dit jaar?
[medeverdachte 2] :
Morgen [medeverdachte 3] , nu ik het een en ander heb uitgezocht inzake een woning kan ik he het volgende berichten. We kunnen een huis aankopen en deze zal dan aangekocht worden door ons bedrijf deze zou jij dan weer kunnen huren met huursubsidie. Als dit je wat lijkt laat het me weten.
[medeverdachte 3] :
Ja dag lijkt mij wel wat, meer uitleg aub!
[medeverdachte 2] :
Wij gaan de woning van maximaal 250000 euro aankopen en middels een verhuurcontract verhuren aan jouw dit doen wij natuurlijk onder de huurtoeslagnorm waardoor de huur voor jouw draagbaar is en waardoor je recht hebt op huurtoeslag als je meer info wilt hebben inzake dit meld me maar.
[medeverdachte 3] :
Oke [medeverdachte 2] ! Maar kunnen jullie een woning kopen tot maximaal 250k of kan meer ook?
[medeverdachte 2] :
Nee, maximum is echt maar 250k (…)
[medeverdachte 3] :
[medeverdachte 2] ! Die servicekosten nekken je!
[medeverdachte 2] :
Ik zei je zoek een andere stad omgeving Amsterdam. Amstelveen sorry (…) Hoeveel slaapkamer
[medeverdachte 3] :
Minimaal 2 [74]
Op de harde schijf van [medeverdachte 1] is een e-mail aangetroffen van 23 november 2016 van [getuige] aan [verdachte] . [75] [getuige] schrijft daarin: “
[verdachte] , [verdachte] , kun jij de factuur richten aan [bedrijf 2] B.V. Met de omschrijving: Overname verplichting [bedrijf 2] BV door [getuige] / 10-04-2015.(..) Graag zsm want het geld heb ik al op mijn rekening maar boek ik dan via de [bedrijf 2] BV rekening over naar jou. [76] De bijlage bij die e-mail bevat een factuur van [bedrijf 1] gericht aan [bedrijf 2] van 15 november 2016 voor € 62.500,- inclusief BTW met de omschrijving
“Overname verplichting [bedrijf 2] BV/Dhr [getuige] dd 10/4/15”. [77] Uit het bankrekeningoverzicht van [bedrijf 1] blijkt dat [bedrijf 2] dit bedrag op 28 november 2016 heeft betaald met de omschrijving ‘
overname lening’. [78]
Op 26 juni 2018 verklaart de vader van [medeverdachte 1] , [getuige] , dat zijn zoon [medeverdachte 1] nooit voor [verdachte] heeft gewerkt. [79] Hij vraagt zich af wat zijn zoon voor [verdachte] zou moeten doen. [getuige] verklaart in hetzelfde verhoor met beide personen, ook in privé om te gaan.
Op 29 augustus 2018 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in het kantoor van [verdachte] . De onder
a tot en met jten laste gelegde facturen zijn aangetroffen in de inbeslaggenomen administratie. [80] De facturen
a tot en met dzijn afkomstig van [bedrijf 5] . [81] De facturen
e tot en met jzijn afkomstig van [bedrijf 6] B.V. [82] [83]

Bewijsoverwegingen

Algemeen
Met ‘ [bijnaam] ’ wordt in de berichten van 6 februari tot en met april 2015 [medeverdachte 1] bedoeld.
In de hiervoor vermelde [server] -berichten tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] wordt een persoon aangeduid als “ [bijnaam] ”. Over de afkorting “ [bijnaam] ” heeft [medeverdachte 2] verklaard dat dit woord een afkorting is voor [afkomst] .
Uit een [server] bericht van 6 februari 2015 volgt dat [medeverdachte 5] tegenover [medeverdachte 3] klaagt dat “ [bijnaam] ” te laat geld overmaakt omdat november 2014 pas op 9 december is betaald. Uit een bericht van 27 februari 2015 volgt dat [medeverdachte 3] actie onderneemt als “ [bijnaam] ” opnieuw niet tijdig betaald en informeert [medeverdachte 3] [medeverdachte 5] dat zijn salaris is overgemaakt. Uit de bankrekeningafschriften van [bedrijf 5] blijkt dat [medeverdachte 5] op 9 december 2014 en 27 februari 2015 betalingen heeft ontvangen. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij de enige is die betalingen vanuit [bedrijf 5] kan verrichten.
Op 30 maart 2015 informeert [medeverdachte 3] [medeverdachte 5] dat hij tegen “ [bijnaam] ” heeft gezegd dat hij achter alle betalingen aan moet gaan en dat ze die dag horen hoe het met [bedrijf 5] en al zijn ellende gaat. In gesprekken van 30 en 31 maart 2015 hebben [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] het over (het laten “klappen” van) [bedrijf 5] , waar “ [bijnaam] ” aan het bestuur staat. De verdachte was de directeur van [bedrijf 5] .
Op 19 februari 2015 berichten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar over een Porsche en een Lexus die weggehaald worden bij “ [bijnaam] ” omdat hij niet op tijd geld zou overmaken. [medeverdachte 5] meldt dat hij de volgende dag onnozel gaat reageren met “beste [medeverdachte 1] ”. [medeverdachte 1] reed in die periode in een Porsche en een Lexus en zijn voornaam is [medeverdachte 1] .
In een [server] bericht van 1 april 2015 klaagt [medeverdachte 5] dat er veel gedoe is met een auto en geeft hij de schuld daarvan aan “ [bijnaam] ”. De Golf waarin [medeverdachte 5] reed stond op naam van [bedrijf 5] en [medeverdachte 1] is betrokken geweest bij de overschrijving op 7 april 2015 daarvan op [bedrijf 9] B.V..
Na de klachten over [medeverdachte 1] gaat in ieder geval [medeverdachte 3] in de zomer van 2015 – en blijkens berichten van 15 oktober 2015 ook [medeverdachte 4] ter zake van een betaling aan zijn advocaat – over op witwassen via de broer van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , en zijn bedrijven. Dit volgt uit de hiervoor opgenomen iMessage-berichten die [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] elkaar hebben gestuurd. Op 22 september 2015 legt [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 2] uit dat de
commissievoortaan pas komt “als het is gedaan”, “sinds slechte ervaring met [medeverdachte 1] ”.
Het hof is van oordeel dat uit het voorgaande volgt dat in de [server] -berichten, die zijn verzonden van 6 februari 2015 tot en met april 2015 tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] , met “ [bijnaam] ” alleen [medeverdachte 1] kan zijn bedoeld.
