ECLI:NL:GHAMS:2024:1110

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 april 2024
Publicatiedatum
26 april 2024
Zaaknummer
23-002467-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis politierechter en vrijspraak mishandeling wegens onvoldoende bewijs

Op 25 april 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 5 september 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1993, was beschuldigd van mishandeling van zijn moeder op 24 juni 2023 in Akersloot. De tenlastelegging omvatte het vastpakken van haar handen en/of telefoon en het slaan, wat leidde tot letsel. Tijdens de zitting op 11 april 2024 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis van de politierechter had gevorderd. Het hof heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. Er waren geen andere getuigen aanwezig op de dag van het voorval, en het letsel van de aangeefster kon ook verklaard worden door andere scenario's. De verdachte heeft altijd ontkend de mishandeling te hebben gepleegd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Tevens zijn de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraffen afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de nieuwe aanklacht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002467-23
datum uitspraak: 25 april 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 5 september 2023 in de strafzaak onder de parketnummers 15-154034-23, 15-111376-21 (TUL) en 15-107675-22 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
postadres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 11 april 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 24 juni 2023 te Akersloot, gemeente Castricum zijn moeder, [aangeefster], heeft mishandeld door haar handen en/of telefoon vast te pakken en/of ertegen te slaan, waardoor zij met haar hoofd op de salontafel en/of grond is gevallen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt met betrekking tot het bewijs dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft bevestiging van het vonnis van de politierechter gevorderd.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het hof kan niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid vaststellen wat op 24 juni 2023 in de woning van de aangeefster, zijnde de moeder van de verdachte, is voorgevallen. Daarbij betrekt het hof dat er op 24 juni 2023 geen (andere) getuigen aanwezig waren, dat het bij de aangeefster geconstateerde letsel in het door de verdachte naar voren gebrachte scenario zou kunnen passen, en dat de verdachte van meet af aan stellig heeft ontkend de aangeefster te hebben mishandeld.
Vorderingen tenuitvoerlegging met parketnummers 15-111376-21 en 15-107675-22
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerleggingen van:
- de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 1 september 2021 met parketnummer 15-111376-21 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, en
- de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 9 september 2022 met parketnummer 15-107675-22 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 weken.
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde zullen de vorderingen tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Wijst afde vordering van de officier van justitie in het arrondissement Noord-Holland van 25 juni 2023, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 1 september 2021, parketnummer
15-111376-21, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden.
Wijst afde vordering van de officier van justitie in het arrondissement Noord-Holland van 25 juni 2023, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 9 september 2022, parketnummer
15-107675-22, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 3 weken.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Jeltes, mr. N. van der Wijngaart en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van mr. R. Bleumers, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 25 april 2024.