Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Jeugdbescherming Regio [plaats A] ,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige]. De kinderrechter had eerder, op 31 oktober 2023, het verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) om de ondertoezichtstelling te verlengen afgewezen. De vader, die het niet eens was met deze beslissing, heeft hoger beroep ingesteld op 24 januari 2024. Het hof heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling van rechtswege is geëindigd op 7 november 2023, waardoor verlenging niet meer mogelijk is. Het hof heeft de argumenten van de vader, die stelde dat er een onveilige situatie voor de minderjarige was en dat de moeder zich niet aan afspraken hield, overwogen, maar oordeelt dat de ondertoezichtstelling niet kan worden verlengd omdat deze reeds is geëindigd. De vader kan echter een nieuw verzoek tot ondertoezichtstelling indienen bij de kinderrechter. De beslissing van het hof is genomen in aanwezigheid van de betrokken partijen, waaronder de moeder en de GI, en is openbaar uitgesproken door de voorzitter.