Vanaf 2 augustus 2015 wordt met ‘ [bijnaam] ’ [medeverdachte 2] bedoeld in de [server] -berichten
Uit de [server] -berichten van maart en april 2015 tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] volgt dat zij [medeverdachte 1] niet langer kunnen en willen gebruiken om wit te wassen door de problemen met betalingen en doordat [medeverdachte 1] bekend is geworden als ‘facilitator’ en zijn administratie onderzocht zal worden. Onder andere [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] hebben, zo blijkt uit de hiervoor opgenomen [server] -berichten, ook na april nog behoefte aan mogelijkheden om wit te wassen.
Vanaf 25 mei 2015 wordt de eerste betaling van Business Intelligence ontvangen op de rekening van [bedrijf 6] , een vennootschap van [medeverdachte 2] , en op 10 juni 2015 wordt de eerste contante storting gedaan op deze rekening. In een [server] -bericht van 2 augustus 2015 meldt [medeverdachte 5] dat hij de Golf gaat zekerstellen en uit de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen volgt dat [medeverdachte 2] heeft geholpen om de betaling hiervan in september 2015 te regelen. Uit een [server] -bericht van 3 augustus 2015 blijkt dat “ [bijnaam] ” nog niet zo veel winst heeft gemaakt en worden de tarieven besproken voor witwassen. Uit de inhoud van dit bericht kan worden afgeleid dat degene die voor [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] gaat witwassen nog onvoldoende financiële middelen heeft om onopgemerkt geldstromen te kunnen creëren die nodig zijn om wit te wassen. Gelet op de eerste betalingen en contante stortingen die vanaf 25 mei 2015 zijn gedaan (tot augustus ruim € 13.000), is aannemelijk dat dit onvoldoende is voor de betaling van de Golf en dat dit duidt op ‘winst’ van [bedrijf 6] . Het hof leidt uit het voorgaande af dat in de [server] -berichten vanaf 2 augustus 2015 met “ [bijnaam] ” [medeverdachte 2] wordt bedoeld.
Feit 1 factuur [bedrijf 2] B.V.
Het hof is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de door de verdachte opgemaakte factuur van [bedrijf 2] BV van 15 november 2016 vals is, omdat in werkelijkheid geen sprake was van een ‘overname verplichting’.
Uit de [server] -berichten van 17 april 2015 tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] leidt het hof af dat de container die de [bedrijf 2] B.V. heeft aangeschaft is betaald door ‘ [medeverdachte 4] ’, de politie vermoedt dat hiermee [medeverdachte 4] wordt bedoeld. De reden waarom ‘ [medeverdachte 4] ’ de container heeft betaald, staat in de berichten vermeld: Dat [bijnaam] is geholpen en dat hij [medeverdachte 4] kan helpen met auto’s en andere dingen. Het hof leidt hieruit af dat met ‘ [medeverdachte 4] ’ [medeverdachte 4] of een andere bekende uit het criminele circuit waar [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] mee bekend waren, wordt bedoeld. Deze ‘ [medeverdachte 4] ’ heeft via [getuige] en [verdachte] veilig gesteld dat hij in de toekomst zijn criminele opbrengsten kon (blijven) gebruiken voor auto’s en andere bestedingen zonder dat dit vragen zou oproepen bij de autoriteiten.
Het hof hecht dan ook geen geloof aan de (wisselende) verklaringen van [verdachte] en [getuige] dat het bedrag van € 62.500,- een investering/lening/voorschotfactuur van [verdachte] was voor activiteiten van [bedrijf 2] B.V. Dat betekent dat het hof van oordeel is dat de facturen van [bedrijf 1] van 31 maart 2015 voor € 62.500,- inclusief BTW met als omschrijving “Business advisory 2015” (C28, p. 1586) en de tenlastegelegde factuur van 15 november 2016 voor € 62.500,- inclusief BTW met de omschrijving “Overname verplichting [bedrijf 2] BV/Dhr [getuige] dd 10/4/15” valselijk zijn opgesteld.
De beide facturen zijn gebruikt om de schijn te wekken dat betalingen zijn gedaan voor verleende diensten terwijl dit in werkelijkheid niet het geval is. De facturen zijn bedoeld om te verhullen dat crimineel geld, afkomstig van ‘ [medeverdachte 4] ’, is gebruikt om financiële problemen van [medeverdachte 1] op te lossen zodat deze ‘ [medeverdachte 4] ’ kon blijven helpen. Het hof is van oordeel dat het bedrag van € 62.500,- daarom ook door de verdachte is witgewassen (feit 3).
De raadsvrouw heeft nog bij pleidooi aangevoerd dat een bewijsbestemming bij de factuur ontbreekt, nu ontvanger en verzender ook zonder deze factuur wisten waar het geldbedrag voor werd gefactureerd.
Het hof verwerpt dit verweer. Facturen hebben naar hun aard een bewijsbestemming in het maatschappelijk verkeer, die verder gaat dan alleen de persoon van de verzender en de ontvanger. De factuur is ook in de administratie aangetroffen, waarmee vaststaat dat het bestemd was voor het gebruik jegens derden, als ware deze echt en onvervalst. [84] Daarmee staat ook het oogmerk vast. Dat er uiteindelijk geen sprake was van fiscaal nadeel voor de fiscus is in dit geval niet van belang.
Ten aanzien van het ten laste gelegde medeplegen oordeelt het hof als volgt.
Het opmaken van het valse document heeft de verdachte samen met [getuige] en zijn vennootschap [bedrijf 2] gedaan. Uit de bewijsmiddelen blijkt van een bewuste en nauwe samenwerking.
De verdachte kan echter niet het feit medeplegen met de rechtspersoon waarvan hij feitelijke leidinggever is en aan wie het feit ook kan worden toegerekend. Dat betekent dat partiele vrijspraak volgt voor het medeplegen met [bedrijf 1] .
Het hof concludeert dat feit 1 kan worden bewezen.
Feit 2 valse facturen
De verdachte wordt er onder feit 2 (
eerste alternatief) van beschuldigd dat hij feitelijk leiding heeft gegeven aan, dan wel opdracht heeft gegeven tot, het medeplegen van het opzettelijk voorhanden hebben van tien valse facturen. Onder feit 2 (
tweede alternatief) wordt hij ervan beschuldigd dat hij dit feit samen met anderen heeft gepleegd.
Op 29 augustus 2018 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in het kantoor van de verdachte. De onder
a tot en met jten laste gelegde facturen zijn aangetroffen in de inbeslaggenomen administratie. De facturen
a tot en met dzijn afkomstig van [bedrijf 5] . De facturen
e tot en met jzijn afkomstig van [bedrijf 6] B.V. De facturen zijn veelal kort na de factuurdatum betaald.
