ECLI:NL:GHAMS:2024:1264
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep curatele en onderbewindstelling in verband met ouderenmishandeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de curatele van de rechthebbende, geboren in 1942, die in eerste aanleg onder curatele was gesteld wegens haar lichamelijke en geestelijke toestand. De rechthebbende, die in hoger beroep ging tegen de beschikkingen van de kantonrechter van 13 en 29 juni 2023, stelde dat de gronden voor curatele niet aanwezig waren en dat zij in staat was haar eigen belangen te behartigen. De curator en Vangnet en Advies, die de ondercuratelestelling hadden verzocht, stelden echter dat de rechthebbende onder druk stond van haar neef, die lijdt aan psychische problemen en verslaving, en dat zij niet in staat was om haar eigen belangen te beschermen. Het hof heeft de situatie van de rechthebbende zorgvuldig beoordeeld, waarbij het opmerkte dat er aanwijzingen waren voor dissociatief gedrag en dat de rechthebbende kwetsbaar was voor financieel misbruik. Het hof concludeerde dat de lichtere maatregel van onderbewindstelling niet voldoende bescherming zou bieden en bekrachtigde de beslissing van de kantonrechter om de rechthebbende onder curatele te stellen. De rechthebbende werd in haar autonomie beperkt, maar het hof oordeelde dat deze beperking noodzakelijk was ter bescherming van haar belangen.