Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.LIBRA INTERNATIONAL B.V. (hierna: Libra Nieuw),
[geïntimeerde] (hierna: [geïntimeerde] ),
STICHTING CONTINUITEIT LIBRA INTERNATIONAL,
(hierna: SCLI),
4.[belanghebbende] ,
[belanghebbende 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam, waarin de ontbinding van de Stichting Continuïteit Libra International (SCLI) werd uitgesproken. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.W. Leedekerken, heeft op 8 januari 2024 beroep ingesteld tegen deze beschikking, die op 14 december 2023 was gegeven. De beschikking was uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de ontbinding onmiddellijk effect had, ongeacht het hoger beroep. De appellant verzocht om schorsing van de uitvoerbaarverklaring, omdat hij vreesde dat de ontbinding onomkeerbare gevolgen zou hebben voor de beschermingsconstructie van het familiebedrijf. De geïntimeerden, waaronder Libra International B.V. en SCLI, hebben verweer gevoerd en betoogd dat de appellant geen belang had bij schorsing, aangezien de ontbinding al was ingeschreven en de prioriteitsaandelen waren overgedragen. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 april 2024 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het hof oordeelde dat de schorsing van de tenuitvoerlegging geen effect zou hebben op de reeds ingetreden rechtsgevolgen van de ontbinding en dat de appellant niet voldoende belang had bij zijn verzoek. De beslissing van het hof was dat het verzoek tot schorsing werd afgewezen, en de proceskosten in het incident werden aangehouden tot de uitspraak in de hoofdzaak.