Op de inbeslaggenomen telefoon van de verdachte en de laptops, waarop hij zijn financiële administratie bijhield, zijn geen bestanden aangetroffen waaruit concreet blijkt dat [medeverdachte 1] , [bedrijf 5] , [medeverdachte 2] en [bedrijf 6] werkzaamheden van enige omvang hebben verricht voor de verdachte of een van zijn bedrijven. [85] Ook bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] is in de administraties van hun vennootschappen, in hun telefoons noch in hun laptops iets aangetroffen waaruit blijkt dat zij of hun vennootschappen werkzaamheden van enige omvang hebben verricht voor de verdachte of zijn vennootschappen. [86] De zeer beperkte hoeveelheid e-mailberichten en notities die door de verdediging gedurende de procedure aan het dossier zijn toegevoegd, brengen het hof niet tot een ander oordeel.
Facturen [bedrijf 5] (a t/m d)
Het hof is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de ten laste gelegde facturen vals zijn en dat [bedrijf 1] die voorhanden heeft gehad. In de administratie van [bedrijf 1] zijn deze facturen aangetroffen, maar geen bestanden die er op duiden dat [bedrijf 5] werkzaamheden heeft verricht ten behoeve van de aan de verdachte gelieerde rechtspersonen, terwijl de werkzaamheden van dien aard zouden moeten zijn dat die betalingen van in totaal € 96.800,- zouden moeten rechtvaardigen. Ook [getuige] verklaarde op 26 juni 2018 dat zijn zoon [medeverdachte 1] nooit voor de verdachte heeft gewerkt. [87] Hij vraagt zich zelfs af wat zijn zoon voor de verdachte zou moeten doen, terwijl het toch om substantiële werkzaamheden zou moeten gaan en [getuige] in hetzelfde verhoor heeft verklaard met beide personen, ook in privé, om te gaan.
De verdediging heeft verschillende e-mails overgelegd, die te linken zouden moeten zijn aan werkzaamheden die [bedrijf 5] voor vennootschappen van [verdachte] heeft verricht. Ook uit deze e-mails blijkt evenwel niet concreet welke werkzaamheden [bedrijf 5] voor vennootschappen van [verdachte] heeft verricht en hoe die met de facturen zouden corresponderen. Bovendien verhoudt de beweerdelijke betalingsafspraak (lump sum) zich niet met de wijze waarop is gefactureerd. Er is niet met een vaste frequentie een bepaald bedrag in rekening gebracht. Integendeel, er is onregelmatig gefactureerd en de in rekening gebrachte bedragen lopen uiteen. De omschrijvingen op de facturen zijn zodanig vaag dat daaruit geen concrete werkzaamheden te herleiden zijn.
Over de bij [bedrijf 5] aangetroffen factuur met als omschrijving ‘ [vermelding 12] ’, is door [medeverdachte 1] op 5 juni 2018 bij de politie verklaard dat hij geen idee heeft of hij bij dat project betrokken is geweest, weet hij niet wat het project inhoudt en weet hij ook niet of hij voor het project heeft gewerkt, terwijl er een betaling van € 18.150,- inclusief BTW tegenover de beweerdelijke werkzaamheden stond. Daar komt bij dat de onder (a) en (b) ten laste gelegde facturen – die beide op 24 januari 2014 zijn gedateerd en een gelijke omschrijving hebben ( [vermelding 13] ) – met een afwijkende datering bij [bedrijf 5] zijn aangetroffen.
Facturen hebben naar hun aard een bewijsbestemming in het maatschappelijk verkeer. De ten laste gelegde facturen zijn in de administratie van [bedrijf 1] aangetroffen, waarmee vaststaat dat de facturen bestemd waren voor gebruik jegens derden.
Het voorhanden hebben van de valse facturen heeft plaatsgevonden binnen de sfeer van de rechtspersoon en kan dan ook aan [bedrijf 1] worden toegerekend. De verdachte heeft aan die gedragingen feitelijk leidinggegeven. Hij was bestuurder en enig aandeelhouder en de enige natuurlijke persoon die betrokken was bij [bedrijf 1] . Het hof ziet onvoldoende aanknopingspunten voor het ten laste gelegde medeplegen, zodat de verdachte van dat onderdeel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
Op grond van het voorgaande komt het hof tot het oordeel dat de in de ten laste gelegde facturen
a tot en met domschreven werkzaamheden niet door [bedrijf 5] zijn verricht, dat die facturen dus valselijk zijn opgemaakt en dat de verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan het opzettelijk voorhanden hebben van die facturen.
Facturen [bedrijf 6] (e t/m j)
Het hof is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de ten laste gelegde facturen vals zijn en dat [bedrijf 1] die voorhanden heeft gehad.
In de administraties van [bedrijf 6] en [verdachte] (Holding) zijn geen bestanden of berichten aangetroffen die duiden op door [bedrijf 6] verrichte werkzaamheden ten behoeve van de aan [verdachte] gelieerde rechtspersonen, terwijl de werkzaamheden van dien aard zouden moeten zijn dat die betalingen van in totaal € 158.510,- zouden moeten rechtvaardigen. De facturen bevatten opvallend ronde bedragen en de omschrijvingen daarin zijn zodanig vaag dat daaruit geen concrete werkzaamheden te herleiden zijn.
De verdediging heeft in dit verband verwezen naar verschillende e-mails die namens [verdachte] zijn overgelegd en die te linken zouden moeten zijn aan werkzaamheden die [bedrijf 6] voor vennootschappen van [verdachte] heeft verricht. Ook uit deze e-mails blijkt evenwel niet concreet welke werkzaamheden [bedrijf 6] voor vennootschappen van [verdachte] heeft verricht en hoe die met de facturen zouden corresponderen. De zeer beperkte hoeveelheid e-mailberichten en notities die door de verdediging gedurende de procedure aan het dossier zijn toegevoegd, brengen het hof niet tot een ander oordeel.
[medeverdachte 2] heeft bij de politie in zijn eerste verhoor verklaard dat hij in opdracht van [verdachte] heeft gewerkt voor klanten van [bedrijf 4] . Hij maakte de opzet voor de administratie en adviezen over de boekhouding van klanten. [medeverdachte 2] werkte in het kantoor dat zich in de woning van [verdachte] op de eerste verdieping bevond en hij werkte op de computer van [verdachte] . Alle afspraken werden mondeling gemaakt. [medeverdachte 2] hoefde niet aan [verdachte] te rapporteren, omdat ze samen werkten op hetzelfde adres.
In een latere verklaring heeft [medeverdachte 2] geschreven dat hij een vaste prijs, een zogenoemde lump sum vergoeding, ontving om zich beschikbaar te houden voor het geval [verdachte] werk aan hem wilde uitbesteden.
