In deze zaak gaat het om een geschil tussen appellanten, eigenaren van een appartement, en de Vereniging van Eigenaren (VvE) over schade die is ontstaan aan de woning tijdens herstelwerkzaamheden die door de VvE zijn uitgevoerd. De appellanten hebben in hoger beroep een groter deel van de gevorderde schadevergoeding toegewezen gekregen. De rechtbank had eerder een deel van de materiële schade als onvoldoende gespecificeerd afgewezen en een deel van de immateriële schade afgewezen wegens eigen schuld. Het hof heeft echter geoordeeld dat de VvE voor een groter deel aansprakelijk is voor de schade. De appellanten hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden en hun vorderingen gewijzigd. Het hof heeft vastgesteld dat de VvE onvoldoende heeft gedaan om de schade te vergoeden en heeft de VvE veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 6.292,00 aan materiële schade en € 30,00 per dag aan immateriële schade voor de periode van 1 juli 2018 tot 1 juli 2019. De VvE is ook veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.