BESLISSING
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het meer subsidiair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
34. 1 STK Muts niet goednummer G6147097;
36. 1 STK Broek met goednummer G6146857.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. STK Fust met goednummer G6146092;
2. 1 STK Snoer met goednummer G6146093;
3. 1 STK Pas met goednummer G6146098;
5. 1 STK Voorbehoedsmiddel met goednummer G6146019;
6. 1 STK Voorbehoedsmiddel met goednummer G6146020;
7. 1 STK Fust met goednummer G6146028;
8. 1 STK Voorbehoedsmiddel met goednummer G6146021;
9. 1 STK Fust met goednummer G6146029;
10. 2 STK Kleding met goednummer G6146389;
11. 1 STK Kleding met goednummer G6146390;
12. 1 STK Kleding met goednummer G6146391;
13. 1 STK Kleding met goednummer G6146392;
14. 1 STK Kleding met goednummer G6146394;
15. 1 STK Kleding met goednummer G6146393;
16. 1 STK Broek met goednummer G6147634;
17. 4 STK Mes met goednummer G6147065;
18. 1 STK Mes met goednummer G6147068;
19. 1 STK Aansteker met goednummer G6147070;
20. 1 STK Mes met goednummer G6147073;
21. 1 STK Pet met goednummer G6 147074;
21. 1 STK Trui met goednummer G6147075;
23. 1 STK Handdoek met goednummer G6147078;
24. 1 STK Fust met goednummer G6147079;
25. 1 STK Fust met goednummer G6147080;
26. 1 STK Fust met goednummer G6147081;
27. 1 STK Fust met goednummer G6147082;
28. 1 DS Doos met goednummer G6147083;
29. 1 STK Fust met goednummer G6147084;
30. 1 STK Papier met goednummer G6147086;
31. 1 STK Voorbehoedsmiddel met goednummer G6147090;
32. 1 FLS Fles met goednummer G6147091;
33. 3 STK poeder met goednummer G6147097;
35. 1 STK Broek met goednummer G6146856;
37. 1 STK Mes met goednummer G6146853;
38. 1 STK Tas met goednummer G6147136;
39. 2 STK Medicijn met goednummer G6147519;
40. 1 STK Voorbehoedsmiddel met goednummer G6147524;
41. 3 STK Sierraad met goednummer G6147525.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 2] ter zake van het meer subsidiair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 2] , ter zake van het meer subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 122 (honderdtweeëntwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op 25 januari 2022.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 3] ter zake van het meer subsidiair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 26.111,37 (zesentwintigduizend honderdelf euro en zevenendertig cent) bestaande uit € 8.611,37 (achtduizend zeshonderdelf euro en zevenendertig cent) materiële schade en € 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
€ 3.400,00(drieduizend vierhonderd euro).
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 3] , ter zake van het meer subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 26.111,37 (zesentwintigduizend honderdelf euro en zevenendertig cent) bestaande uit € 8.611,37 (achtduizend zeshonderdelf euro en zevenendertig cent) materiële schade en € 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 165 (honderdvijfenzestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 13 april 2022
en van de immateriële schade op 25 januari 2022.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 4] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M.P. Geelhoed, mr. A.E. Kleene-Krom en mr. M. Koek, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Schouten, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 5 juli 2024.
Mr. A.M.P. Geelhoed en mr. M. Koek zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.