[verdachte] heeft bij de politie verklaard dat [medeverdachte 2] hem hielp bij de administratie en bij het zoeken van nieuwe opdrachtgevers. [verdachte] heeft hem een lump sum betaald voor zijn activiteiten. Alle afspraken verliepen mondeling. Dat was een vertrouwenskwestie. [medeverdachte 2] werkte op zijn eigen computer in zijn eigen omgeving. Voor afstemming over de werkzaamheden ging [verdachte] naar het kantoor van de verdachte in Badhoevedorp.
Op 1 september 2020 heeft [verdachte] bij de rechter-commissaris en ook op zitting in hoger beroep verklaard dat [medeverdachte 2] hem hielp bij zijn werkzaamheden voor ABN-AMRO. Dat gebeurde volledig online. [verdachte] had op zijn laptop toegang tot de systemen van ABN-AMRO. Hij gaf [medeverdachte 2] vervolgens via TeamViewer op afstand toegang tot zijn laptop, zodat [medeverdachte 2] de werkzaamheden kon verrichten. [medeverdachte 2] heeft op de zitting in eerste aanleg verklaard dat, door het op afstand toegang krijgen tot de laptop van [verdachte] , het voor hem leek alsof hij en [verdachte] ‘fysiek naast elkaar’ zaten.
[medeverdachte 2] en [verdachte] hebben bij de politie in eerste instantie volstrekt tegenstrijdige verklaringen afgelegd over de locatie waar [medeverdachte 2] zijn werkzaamheden zou hebben verricht en op wiens laptop er werd gewerkt. Dat lijkt achteraf door [medeverdachte 2] en [verdachte] te zijn onderkend. De later afgelegde verklaringen dat [medeverdachte 2] en [verdachte] gebruik maakten van TeamViewer zodat [medeverdachte 2] op zijn eigen werkplek toch op de computer van [verdachte] kon werken, vindt het hof volstrekt ongeloofwaardig en lijken duidelijk op elkaar te zijn afgestemd en bedoeld om een gat in hun verklaringen te dichten.
Bovendien verhoudt de beweerdelijke betalingsafspraak (
lump sum) zich niet met de wijze waarop er is gefactureerd. Er is niet met een vaste frequentie een bepaald bedrag in rekening gebracht. Integendeel, er is onregelmatig gefactureerd en de in rekening gebrachte bedragen lopen uiteen. Ook de gefactureerde vergoeding voor de omschrijvingen “ [vermelding 11] ” en “extra weekend en avond werk” past niet bij een
lump sum.
Naar het oordeel van het hof zijn, gelet op het gebrek aan enige onderbouwing en de volledig tegengestelde verklaring van [medeverdachte 2] en de verdachte over waar de werkzaamheden zouden zijn verricht, de werkzaamheden waarvoor is gefactureerd, niet verricht.
Facturen hebben naar hun aard een bewijsbestemming in het maatschappelijk verkeer. Bovendien zijn de facturen in de administratie van [verdachte] aangetroffen, waarmee vaststaat dat de facturen bestemd waren voor het gebruik jegens derden.
Het opzettelijk voorhanden hebben van de valse facturen heeft plaatsgevonden binnen de sfeer van de rechtspersoon en kan zodoende aan de rechtspersoon worden toegerekend. De verdachte was bestuurder van [bedrijf 1] en [bedrijf 3] BV en was direct betrokken bij het opmaken en gebruiken van de valse facturen door ze in de administratie van zijn vennootschappen op te nemen en heeft feitelijk leidinggegeven aan het voorhanden hebben van valse geschriften. Het is niet gebleken dat de verdachte het feitelijke leidinggeven als medepleger heeft gedaan, zodat de verdachte van dat onderdeel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken. Het hof komt tot bewezenverklaring van het eerste alternatief tenlastegelegde.
Het hof komt op basis van het voorgaande tot het oordeel dat de facturen
e tot en met jdie door [bedrijf 6] aan [bedrijf 1] zijn verstrekt, valselijk zijn opgemaakt omdat daar geen prestatie van [bedrijf 6] tegenover heeft gestaan en dat verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan het opzettelijk voorhanden hebben van die facturen.
Feit 3 Witwassen
Voor een bewezenverklaring van het in art. 420bis, eerste lid, onder b, Sr (http://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0001854%26boek=Tweede%26titeldeel=XXXA%26artikel=420bis) opgenomen onderdeel "afkomstig uit enig misdrijf" is, gelet op doel en strekking van deze wetsbepaling en mede in het licht van de wetsgeschiedenis, niet vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Dit betekent dus dat uit de bewijsmiddelen niet behoeft te kunnen worden afgeleid door wie, wanneer en waar dit misdrijf concreet is begaan. Wel is voor een veroordeling ter zake van art. 420bis Sr (http://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0001854%26boek=Tweede%26titeldeel=XXXA%26artikel=420bis). vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf.
Dat een voorwerp "afkomstig is uit enig misdrijf", kan, als op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen met een bepaald misdrijf, niettemin bewezen worden geacht, als het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is. Het is aan het openbaar ministerie bewijs aan te dragen van dergelijke feiten en omstandigheden.
Als de door het openbaar ministerie aangedragen feiten en omstandigheden een vermoeden rechtvaardigen dat het niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is. De omstandigheid dat deze verklaring van de verdachte mag worden verlangd, houdt niet in dat het aan de verdachte is om aannemelijk te maken dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is.
Als de verdachte zo'n verklaring geeft, ligt het op de weg van het openbaar ministerie nader onderzoek te doen naar die verklaring. De rechter zal dan mede op basis van de resultaten van dat onderzoek moeten beoordelen of ondanks de verklaring van de verdachte het witwassen bewezen kan worden op de grond dat (het niet anders kan zijn dan dat) het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is. Bij de beoordeling van deze verklaring spelen de omstandigheden waaronder het moment en de wijze waarop deze tot stand is gekomen een rol. Zo kan het van belang zijn of de verdachte van meet af aan een tegenwicht tegen de verdenking heeft geboden of dat hij eerst in een laat stadium van het onderzoek is gaan verklaren op een wijze die aan de hiervoor genoemde vereisten voldoet.
Als zo'n verklaring uitblijft, mag de rechter die omstandigheid betrekken in zijn overwegingen over het bewijs.
Facturen [bedrijf 5] en [bedrijf 6]
[bedrijf 1] en [bedrijf 3] hebben in 2014 en 2015 betalingen aan [bedrijf 5] gedaan van in totaal € 95.039,45. Het hof heeft hiervoor al vastgesteld dat de onder feit 2 ten laste gelegde facturen (a) tot en met (d) vals zijn en dat in de administratie van [bedrijf 5] geen aanwijzingen zijn gevonden voor werkzaamheden van [bedrijf 5] ten behoeve van de aan [verdachte] gelieerde bedrijven.
