Uitspraak
mr. G.A. Smiten
mr. B.C. Elion, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. M.W.E. Eversen
mr. H.J. ter Meulen, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
[B],
3 [C] ,
mr. M.B. Krestinen
mr. D.L.M. van Leeuwen, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. W.J.T. Ursem, kantoorhoudende te Alkmaar,
5 Olaf Bernardus Joseph POORTHUIS,
mr. M.W.E. Eversen
mr. H.J. ter Meulen, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
6 P.R. DEKKER,
- verzoeker als [A] ;
- verweerster als FM1;
- belanghebbende sub 1 als MHR1;
- belanghebbende sub 2 als [B] ;
- belanghebbenden sub 1 en 2 gezamenlijk als MHR1 c.s.;
- belanghebbende sub 3 als [C] ;
- belanghebbende sub 4 als Krijnburg;
- belanghebbende sub 5 als Poorthuis of de OK-bestuurder;
- verweerster en belanghebbende sub 5 gezamenlijk ook als FM1 c.s.;
- belanghebbende sub 6 als Dekker of de OK-beheerder.
1.Het verloop van het geding
- i) [B] te gebieden de door FM1 en de OK-bestuurder opgestelde 'Verklaring Vrijgave BB1 Gelden' te tekenen en te versturen naar het Amtsgericht Baden Baden,
- ii) te bepalen dat MHR1, [B] en [C] zich dienen te onthouden, direct of indirect, van uitlatingen en gedragingen waarmee afbreuk wordt gedaan aan de inhoud van die Verklaring of die anderszins strekken tot verhindering van de vrijgave van de BB1-gelden,
- iii) MHR1, [B] en [C] te gebieden mee te werken aan alles wat naar de mening van FM1 en de OK-bestuurder nodig is om te komen tot vrijgave van de BB1-gelden,
- iv) MHR1, [B] en [C] te gebieden de door hen opgestelde 'Verklaring Inschrijving KvK' te tekenen en te versturen naar het Duitse handelsregister,
- v) te bepalen dat MHR1, [B] en [C] zich dienen te onthouden, direct of indirect, van uitlatingen en gedragingen waarmee afbreuk wordt gedaan aan de inhoud van de onder (iv) genoemde verklaring of die anderszins strekken tot verhindering van de daarin bedoelde inschrijving van [D] als bestuurder van MORE en MOD en Kennedyplatz als beherend vennoot van BB1,
- vi) MHR1, [B] en [C] te gebieden mee te werken aan alles wat naar de mening van FM1 en de OK-bestuurder nodig is om te komen tot de hiervoor bedoelde inschrijvingen alsmede de inschrijving van [E] als
- vii) [B] te gebieden om de door hem bij het Landgericht Saarbrücken aanhangig gemaakte bodemprocedures, waarin de nietigheid wordt ingeroepen van twee door de OK-bestuurder genomen bestuursbesluiten tot benoeming van [D] als bestuurder bij respectievelijk MOD en MORE, in te trekken,
- viii) een en ander op straffe van verbeurte van dwangsommen en met de hoofdelijke veroordeling van MHR1, [B] en [C] in de werkelijke proceskosten van FM1 en de OK-bestuurder.
- i) FM1 en Poorthuis te gebieden om [A] en [D] als bestuurders van Duitse (klein)dochtervennootschappen van FM1 te instrueren om [B] te voorzien van door hem gevraagde financiële informatie, waaronder jaarrekeningen vanaf 2021 van deze vennootschappen,
- ii) FM1 en Poorthuis te gebieden ervoor te zorgen dat [A] geen onroerend goed kan verkopen of vervreemden van de Duitse (klein)dochtervennootschappen zonder voorafgaand aandeelhoudersbesluit van FM1 en zonder MHR1 c.s. hierbij te betrekken,
- iii) FM1 en Poorthuis te gebieden besluiten te nemen die bewerkstelligen dat de Duitse advocaat Koch kan doorgaan met de processuele vertegenwoordiging van de (klein)dochtervennootschappen in de procedures tegen [A] .
