ECLI:NL:GHAMS:2024:1201
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gebreken aan badkamerinstallatie en schadevergoeding
In deze zaak heeft [appellante] een badkamer gekocht en laten installeren door [geïntimeerden]. Na de installatie heeft [appellante] verschillende gebreken geconstateerd, waaronder wateroverlast tijdens het douchen. De kantonrechter heeft de vorderingen van [appellante] afgewezen, waarna zij in hoger beroep is gegaan. Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 13 februari 2024 het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. Het hof oordeelt dat er geen gebreken zijn vastgesteld en dat de vorderingen van [appellante] niet toewijsbaar zijn. De grieven van [appellante] worden verworpen, en zij wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. De zaak betreft onder andere de vraag of de douchevloer en de stoomunit gebrekkig zijn geïnstalleerd, en of [geïntimeerde 2] aansprakelijk is voor de gebreken aan de vloerverwarming. Het hof concludeert dat [appellante] onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen en dat de vorderingen daarom worden afgewezen.