ECLI:NL:GHAMS:2024:1657

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 april 2024
Publicatiedatum
18 juni 2024
Zaaknummer
23-000599-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 4 maart 2024. De verdachte, geboren in 2005, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis. Tijdens de zitting op 11 april 2024 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv).

Het hof constateerde dat er geen schriftelijke grieven waren ingediend door of namens de verdachte, en er waren ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Aangezien er geen bezwaren waren ingediend en er geen rechtens te respecteren belangen waren die een nader onderzoek van de zaak rechtvaardigden, besloot het hof, na het horen van de advocaat-generaal, de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep.

De beslissing van het hof werd genomen door de meervoudige strafkamer, bestaande uit drie rechters, en werd uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting. De jongste raadsheer was niet in staat om het arrest mede te ondertekenen. Dit arrest is gepubliceerd op 18 juni 2024.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000599-24
datum uitspraak: 11 april 2024
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (locatie Haarlem) van 4 maart 2024 in de strafzaak onder parketnummer 96-270064-23 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2005,
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 11 april 2024.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep op grond van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv).

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven.
Nu geen bezwaren tegen het vonnis zijn ingediend en ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, zal het hof, gehoord de advocaat-generaal, de verdachte niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, Sv.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.J. van der Wilt, mr. A.E. Kleene-Krom en mr. E.C.M. Bouman, in tegenwoordigheid van mr. C.T. Snellenberg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 11 april 2024.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.