[bedrijf 4] heeft in 2015, 2016 en 2017 betalingen aan [bedrijf 6] gedaan van in totaal € 243.210. Het hof heeft hiervoor al vastgesteld dat de onder feit 2 ten laste gelegde facturen (e) tot en met (j) vals zijn omdat daar geen prestatie van [bedrijf 6] tegenover heeft gestaan ten behoeve van aan [verdachte] gelieerde rechtspersonen.
Het hof stelt vast dat uit de als bewijsmiddelen uitgewerkte [server] -berichten tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] , en de Imessage berichten tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] – in samenhang met het onherroepelijk veroordelend vonnis van 7 december 2018 in de zaak tegen [medeverdachte 3] – volgt dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zich gedurende langere tijd hebben beziggehouden met witwassen ten behoeve van in ieder geval [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] . De door hen in de periode vanaf augustus 2015 en de iMessage-berichten tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] geven een helder beeld van hun witwasmethoden en de gehanteerde tarieven.
De verdachte verrichtte in genoemde periode betalingen na ontvangst van facturen van aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gerelateerde rechtspersonen waar in werkelijkheid geen werkzaamheden tegenover stonden. Hij deed dat op onregelmatige momenten, telkens vrijwel direct nadat de rechtspersonen een factuur stuurden.
Uit de betaling van de factuur van [naam 3] op 20 oktober 2015 blijkt dat bij de betaling van € 15.000,- door [medeverdachte 2] is gewacht totdat hij het geld op een rekening heeft staan. In een iMessage-bericht van 20 oktober 2015 bericht [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 3] dat hij voor de betaling wacht op geld, ‘hij heeft Rabobank’. [medeverdachte 2] heeft desgevraagd ter zitting in hoger beroep verklaard dat hij wachtte op geld van [verdachte] . Op 20 oktober 2015 maakt [bedrijf 4] een bedrag van € 18.500,- over op de rekening van [bedrijf 6] . [88] Op het rekeningoverzicht van de bankrekening van [bedrijf 6] is te zien dat op 20 oktober 2015 zonder omschrijving een betaling van € 15.000,- is gedaan aan [naam 3] . [89] Van de ‘investering’ in [bedrijf 2] door [verdachte] heeft het hof hiervoor al vastgesteld dat het geld afkomstig is van ‘ [medeverdachte 4] ’, een crimineel contact van [medeverdachte 3] , en dat het witwassen hierdoor kon verder gaan.
In de onderhavige strafzaak wordt niet verlangd dat wordt vastgesteld hoe en op welke wijze de verdachte voor de betalingen van de valse facturen is gecompenseerd. Voor zover betalingen (gedeeltelijk) zijn te herleiden tot legale inkomsten van vennootschappen van [verdachte] sluit dit verrekening door overhandiging van criminele contante gelden of door overboekingen op rekeningen van vennootschappen waarvan de achterliggende gerechtigden zijn afgeschermd niet uit.
De verdachte heeft op basis van valse facturen bedragen overgemaakt aan vennootschappen van [medeverdachte 1] en vervolgens die van [medeverdachte 2] . Deze valse facturen hadden slechts tot doel om, na betaling, te zorgen dat in [bedrijf 5] en [bedrijf 6] voldoende geld aanwezig was. Dit kon worden aangewend voor (schijnbaar legale) bestedingen voor auto’s, salarissen en woningen ten behoeve van criminelen. Het hof is van oordeel dat de hierboven genoemde feiten en omstandigheden zonder meer een vermoeden rechtvaardigen dat het niet anders kan zijn dan dat de op facturen en aan [bedrijf 2] betaalde bedragen uit enig misdrijf afkomstig zijn. Van de verdachte mag daarom worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is. Dat heeft hij, gelet op het voorgaande, niet gedaan.
Hetgeen de verdachte over de facturen en de achtergrond van de betalingen heeft verklaard, is al besproken en weerlegd in de bewijsoverweging van de feiten 1 en 2.
Het hof komt dan ook tot het oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de door [bedrijf 1] en [bedrijf 3] aan [bedrijf 5] en [bedrijf 6] betaalde geldbedragen van misdrijf afkomstig zijn.
Gewoontewitwassen
Gelet op het grote aantal witwashandelingen en de lange periode, komt het hof tot het oordeel dat sprake is van gewoontewitwassen.
Medeplegen
De verdachte heeft samen met (de vennootschappen van) [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] de ten laste gelegde bedragen witgewassen. De gedragingen van de verdachte zijn voldoende om tot het oordeel te komen dat sprake is geweest van nauwe en bewuste samenwerking. Het medeplegen kan daarom worden bewezen.
Voorwaardelijk verzoek
De raadsvrouw heeft nog verzocht dat indien het hof meent dat de activiteiten van de verdachte in [land 2] tot een vermoeden van witwassen zou leiden, de zaak aan te houden, zodat de verdediging de kans krijgt een onderbouwde verklaring te geven ten aanzien van de geldstromen van cliënt in [land 2] .