2.Inleiding en feiten
general partner’ is en Israëlische investeerders de geldschieters zijn.
Komplementärin) van verschillende Duitse commanditaire vennootschappen (
Kommanditgesellschaften)waarin onroerend goed wordt gehouden. In de commanditaire vennootschap BB1 was een onroerend goed in Baden Baden ondergebracht, dat inmiddels is verkocht. FM1 is de stille vennoot (
Kommanditistin) in BB1. BB1 heeft een geldlening aangetrokken van de vennootschap FIT7, een van de Partnerships. Op de bankrekening van BB1 staat een tegoed van circa € 1.200.000.
einstweilige Verfügung) gestart tegen MORE om inschrijving van [D] als bestuurder van MORE in het Duitse handelsregister tegen te houden. Op 23 en 24 oktober 2023 heeft [B] bodemprocedures bij het Landgericht Saarbrücken aanhangig gemaakt tegen MORE en MOD, waarin is verzocht de hiervoor bedoelde twee benoemingsbesluiten van 29 september 2023 (zie onder 2.8) nietig te verklaren (hierna ook: de
Nichtigkeitsklagen).
'Beschlussfassung der Gesellschafter der M Objekt Baden Baden GmbH & Co. KG', ondertekend op 9 november 2023 door Poorthuis namens FM1 (handelend als stille vennoot van BB1) en op 10 november 2023 door [D] namens MOD (handelend als beherend vennoot van BB1), volgt onder meer dat op de rekening van BB1 bij Sparkasse BB een bedrag van € 1.238.247,06 staat en dat de vennoten op 3 november 2023 mondeling hebben besloten 1 miljoen euro uit te betalen aan FM1.
eindeutige Handelsregisterlage) door wijziging van de beherend vennoot van BB1, en verzocht het tegoed van BB1 nog even onder zich te houden. De inschrijving in het Duitse handelsregister van Kennedyplatz als beherend vennoot heeft echter (nog) niet plaatsgevonden omdat (de advocaat van) [B] als bestuurder (
Geschäftsführer) van MOD daartegen bij brief van 21 november 2023 bezwaar heeft gemaakt bij het Duitse handelsregister.
Nichtigkeitsklageaanhangig is gemaakt bij het Landgericht Saarbrücken.
Nichtigkeitsklagenvan [B] tegen de twee benoemingsbesluiten van 29 september 2023 doen toekomen, waardoor ook FM1 hiervan op de hoogte raakte.
Gesetz über das Verfahren in Familiensachen und in den Angelegenheiten der freiwilligen Gerichtsbarkeit(FamFG) besloten de registratieprocedure van [D] bij MOD op te schorten totdat in de onder 2.11 bedoelde bodemprocedure tot een
'rechtskräftige Entscheidung'is gekomen.
Prokurist(een gevolmachtigde zonder de status van statutair bestuurder), is benoemd, zijnde [D] (hierna ook: [E] ). [A] en MHR1 c.s. zijn hierover dezelfde dag per e-mail geïnformeerd door de OK-bestuurder.
Hinterlegungsanordnung(toestemming om het geld naar de consignatiekas over te maken) en dat dit verzoek is ingewilligd, zodat het geld uiterlijk 11 januari 2024 zal worden overgemaakt naar de '
Hinterlegungsstelle des Amtsgerichts Baden-Baden'.
3.De gronden van de beslissing
Prokuristbij MORE en MOD. Gezien de (voorgenomen) opschorting van de registratieprocedures van [D] als bestuurder van MOD en MORE ligt immers voor de hand dat ook de registraties van [E] als
Prokuristbij deze rechtspersonen, indien verzocht, zullen worden opgeschort. Gezien het vorenstaande zijn de verzoeken onder 1.5 sub iv, v en vi niet toewijsbaar.