Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Beslissing over de ontvankelijkheid
Oplegging van straf
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) maanden.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 12 mei 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1984, was eerder veroordeeld voor diefstal in vereniging uit een bedrijfsbus en voor het bezit van een vuurwapen. Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter, behalve ten aanzien van de straf, die werd aangepast. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 maanden, maar het hof legde een gevangenisstraf van 7 maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van diefstal en had een vuurwapen in zijn bezit, wat bijdraagt aan gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Het hof oordeelde dat er voldoende belang was om de zaak in hoger beroep te behandelen, ondanks het verzoek van de raadsman om de zaak niet ontvankelijk te verklaren. De opgelegde straf zal volledig worden uitgevoerd in de penitentiaire inrichting, met inachtneming van de mogelijkheid van deelname aan een penitentiair programma of voorwaardelijke invrijheidsstelling. Het hof heeft de beslissing genomen na zorgvuldige afweging van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.