ECLI:NL:GHAMS:2024:1127
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing schorsingsverzoek in hoger beroep inzake draagplicht huwelijkse schulden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 april 2024 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een verzoek tot schorsing van een beschikking van de rechtbank Amsterdam. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had verzocht om de werking van de bestreden beschikking te schorsen, waarin was bepaald dat zij en de man ieder voor de helft draagplichtig zijn voor huwelijkse schulden. De vrouw stelde dat zij in een noodtoestand zou komen te verkeren indien de beschikking door de man ten uitvoer zou worden gelegd, maar het hof oordeelde dat zij dit niet voldoende aannemelijk had gemaakt. De man, verweerder in hoger beroep, had aangegeven dat hij alle schulden had afbetaald en een regresvordering op de vrouw had. Het hof weegt de belangen van beide partijen en concludeert dat de vrouw niet in een financiële noodsituatie verkeert die schorsing rechtvaardigt. De beslissing van de rechtbank blijft daarom uitvoerbaar bij voorraad. Het hof wijst het schorsingsverzoek van de vrouw af.