ECLI:NL:GHAMS:2024:1510
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van contact- en gebiedsverboden in een familiekwestie met betrekking tot minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een contact- en gebiedsverbod dat door de vrouw was gevorderd tegen de man. De vrouw, appellante in hoger beroep, had in eerste aanleg een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, aangevochten. De voorzieningenrechter had de vorderingen van de vrouw afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was voor een reële dreiging van onrechtmatig handelen door de man. De vrouw stelde dat de man haar op 31 december 2023 had mishandeld en dat er een gevaar bestond voor haar en hun minderjarige kind. Het hof oordeelde dat, hoewel er aanwijzingen waren voor een spanningsvolle relatie, er onvoldoende bewijs was dat de man zich recentelijk in de omgeving van de vrouw had opgehouden of dat er een reële dreiging bestond van toekomstig onrechtmatig handelen. Het hof concludeerde dat de inbreuk op de bewegingsvrijheid van de man niet gerechtvaardigd was en bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.