Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Eerste aanleg
4.Beoordeling in hoger beroep
“de medebewoner(s) (…) en omwonenden geen overlast aan te doen”.
(grief I).
“Hierna: geluidsopname”, “en onprettig wordt ervaren”,
“Filmpje”en
“vermijden en niks “uit te lokken””(producties 7 en 13 van de zijde van Ruwiel) en dat sommige (dubbele) zinnen met pen zijn doorgehaald, doet naar het oordeel van het hof niet af de waarachtigheid en betrouwbaarheid van deze berichten. Het komt het hof voor dat de opmerkingen en doorhalingen te maken hebben met het feit dat het screenshots van whatsappberichten betreft. De teneur van de berichten is
“standaard gelogen”wordt (productie 11 van de zijde van Ruwiel), is geen grond voor twijfel aan de waarachtigheid en betrouwbaarheid van de whatsappberichten. Zowel [appellante] als haar medebewoners hebben zich veelvuldig tot Ruwiel gewend met hun klachten. Dat Ruwiel op enig moment een enkele opmerking als voormeld heeft gemaakt, acht het hof niet van betekenis. Daarbij komt dat de whatsappberichten van de medebewoners deels op dezelfde voorvallen zien (producties 16, 18 en 19 van de zijde van Ruwiel), dat deze voorvallen deels ook door [appellante] zelf zijn genoemd op het door haar ingevulde aangifteformulier (productie 13 van de zijde van [appellante] ) en dat van een van deze voorvallen een proces-verbaal van aangifte door een medebewoner en een proces-verbaal van verhoor van [appellante] als verdachte zijn opgemaakt (productie 17 van de zijde van Ruwiel en productie 14 van de zijde van [appellante] ). De berichten sluiten dan ook op elkaar aan en bieden een eensluidend beeld. De strekking van de berichten is duidelijk.
(grief IV), verandert dit niets aan de strekking van deze berichten.
(grieven III, V en VI),volgt het hof niet.
“ook iets van hen weggenomen heeft”. Zelfs als de medebewoners de doos van [appellante] zouden hebben weggenomen, rechtvaardigt dit naar het oordeel van het hof niet haar daaropvolgende gedrag. Dat [appellante] daarbij letsel zou hebben opgelopen, doet aan het vorenstaande niet af. De in de verwijsbrief gemelde ‘eerdere agressie’ heeft [appellante] in het geheel
“de les”laat lezen, terugvecht,
“ze nog meer op hun plek”zet dan ze
“al deed”en
“die shit niet van ze”slikt. Ook als deze e-mailberichten niet letterlijk opgevat moeten worden, volgt hieruit veeleer dat [appellante] de confrontatie met haar medebewoners niet uit de weg ging. Dat [appellante] op 25 oktober 2021 - als de verhoudingen reeds langere tijd ernstig verstoord zijn - per e-mail een offerte heeft aangevraagd bij een beveiligingsbedrijf
(grief II), doet daaraan niet af en laat eerder zien dat [appellante] de proporties uit het oog dreigt te verliezen. Dat er - zoals [appellante] - stelt een situatie was ontstaan van allen tegen een
(grief IV), kan zo zijn, maar moet als een gevolg van haar eigen gedrag worden beschouwd. Dat er mogelijk ook klachten waren over andere medebewoners, doet aan het vorenstaande evenmin af. Gesteld noch gebleken is bovendien dat die betrekking hadden op overlast jegens [appellante] .
(grieven IV en VI).
(grieven V, VII en VIII)dat juist Ruwiel is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst en zij onvoldoende heeft gedaan om de situatie in de woning te neutraliseren en te verbeteren en [appellante] en haar medebewoners ongestoord huurgenot te bieden. Ruwiel had daartoe, aldus [appellante] , vele mogelijkheden, maar heeft dit nagelaten.
(grief I), maar dit betoog faalt. De enkele omstandigheid dat deze verklaring woorden bevat die volgens [appellante] overeenstemmen met de woordkeuze van Ruwiel is daartoe onvoldoende. Bovendien is de verklaring ondertekend in meerdere handschriften, waaruit - ook als de verklaring voorbereid zou zijn door Ruwiel - blijkt van instemming met de inhoud van de verklaring door meerdere medebewoners van [appellante] .
(grief II)gaat het hof voorbij.
(grief VIII).
(grief IV).