ECLI:NL:GHAMS:2024:177
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bestreden beschikking inzake de verdeling van zorg- en opvoedtaken tussen ouders
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verdeling van zorg- en opvoedtaken van een minderjarige. De vader, verzoeker in principaal hoger beroep, en de moeder, verweerster in principaal hoger beroep, zijn in een geschil verwikkeld over de hoofdverblijfplaats van hun kind, geboren in 2019, en de zorgregeling. De Raad voor de Kinderbescherming heeft advies uitgebracht over de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling, waarbij de hoofdverblijfplaats bij de moeder werd geadviseerd. De vader heeft verzocht om de hoofdverblijfplaats bij hem te bepalen, maar het hof heeft geoordeeld dat er onvoldoende redenen zijn om deze beslissing te wijzigen. De huidige zorgregeling werd als niet in het belang van de minderjarige beschouwd, en het hof heeft een nieuwe regeling vastgesteld die meer rust voor het kind beoogt. De ouders zijn het erover eens dat de zorg gelijk verdeeld moet worden, en het hof heeft een 2/2/5/5-regeling vastgesteld. De vader krijgt de gelegenheid om zes keer per jaar een lang weekend met de minderjarige door te brengen. De vakantieregeling is ook aangepast in lijn met het advies van de raad. De beschikking van de rechtbank is gedeeltelijk vernietigd en opnieuw vastgesteld, waarbij de belangen van de minderjarige voorop staan.