Nu aan deze voorwaarde niet is voldaan, komt het hof niet toe aan de beoordeling van het verzoek.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Ten aanzien van feit 1:
in de periode van 1 november 2016 tot en met 30 november 2016 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen
opzettelijk een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, te weten:
een factuur verzonden door of afkomstig van [bedrijf 1] B.V. en gericht aan [bedrijf 2] B.V. ( [adres 2] ) gedateerd 15 november 2016,
bestaande de valsheid hierin dat op het geschrift valselijk en in strijd met de waarheid is vermeld dat sprake was van de op de factuur vermelde " overname verplichting [bedrijf 2] B.V./Dhr [getuige] met factuurnummer [nummer 1] , gedateerd op 15 november 2016", voor een bedrag van 62.500 euro inclusief BTW terwijl in werkelijkheid geen sprake was van een "overname verplichting";
Ten aanzien van feit 2:
[bedrijf 1] B.V. en/of [bedrijf 3] B.V. op tijdstippen in de periode van 24 januari 2013 tot en met 31 december 2017 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
opzettelijk de hierna (onder a, b, c, d, e, f, g, h, i, en j) genoemde valselijk opgemaakte geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen voorhanden heeft gehad, terwijl [bedrijf 1] B.V. en/of [bedrijf 3] B.V. en/of zijn mededaders (telkens) wisten dat die geschriften bestemd waren voor gebruik als waren deze echt en onvervalst
aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte feitelijk leiding heeft gegeven,
te weten de geschriften:
a. een factuur van het bedrijf [bedrijf 5] B.V. met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 2] " met factuurnummer [nummer 2] , d.d. 24 januari 2013, met een gesteld bedrag van 2.420 euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 3] B.V.;
b. een factuur van het bedrijf [bedrijf 5] B.V. met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 3] " met factuurnummer [nummer 3] , d.d. 24 januari 2013, met een gesteld bedrag van 18.150 euro (inclusief BTW) geadresseerd aan [bedrijf 1] B.V.;
c. een factuur van het bedrijf [bedrijf 5] B.V. met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 4] " met factuurnummer [nummer 4] , d.d. 22 maart 2014, met een gesteld bedrag van 27.830 euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 7] B.V. (Handelsnaam van [bedrijf 3] B.V.);
d. een factuur van het bedrijf [bedrijf 5] B.V. met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 5] " met factuurnummer [nummer 5] , d.d. 29 december 2014, met een gesteld bedrag van 21.780 euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 1] B.V.;
e. een factuur van het bedrijf [bedrijf 6] B.V. met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 6] " met factuurnummer [nummer 6] , d.d. 18 mei 2015, met een gesteld bedrag van 6.050 euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 1] B.V.;
f. een factuur van het bedrijf [bedrijf 6] B.V. met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 7] " met factuurnummer [nummer 7] , d.d. 19 oktober 2015, met een gesteld bedrag van 18.150 euro (inclusief BTW) geadresseerd aan [bedrijf 1] B.V./ [bedrijf 4] B.V.;
g. een factuur van het bedrijf [bedrijf 6] B.V. met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 8] " met factuurnummer [nummer 8] , d.d. 10 november 2015, met een gesteld bedrag van 43.560 euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 1] B.V./ [bedrijf 4] B.V.;
h. een factuur van het bedrijf [bedrijf 6] B.V. met als vermelde werkzaamheden of diensten: '" [vermelding 9] " d.d. 3 augustus 2016 met een gesteld bedrag van 36.300 euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 1] B.V./ [bedrijf 4] B.V.;
i. een factuur van het bedrijf [bedrijf 6] B.V. met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 10] " met factuurnummer [nummer 9] , d.d. 10 november 2016, met een gesteld bedrag van 30.250 euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 1] B.V. en/of [bedrijf 4] B.V.;
j. een factuur van het bedrijf [bedrijf 6] B.V. met als vermelde werkzaamheden en/of diensten " [vermelding 11] ", met factuurnummer [nummer 10] , d.d. 28 augustus 2017, met een gesteld bedrag van 24.200 euro (inclusief BTW), geadresseerd aan [bedrijf 1] B.V.;
bestaande de valsheid hierin dat op die geschriften valselijk en in strijd met de waarheid is vermeld en opgenomen dat de op die facturen vermelde werkzaamheden verricht zijn en/of beschreven diensten zijn geleverd op de wijze als omschreven in de facturen, terwijl in werkelijkheid vermelde werkzaamheden en/of diensten niet zijn verricht.
Ten aanzien van feit 3 primair:
hij in de periode van 1 januari 2014 tot en met 29 augustus 2017 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/hebben hij verdachte en/of zijn mededaders, toen en daar, op tijdstippen in voornoemde periode van een aantal voorwerpen, te weten: (betaalde geldbedragen)
- een geldbedrag van 18.150,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 27 januari 2014;
- een geldbedrag van 2420,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 27 januari 2014;
- een geldbedrag van 27.830,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 24 maart 2014;
- een geldbedrag van 6050,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 8 september 2014;
- een geldbedrag van 18.150,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 29 september 2014;
- een geldbedrag van 8470,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 5 januari 2015;
- een geldbedrag van 13.310,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 5] BV betaald op 12 januari 2015;
- een geldbedrag van 6050,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 25 mei 2015;
- een geldbedrag van 18.150,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 20 oktober 2015;
- een geldbedrag van 43.560,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 11 november 2015;
- een geldbedrag van 40.500,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 22 februari 2016;
- een geldbedrag van 20.000,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 22 februari 2016;
- een geldbedrag van 36.300,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 4 augustus 2016;
- een geldbedrag van 24.200,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 13 september 2016;
- een geldbedrag van 30.250,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 28 november 2016; en
- een geldbedrag van 24.200,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 6] BV betaald op 29 augustus 2017; (in ontvangst genomen geldbedragen)
- een geldbedrag van 62.500,- zijnde een betaling ten behoeve van [bedrijf 1] BV en betaald op 28 november 2016, afkomstig van [bedrijf 2] BV
- de werkelijke aard en/of de herkomst verborgen en/of verhuld en/ die voorwerpen overgedragen en/of omgezet, terwijl hij en zijn mededaders wisten, dat deze voorwerpen onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
Hetgeen onder 1, 2 en 3 primair meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2 en 3 primair bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van valsheid in geschrift.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
feitelijk leidinggeven aan het medeplegen van opzettelijk een vals geschrift voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor het gebruik als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
Het onder 3 primair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van gewoontewitwassen.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 primair bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden, met aftrek van voorarrest en een taakstraf van 200 (tweehonderd) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 100 (honderd) dagen.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1, 2 en 3 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
De verdediging heeft verzocht geen (onvoorwaardelijke) gevangenisstraf op te leggen. Daarbij is gewezen op de gedateerdheid van de feiten, de overschrijding van de redelijke termijn, zijn justitiële documentatie en het gevolg dat de strafzaak voor hem heeft gehad.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich gedurende drieënhalf jaar schuldig gemaakt aan het gewoontewitwassen van ruim € 400.000,-. Hij heeft daarnaast een valse factuur opgesteld en valse facturen voorhanden gehad.
Het hof houdt er in strafverzwarende zin rekening mee dat de verdachte als witwasser een onmisbare en belangrijke bijdrage heeft geleverd aan zware criminaliteit. Deze kan immers niet functioneren zonder het met misdrijven verworven vermogen in het legale betalingsverkeer te brengen. De verdachte heeft er, door opzettelijk handelen te ontkennen, geen blijk van gegeven in te zien dat zijn handelen het vertrouwen, dat in het financiële verkeer en geschriften met een bewijsbestemming moet kunnen worden gesteld, ernstig heeft geschaad. Dat de verdachte registeraccountant is en financiële kennis heeft die hij gebruikt voor criminele doeleinden, weegt het hof mee in strafverzwarende zin.
Het hof heeft bij de strafoplegging acht geslagen op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (de LOVS oriëntatiepunten) voor fraude.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 27 november 2023 is hij niet eerder veroordeeld voor een soortgelijk feit.
Het hof is al met al van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere straf dan een gevangenisstraf, met dien verstande dat een gedeelte van deze gevangenisstraf voorwaardelijk zal worden opgelegd, om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken.
