Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
Rekening houdend met de AB-claim (van 26,9%) heeft de man recht op een bedrag van € 67.993,-.
“Indien bij deze medisch-specialistische bedrijven onvoldoende verbetering optreedt binnen twee jaar zal er regelgeving komen zodat alle medisch specialisten in loondienst gaan. Daartoe wordt regelgeving voorbereid.”kan de vrouw niet baten. Niet alleen is dit kabinet momenteel demissionair, onduidelijk is ook hoe een volgend kabinet er uit komt te zien en welke plannen het zal gaan uitvoeren. Bovendien hebben de [B] hiertegen op 24 maart 2022 in een manifest (te vinden via
https:// [website] /) geprotesteerd. De man heeft er terecht op gewezen dat, in het geval de wetgever de medisch specialisten in de toekomst zal dwingen om in loondienst te gaan en een streep door het fenomeen goodwill zal worden gezet, aanvullende voorzieningen kunnen worden getroffen ter compensatie van de medisch specialisten die hierin al hebben geïnvesteerd. Ook heeft de vrouw, gelet op het voorgaande en rekening houdende met het onderstaande en de door haar verstrekte gegevens over de winstaandelen van de afgelopen jaren, onvoldoende feitelijke omstandigheden aangevoerd om te concluderen dat het in de verrekening betrekken van een aan de hand van het reglement vastgestelde goodwillvergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daarbij is mede van belang dat de vrouw in het licht van de overgelegde gegevens onvoldoende heeft onderbouwd dat zij feitelijk niet in staat is om de hierna door het hof vast te stellen vergoeding aan de man uit te betalen.