ECLI:NL:GHAMS:2024:1096

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 april 2024
Publicatiedatum
25 april 2024
Zaaknummer
200.328.059/01 NOT
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeslissing inzake kennelijke verschrijvingen in eerdere beslissing van het Gerechtshof Amsterdam

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 april 2024 een beslissing gegeven in hoger beroep tegen de notaris mr. [appellant], die gevestigd is in [vestigingsplaats]. De notaris heeft beroep aangetekend tegen een beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer. In een e-mailbericht van 4 april 2024 heeft de gemachtigde van het Bureau Financieel Toezicht (BFT), mr. R. Wisse, opgemerkt dat er in de beslissing van 2 april 2024 twee kennelijke fouten zijn gemaakt. Ten eerste is het BFT ten onrechte aangeduid als L.A. Woudstra en ten tweede is de naam van de gemachtigde verkeerd gespeld als mr. R.A. Wisse. De notaris heeft binnen de gestelde termijn aangegeven in te stemmen met het herstel van deze fouten.

Het hof heeft vastgesteld dat de genoemde fouten eenvoudig te herstellen zijn en heeft besloten om deze herstelbeslissing te geven. In de beslissing van 30 april 2024 heeft het hof de namen gecorrigeerd: de juiste naam van de geïntimeerde is Bureau Financieel Toezicht en de correcte naam van de gemachtigde is mr. R. Wisse. Het hof heeft de griffier opgedragen om op de originele beslissing te vermelden dat deze is verbeterd met de herstelbeslissing. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 30 april 2024 door de rolraadsheer.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.328.059/01 NOT
nummer eerste aanleg : C/05/409942 / KL RK 22-126
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 30 april 2024
inzake
mr. [appellant],
notaris te [vestigingsplaats],
appellant,
tegen
BUREAU FINANCIEEL TOEZICHT
gevestigd te Utrecht,
geïntimeerde,
gemachtigde: mr. R. Wisse.
Partijen worden hierna de notaris en het BFT genoemd.

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
In deze zaak heeft het hof op 2 april 2024 een beslissing gegeven.
1.2.
Bij e-mailbericht van 4 april 2024 heeft de gemachtigde van het BFT, mr. R. Wisse, opgemerkt dat in deze beslissing a) het BFT ten onrechte is aangeduid als L.A. Woudstra en b) mr. R. Wisse ten onrechte is aangeduid als mr. R.A. Wisse.
Binnen de daarvoor gegeven termijn heeft de notaris schriftelijk te kennen gegeven dat hij kan instemmen met herstel van deze verschrijvingen.

2.Beoordeling

2.1
Het hof stelt vast dat de beslissing van 2 april 2024 twee kennelijke fouten bevat die zich lenen voor eenvoudig herstel.
2.2
Het hof zal daarom overgaan tot herstel van de genoemde kennelijke fouten.

3.Beslissing

Het hof:
verbetert de in deze zaak op 2 april 2024 gegeven beslissing aldus dat:
- als naam van geïntimeerde in plaats van “L.A. Woudstra” wordt vermeld: “Bureau Financieel Toezicht”;
- als naam van de gemachtigde van geïntimeerde in plaats van “R.A. Wisse” wordt vermeld: “mr. R. Wisse”;
draagt de griffier op om op de originele beslissing te vermelden dat de beslissing met deze herstelbeslissing is verbeterd.
Deze beslissing is gegeven door mrs. J.H. Lieber, J.C.W. Rang en J.W.M. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2024 door de rolraadsheer.