Het hof acht in beginsel een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren passend en geboden.
Het hof houdt bij het opleggen van de straf rekening met de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Deze redelijke termijn is tijdens de procedure bij de rechtbank overschreden met ruim één jaar en tijdens de procedure bij dit hof met vier maanden. De overschrijding wordt gecompenseerd doordat het hof twee maanden in mindering zal brengen op de op te leggen gevangenisstraf.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57, 225, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P. Greve, mr. A.P.M. van Rijn en mr. H.A. Stalenhoef, in tegenwoordigheid van mr. S. Geensen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 25 januari 2024.
De griffier is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]

Voetnoten

1.Vonnis van de rechtbank Amsterdam van 7 december 2018 in de strafzaak tegen [medeverdachte 3] , C28 p. 168. Dit vonnis wordt gebruikt als bewijsmiddel, maar is ten behoeve van de leesbaarheid opgenomen onder het kopje “Inleiding”.
2.Een geschrift, te weten een uittreksel uit de Kamer van Koophandel van 12 februari 2019, C28 p. 186-187.
3.Verhoor van de verdachte [medeverdachte 1] van 31 mei 2018, B16 p. 34.
4.Verhoor van de verdachte [medeverdachte 1] van 31 mei 2018, B16 p. 35.
5.Een geschrift, te weten een uittreksel uit de Kamer van Koophandel van 12 februari 2019, C28 p. 188-189.
6.Een geschrift, te weten een uittreksel uit de Kamer van Koophandel van 12 februari 2019, C28 p. 190.
7.Een geschrift, te weten een uittreksel uit de Kamer van Koophandel van 12 februari 2019, C28 p. 191-192.
8.Een geschrift, te weten een uittreksel uit de Kamer van Koophandel van 12 februari 2019, C28 p. 193-194.
9.Een geschrift, te weten een uittreksel uit de Kamer van Koophandel, p. C28 197.
10.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [server] m.b.t. salaris uitbetalingen van [medeverdachte 5] door “ [bijnaam] ”( [medeverdachte 1] ) en bedreigen / afpersen [medeverdachte 1] , B16 p. 13.
11.Verhoor van de verdachte [medeverdachte 1] van 31 mei 2018, B16 p. 40.
12.Proces-verbaal van bevindingen 27 juni 2017, C28 p. 701.
13.Proces-verbaal van verdenking, C25 p. 19.
14.Proces-verbaal van bevindingen bankrekening [bedrijf 5] BV, C28 p. 1005.
15.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [server] m.b.t. salaris uitbetaling van [medeverdachte 5] door “ [bijnaam] ” ( [medeverdachte 1] ) en bedreigen / afpersen [medeverdachte 1] , C28 p. 368.
16.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [server] m.b.t. salaris uitbetaling van [medeverdachte 5] door “ [bijnaam] ” ( [medeverdachte 1] ) en bedreigen / afpersen [medeverdachte 1] , C28 p. 369.
17.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [server] m.b.t. salaris uitbetaling van [medeverdachte 5] door “ [bijnaam] ” ( [medeverdachte 1] ) en bedreigen / afpersen [medeverdachte 1] , C28 p. 369.
18.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [server] m.b.t. salaris uitbetaling van [medeverdachte 5] door “ [bijnaam] ” ( [medeverdachte 1] ) en bedreigen / afpersen [medeverdachte 1] , C28 p. 369-370.
19.Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2] van 13 september 2018, B18 p. 16.
20.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] van 5 juni 2018, B16 p. 71 en 74.
21.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [server] m.b.t. salaris uitbetaling van [medeverdachte 5] door “ [bijnaam] ” ( [medeverdachte 1] ) en bedreigen / afpersen [medeverdachte 1] , C28 p. 370-372.
22.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [server] m.b.t. salaris uitbetaling van [medeverdachte 5] door “ [bijnaam] ” ( [medeverdachte 1] ) en bedreigen / afpersen [medeverdachte 1] , C28 p. 372.
23.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [server] m.b.t. salaris uitbetaling van [medeverdachte 5] door “ [bijnaam] ” ( [medeverdachte 1] ) en bedreigen / afpersen [medeverdachte 1] , C28 p. 373.
24.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [server] m.b.t. salaris uitbetaling van [medeverdachte 5] door “ [bijnaam] ” ( [medeverdachte 1] ) en bedreigen / afpersen [medeverdachte 1] , C28 p. 373.
25.Proces-verbaal van bevindingen kentekens op naam van [bedrijf 5] BV, C28 p. 861 (onderaan).
26.Proces-verbaal van bevindingen kentekens op naam van [bedrijf 5] BV, C28 p. 863 (onderaan).
27.Proces-verbaal van bevindingen bankrekening [bedrijf 5] BV, C28 p. 1007 (midden).
28.Proces-verbaal eigendomsonderzoek, C28 p. 707 (onderaan).
29.Proces-verbaal van bevindingen kentekens op naam van [bedrijf 5] BV, C28 p. 863 (onderaan).
30.Proces-verbaal van bevindingen kentekens op naam van [bedrijf 5] BV, C28 p. 865 (bovenaan).
31.Proces-verbaal van bevindingen kentekens op naam van [bedrijf 5] BV, C28 p. 863 (onderaan)-864.
32.Proces-verbaal van bevindingen kentekens op naam van [bedrijf 5] BV, C28 p. 864 (midden).
33.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek [server] m.b.t. salaris uitbetaling van [medeverdachte 5] door “ [bijnaam] ” ( [medeverdachte 1] ) en bedreigen / afpersen [medeverdachte 1] , C28 p. 374-375.
34.Proces-verbaal van bevindingen witwassen VW Golf [kenteken 2] , C28 p. 667 (derde alinea), en bijlage 2.5, C28 p. 681 (onder B).
35.Proces-verbaal van bevindingen witwassen VW Golf [kenteken 2] , C28 p. 666 (onderaan).
36.Eigendomsonderzoek, C28 p. 704 (onderaan).
37.Eigendomsonderzoek, C28 p. 705 (onderaan)-706 (bovenaan).
38.Proces-verbaal van bevindingen witwassen VW Golf [kenteken 2] , bijlage 1, C28 p. 675, en proces-verbaal van bevindingen onderzoek [server] m.b.t. salaris uitbetaling van [medeverdachte 5] door “ [bijnaam] ” ( [medeverdachte 1] ) en bedreigen / afpersen [medeverdachte 1] , bijlage 8, C28 p. 561.
39.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , bijlage 6, C28 p. 557.
40.Proces-verbaal van bevindingen witwassen VW Golf [kenteken 2] , C28 p. 668-669.
41.Bevindingen financiering eerste [financiering] , C28 p. 1583 (tweede alinea).
