ECLI:NL:GHAMS:2024:1763
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- C.E. Buitendijk
- A.N. de Beek
- J.A. van Keulen
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor verhuizing en inschrijving school; afwijzing dwangsom
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzoeken van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor verhuizing met haar minderjarige kind, [minderjarige 1], en voor inschrijving op een andere school. De rechtbank Noord-Holland had eerder op 12 september 2023 deze verzoeken afgewezen, evenals het verzoek van de vader om een dwangsom op te leggen bij niet-naleving van de zorgregeling. De moeder was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de belangen van de moeder, de vader en het kind afgewogen. De moeder stelde dat de verhuizing noodzakelijk was voor haar welzijn en dat het in het belang van [minderjarige 1] zou zijn. De vader daarentegen betoogde dat er geen noodzaak was voor de verhuizing en dat het in het belang van [minderjarige 1] was om in haar vertrouwde omgeving te blijven. Het hof concludeerde dat de moeder onvoldoende noodzaak had aangetoond voor de verhuizing en dat het belang van de vader en [minderjarige 1] zwaarder woog. Daarom heeft het hof de verzoeken van de moeder afgewezen en de beschikking van de rechtbank bekrachtigd. Tevens werd het verzoek van de vader om een dwangsom afgewezen, omdat het hof vond dat de zorgen van de vader op een andere manier konden worden ondervangen.