3.1De GI heeft als volgt geantwoord op de vragen van het hof.
Vraag 1. Wat is het plan van aanpak van de GI om de omgang tussen [minderjarige] en de vader voort te zetten en in stand te houden en op welke wijze geeft de GI invulling aan de begeleiding van de omgangsregeling?
Op dit moment wil de GI de beschikking volgen wat betreft de begeleide omgang, gelet op het advies van de bijzondere curator. De vader zou [minderjarige] het liefst onbegeleid zien. Toen de GI daarop aangaf dat in dat geval voorwaarden en afspraken gemaakt zouden moeten worden, met als voorbeeld dat de vader niet meer met [minderjarige] naar het politiebureau kan gaan om aan te geven dat de stiefvader [minderjarige] zou misbruiken, gaf de vader direct aan daarmee niet akkoord te kunnen gaan, omdat hij van mening is dat dat wel is gebeurd en nog steeds gebeurt. De GI heeft de vader toen uitgelegd dat op deze manier de omgang niet onbegeleid kan gaan worden. Daarnaast weigert de vader samen te werken met de betrokken jeugd- en gezinsbeschermer, maar wil hij het contact via haar manager laten verlopen. De GI betreurt het dat de vader niet de samenwerking wil aangaan. Omdat de vader zich niet wil houden aan een door de GI te stellen voorwaarde, kan de GI niet inschatten hoe de toekomst er betreft de omgang tussen [minderjarige] en de vader uit gaat zien.
Ook verloopt het maken van afspraken met betrekking tot de begeleide omgang zeer moeizaam per mail. De vader kiest er voor om op verwijtende toon op mails van de moeder te reageren, in plaats van constructief de planning van de omgang rond te maken.
Vraag 2. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de werving van een omgangsbegeleider?
Op 21 december 2023 is een omgangsmedewerker gevonden die bereid is om de omgang tussen [minderjarige] en de vader op zaterdag of zondag voor een dagdeel van vier uur te begeleiden. Deze omgangsbegeleider neemt het halen en brengen van [minderjarige] ook op zich.
Vraag 3. Wanneer kan de omgangsregeling weer bij de vader thuis worden uitgevoerd?
De omgangsregeling vindt vanaf januari 2024 begeleid plaats bij vader thuis. Op zaterdag 13 januari 2024 heeft het eerste begeleide omgangsmoment bij de vader thuis plaatsgevonden.
Vraag 4. In hoeverre bevordert de GI dat de ouders ondersteuning of hulp voor zichzelf organiseren, zodat zij [minderjarige] beter kunnen begeleiden in de voor haar complexe situatie?
De GI gaat intern overleggen of Parallel Solo Ouderschap zin heeft voor de ouders of dat de GI hier zelf afspraken met de ouders over gaat maken in de communicatie. Daarbij wijst de GI erop dat het de ouders vrijstaat zelf op zoek te gaan naar hulpverlening als zij denken daar baat bij te hebben. Omdat de vader altijd een weerstand heeft gehad tegenover hulpverlening zal het afdwingen van hulp de zaak niet ten goede komen.
Vraag 5. Heeft de GI een vertrouwenspersoon/psycholoog voor [minderjarige] geregeld? Zo nee, op welke termijn verwacht de GI dat deze hulpverlener gevonden is? Zo ja, wie is de aangezochte hulpverlener en wat is het plan van deze persoon?
De GI is op dit moment in gesprek met diverse kinderpsychologen in de omgeving om de wachtlijst te bespreken. Als de GI hier antwoord op heeft, zal de GI de ouders om toestemming vragen en [minderjarige] vervolgens aanmelden. Indien ouders of één van hen hier geen akkoord voor geeft, zal de GI, gelet op het advies van [X] en de wens van [minderjarige] voor een psycholoog, om vervangende toestemming vragen.
Vraag 6. Over welke relevante informatie beschikt de GI, die zij relevant vindt voor het nemen van een beslissing in deze zaak?
De GI vindt het lastig dat de vader niet open staat voor een goede samenwerking met de GI en dat het hem niet lukt om constructief te reageren op mails van de moeder over [minderjarige] . Uit het dossier leest de GI dat dit een patroon van jaren is. De vader ondermijnt de regie van de GI.
De reactie van de ouders op de antwoorden van de GI