42.Bevindingen financiering eerste [financiering] (bijlage 1), C28 p. 1585.
43.Bevindingen financiering eerste [financiering] (bijlage 1), C28 p. 1586.
44.Proces-verbaal van bevindingen witwassen VW Golf [kenteken 2] , C28 p. 666 (onderaan).
45.Proces-verbaal van bevindingen witwassen VW Golf [kenteken 2] , C28 p. 669 (midden).
46.Proces-verbaal van bevindingen witwassen VW Golf [kenteken 2] , C28 p. 669 (onderaan).
47.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , bijlage 10, C28 p. 563-564.
48.Proces-verbaal van bevindingen witwassen VW Golf [kenteken 2] , C28 p. 669 (onderaan) en bijlage 3, p. 687, § 2.2.
49.Proces-verbaal van transactietotalen ING Bank terzake [medeverdachte 2] , [stichting] [bedrijf 6] BV, C28 p. 1454 en 1455 en bijlage 3, p. 1462.
50.Proces-verbaal van bevindingen witwassen VW Golf [kenteken 2] , C28 p. 671.
51.Proces-verbaal van bevindingen witwassen VW Golf [kenteken 2] , bijlage 1, C28 p. 676.
52.Proces-verbaal van bevindingen data [server] – gesprek over appartement vriendin [medeverdachte 5] , C28 p. 1091-1095.
53.Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2] van 20 september 2018, B18 p. 37
54.Bijlage 2 bij proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 2] van 13 september 2018, B18 p. 26.
55.Proces-verbaal van bevindingen witwassen VW Golf [kenteken 2] , C28 p. 700.
56.Proces-verbaal van bevindingen witwassen VW Golf [kenteken 2] , bijlage 3, C28 p. 688.
57.Proces-verbaal van bevindingen witwassen VW Golf [kenteken 2] , C28 p. 666 (onderaan)-667 (bovenaan).
58.Doorzoeking ter inbeslagneming, C28 p. 449-450; Bijlage inbeslaggenomen goederen, C28 p. 452.
59.Bijlage 7.1 bij proces-verbaal van bevindingen gefingeerde arbeidsovereenkomsten, C28 p. 1172-1173.
60.Proces-verbaal van bevindingen van 16 april 2019, C28 p. 6.
61.Proces-verbaal van bevindingen valsheid in geschrifte ex art. 225 lid 1 en lid 2 WvSr [medeverdachte 2] , C28 p. 1322.
62.Bijlage 1 bij proces-verbaal transactietotalen ING Bank terzake [medeverdachte 2] , [stichting] [bedrijf 6] BV, C28 p. 1460 en 1462.
63.Proces-verbaal werkzaamheden verricht door [bedrijf 5] , C28 p. 1480 en 1481.
64.Proces-verbaal van bevindingen valsheid in geschrifte ex art. 225 lid 1 en lid 2 WvSr [medeverdachte 2] , C28 p. 1322.
65.Proces-verbaal van bevindingen die duiden op witwassen van betalingen aan advocaat, C28 p. 837-838.
66.Bijlage 1 bij proces-verbaal transactietotalen ING Bank terzake [medeverdachte 2] , [stichting] [bedrijf 6] BV, C28 p. 1460.
67.Bijlage 1 bij proces-verbaal transactietotalen ING Bank terzake [medeverdachte 2] , [stichting] [bedrijf 6] BV, C28 p. 1460.
68.Proces-verbaal van bevindingen die duiden op witwassen van betalingen aan advocaat, C28 p. 839.
69.Bijlage 1 bij proces-verbaal transactietotalen ING Bank terzake [medeverdachte 2] , [stichting] [bedrijf 6] BV, C28 p. 1460.
70.Proces-verbaal van bevindingen die duiden op witwassen van betalingen aan advocaat, C28 p. 840.
71.Bijlage 5 bij proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 2] van 20 september 2018, B18 p. 62.
72.Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2] van 13 september 2018, B18 p. 15.
73.Proces-verbaal van bevindingen valsheid in geschrifte ex art. 225 lid 1 en lid 2 WvSr [medeverdachte 2] , bijlage 3, C28 p. 1342.
74.Proces-verbaal van bevindingen eigendom woning [adres 3] , C28 p. 1622-1623.
75.Bevindingen financiering eerste [financiering] , C28 p. 1583 (derde alinea).
76.Bevindingen financiering eerste [financiering] (bijlage 2), C28 p. 1587.
77.Bevindingen financiering eerste [financiering] (bijlage 2), C28 p. 1588.
78.Bevindingen twee Rabobank rekeningen onv [bedrijf 1] BV/ [bedrijf 3] BV (bijlage 1), C28 p. 1603 (bovenste tabel).
79.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , C28 p. 536.
80.Bevindingen in beslag genomen administratie, C28 p. 1482-1483 en bevindingen valsheid in geschrifte [verdachte] , C28 p. 1278 (onder kopje ‘facturen’) en C28 p. 1279 (bovenaan).
81.Geschriften, te weten facturen van 24 januari 2013, 22 maart 2014 en 29 december 2014, C28 p. 1290 (a), 1485 (b), 1366 (c) en 1292 (d).
82.Geschriften, te weten facturen van 18 mei 2015, 19 oktober 2015, 10 november 2015, 3 augustus 2016, 10 november 2016 en 28 augustus 2017, C28 p. 1492 (e), 1489(f), 1490 (g), 1299 (h), 1495 (i) en 1496 (j).
83.Bevindingen valsheid in geschrifte ex art 225 lid 1 en lid 2 WvSr [medeverdachte 1] , C28 p. 1355. Bevindingen valsheid in geschrift ex art. 225 lid 1 en lid 2 WvSr [medeverdachte 2] , p. C28 1322-1323 en Bijlage 1 bij Transactietotalen ING Bank terzake [medeverdachte 2] , [stichting] [bedrijf 6] BV, C28 p. 1460-1461.
85.Werkzaamheden verricht door [bedrijf 5] , p. C28 1480 (onderaan) en C28 1481.
86.Bevindingen valsheid in geschrift [medeverdachte 2] , p. C28 1325 (vijfde alinea) en bevindingen valsheid in geschrifte ex art. 225 lid 1 en lid 2 WvSr [medeverdachte 1] , p. C28 1353 (bovenaan).
87.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , C28, p. 536.
88.Bijlage 1 bij proces-verbaal transactietotalen ING Bank terzake [medeverdachte 2] , [stichting] [bedrijf 6] BV, C28 p. 1460.
89.Bijlage 1 bij proces-verbaal transactietotalen ING Bank terzake [medeverdachte 2] , [stichting] [bedrijf 6] BV, C28 p. 1460.